Klassenmanagement: ‘de zeven geheimen van ervaren klassenmanagers’

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 20 december 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.

Inhoudsopgave

Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de zeven vaardigheden voor effectief klassenmanagement van Kounin.

foto: Jacob Kounin
Foto: Jacob Kounin
Bron: Wayne State University

Na het lezen van dit artikel kun je uitleggen wat het onderzoek naar klassenmanagement van Kounin behelsde, de zeven vaardigheden van klassenmanagement benoemen en deze inzetten in jouw les.

Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.

Hoe werkt klassenmanagement?

Jacob S. Kounin wordt door velen gezien als de bedenker van het concept Klassenmanagement. Hij definieert Klassenmanagement in zijn boek discipline and group management in classrooms als ‘de acties die een docent doet om een effectief en ordelijk leerklimaat te creëren’. Maar wat ondekte hij zijn onderzoek over klassenmanagment?

‘Deze video over klassenmanagment is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/effectief-klassenmanagement/

Koutin ontdekte dat er GEEN verschil is tussen ervaren en onervaren docenten in de wijze waarop zij omgaan met ordeverstoring. Wel zag hij dat de ordeverstoringen bij de ervaren docenten veel minder vaak voorkwamen. Hij concludeerde dat de sleutel tot een ordelijke klas niet DE MANIER is waarop een leraar ordeverstoringen aanpakt wanneer het zich voordoet, maar WAT de leraar vooraf doet om te voorkomen dat problemen met klassenmanagement ontstaan. 

Kounin ontdekte dat als leerlingen denken dat de leraar alert is en zich bewust is van wat er in de klas gebeurt, ze zich minder misdragen. Ervaren klassen managers laten op die manier weinig ruimte voor orde verstorend gedrag. Organisatie en planning zijn essentieel om leerlingen te betrekken bij het leerproces. Goed klassenmanagement is gebaseerd op het gedrag van de leraar, niet van de leerlingen. Hoe ziet dit er uit in de praktijk!

Kounin formuleert op basis van zijn onderzoeken een aantal vaardigheden voor effectief klassenmanagement. In dit artikel behandel ik er zeven: het rimpeleffect, alertheid, groepsfocus, transitie, overlapping, soepelheid & momentum. Ik behandel ze onder de afbeelding één voor één.

Zeven vaardigheden voor effectief klassenmanagement van Kounin -onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl.129
‘Deze afbeelding over klassenmanagment is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/effectief-klassenmanagement/

De zeven vaardigheden van effectief Klassenmanagement

Kounin identificeerde zeven vaardigheden voor effectief klassenmanagement: het rimpeleffect, alertheid, groepsfocus, transitie, overlapping, soepelheid en momentum. Deze praktische technieken helpen orde te bewaren, betrokkenheid te vergroten en een productieve leeromgeving te creëren.

Als eerste het rimpeleffect (the Ripple Effect)

Wanneer het gedrag van één leerling wordt gecorrigeerd, beïnvloedt dit ook het gedrag van de andere leerlingen. Een voorbeeld; je zegt één leerling dat hij moet stoppen met het lezen van een bericht op zijn laptop en zijn aandacht moet richten op de presentatie op het bord omdat hij anders de lesstof niet mee krijgt. Hoewel je slechts één leerling de opdracht geeft om op te letten, leggen andere leerlingen plotseling ook hun laptops weg en kijken naar het bord.

Je corrigeert slechts één leerling, en ziet dat dit een rimpeleffect heeft op de andere leerlingen. Belangrijk om te weten is dat het effect van deze strategie groter is wanneer de leraar duidelijk het onaanvaardbare gedrag van de leerling benoemt  (in dit geval laptopgebruik en het niet kijken naar de presentatie) en een redenen geeft waarom het gedrag onaanvaardbaar is (in dit geval het missen van de lesstof).

Als tweede alertheid (Withitness)

With-it-ness gaat over het altijd alert zijn op je klas. Hiermee wordt bedoeld dat je je bewust moet zijn van ‘elke’ actie in de klas zodat je hier adequaat op kan reageren. Dit begint met het vooraf nadenken over het inrichten van het klaslokaal. Zo zorg je dat elk deel van de klas zichtbaar is. Vervolgens heb je tijdens de les een actieve houding, want je hebt helaas maar één paar ogen.

Werk je bijvoorbeeld in kleine groepen, dan zal je regelmatig langs de groep moeten kijken om de andere leerlingen te observeren. Oogcontact maken, goedkeurend knikken, een blik van ontzetting, een glimlach geven, of duim omhoog zijn allemaal signalen voor de leerlingen dat jij weet wat er gaande is. Plaats jezelf fysiek op een strategische plek, bijvoorbeeld naast de leerling waarvan je weet dat hij moeite heeft om aan het werk te komen.

Zo kun je ordeverstoring eerder stoppen, maar nog belangrijker, er zullen minder ordeverstoringen voorkomen. Onthoud dat je niet echt alles hoeft te zien, het gaat erom dat de leerlingen het gevoel hebben dat je bewust bent van wat er gebeurt. 

Als derde de groepsfocus (Group Focus)

Leraren die verantwoordelijkheid aanmoedigen, houden alle leerlingen verantwoordelijk voor hun leren en gedrag. Deze leraren monitoren de prestaties van leerlingen (individueel of in groepen) tijdens een les en vereisen dat leerlingen werk laten zien! Gebruik bijvoorbeeld rubrics tijdens de les, om de leerling inzicht te geven in hun vooruitgang. Bekijk voor meer informatie over het gebruik van rubrics het artikel hierover. 

Bij leraren die individuele aansprakelijkheid creëren kan niemand zich verstoppen achter de groep, of een gevoel hebben dat te kunnen. Het is bewezen dat het uitdelen van beurten NIET zorgt voor individuele aansprakelijkheid. Wat wel werkt, is het gebruik van een vissenkom om namen te trekken of digitale tools zoals wheel of names. Deze werkvormen maken visueel dat alle leerlingen de beurt kunnen krijgen. Zorg dat je de individuele opbrengsten zichtbaar maakt.

Opbrengsten delen in digitale tools zorgt ook voor individuele aansprakelijkheid van opbrengsten. Denk bijvoorbeeld aan een tool als padlet of een quiz tools als mentimeter. Nu denk je misschien: ‘wat een hoop gedoe, als ik iemand de beurt geef, is het toch ook geregeld.’ Dat klopt helaas NIET.

Individuele aansprakelijkheid is zowel voor motivatie, ordeproblemen en leerrendement een sterke tool. Ik zou zeggen koop een vissenkom, schrijf alle namen op een papiertje en probeer het eens.. het effect op de leerlingen is gigantisch! Voor meer informatie over individuele aansprakelijkheid kun je ook het hierover lezen.

Als vierde transitie (effective transitions)

Vaak neemt ordeverstoring toe wanneer de klas van taak naar taak overstapt. Effectieve overgangen omvatten volgens Kounin een continu signaal in de les waardoor de les geleidelijk doorloopt en waarbij abrupte veranderingen voorkomen worden. Om dit continue signaal te vergroten helpt het om:

  • Goed ingeoefende routines te hanteren. Denk bijvoorbeeld aan een leraar die consequent die zijn ene hand opsteekt en zijn vinger voor zijn mond houdt om de aandacht te krijgen, 
  • Leerdoelen en richting van de les duidelijk te communiceren 
  • Volledige instructie te geven. bijvoorbeeld ter voorbereiding van een leertaak 
  • Heldere verwachting van leerlinggedrag te uiten. 

Kounin benadrukt dat het bieden van soepele en effectieve overgangen een van de belangrijkste technieken is om de leerling-betrokkenheid te behouden. Voor succesvolle overgangen moet de leraar een continu signaal geven. Hierbij kan een klassen routine enorm helpen. 

Als vijfde overlapping (overlapping)

Overlapping betekent effectief omgaan met meerdere situaties tegelijk. Als een leerling vroeg klaar is met een taak, zorg dan voor extra werk of een verdiepingsopdracht. Dit houdt de leerlingen aan de slag terwijl jij anderen kunt helpen.

Overlapping gaat niet alleen over opdrachten. We kennen allemaal de situatie dat je midden in een instructie bent en er nog een leerling binnenkomt. Maak dan direct oogcontact en wijs hen discreet de weg, zonder je instructie onnodig lang te onderbreken.

Een andere optie is om de leerling zonder discussie weg te sturen. Hoe je er mee om gaat maakt voor dit voorbeeld niet uit. Laat het continu signaal in jouw les niet verstoren wanneer zich meerdere situaties tegelijk voordoen. 

Als zesde soepelheid (Smoothness)

Soepelheid gaat over het behouden van richting in de les en niet afgeleid worden door irrelevante incidenten. Soepelheid verwijst dan naar het vermogen van een leraar om de lestijd effectief te gebruiken. Hoeveel van de lestijd waren de leerlingen bezig met de taak. In het Engels heet dit ook wel TIME ON TASK.

Door veel van de bekende barrières om aan de slag te gaan vooraf weg te nemen verhoog je de efficiëntie. Hebben de leerlingen hun spullen mee, wat doe je als ze geen boek of pen hebben en heb je zelf al het benodigde materiaal binnen handbereik. Soepelheid kan binnen de klas worden vergroot door bepaalde lichaamssignalen op te bouwen, zodat deze signalen tijdens een les gebruikt kunnen worden. Vingers opsteken, lijstjes op het bord, maar ook de schoolbel zijn hier voorbeelden van.

Als zevende momentum (momentum)

Momentum in een les verwijst naar de stroom van de les. Een goede les neemt leerlingen mee in het leerproces. Voordat ze het doorhebben is de les voorbij, hebben ze zich ingespannen en daarbij iets geleerd. Effectieve leraren hebben een vlot tempo door de les heen, met minimale vertragingen. Dit draagt bij aan het actief betrekken van leerlingen bij de activiteiten en het voorkomen van ordeverstoring.

Door soepel door de lesstof te bewegen, zonder onderbrekingen, en leerlingen door middel van een continu signaal het gevoel van vooruitgang te bieden, is er geen ruimte voor afleiding. Dit momentum kun je versterken door lessen op te delen in stukken en interactief te houden. Gebruik complexe hele taken, activerende werkvormen en geef leerlingen de kans om samen te werken. Over de hele taak benadering, activerende didactiek en samenwerken zijn aparte artikelen te vinden. Je vindt ze door op de link te klikken of via de kennisbank van een meester in leren.

3. Klassenmanagement in een Breder Perspectief

Klassenmanagement draait om het creëren van een veilige en productieve leeromgeving, waarbij de rol van de leraar, de groepsdynamiek en het gedrag van de leerlingen op elkaar worden afgestemd. Verschillende theorieën en modellen bieden aanvullende inzichten die samen een compleet beeld geven van effectief klassenmanagement.

Een belangrijke basis vormt de piramide van docentvaardigheden van Slooter, die laat zien dat klassenmanagement begint met de kernvaardigheden van de leraar, zoals duidelijkheid, structuur en consistentie. Deze piramide benadrukt de noodzaak van een sterke basis in vakkennis en pedagogische vaardigheden om leerlingen te begeleiden. Lees meer hierover in het artikelen over de rollen van de leraar en de piramide van docentvaardigheden van Slooter.

De Roos van Leary bouwt voort op deze fundering door te laten zien hoe de communicatiestijl van de leraar invloed heeft op de interactie met de leerlingen. Door bewust te sturen op gedragspatronen in de klas, kan een leraar een positieve groepsdynamiek creëren en behouden. Dit model biedt handvatten om conflicten te voorkomen en de balans in de klas te bewaken. Ontdek hoe je dit in de praktijk toepast in de roos van Leary.

Een waardevolle aanvulling op klassenmanagement is de escalatieladder van Glasl, een model dat inzicht geeft in hoe conflicten ontstaan en escaleren. Het biedt leraren handvatten om het stadium van een conflict te herkennen en met gerichte interventies escalatie te voorkomen. Lees meer in het artikel over de escalatieladder van Glasl.

Daarnaast kunnen de vijf conflicthanteringsstijlen van het Thomas-Kilmann model – zoals doordrukken, toegeven, vermijden, samenwerken en compromis zoeken – helpen om conflictsituaties effectief aan te pakken. Lees hier meer over in het artikel over het Thomas-Kilmann model.

De eerste weken van het schooljaar zijn essentieel voor succesvol klassenmanagement. Tijdens de gouden weken leg je als leraar de basis voor wederzijdse verwachtingen en duidelijke routines. Deze aanpak sluit nauw aan bij de zeven vaardigheden van Kounin, zoals alertheid en transitie, omdat een goede start zorgt voor minder ordeverstoringen en meer betrokkenheid gedurende het schooljaar. Concrete tips vind je in het artikel ‘Gouden weken activiteiten‘.

Daarnaast speelt het Pygmalion-effect een cruciale rol: de verwachtingen die een leraar van leerlingen heeft, beïnvloeden hun prestaties en gedrag. Door hoge verwachtingen te stellen en positieve bekrachtiging te bieden, kunnen leraren het gedrag van leerlingen sturen en versterken. Dit effect vormt een aanvulling op Kounins concept van groepsfocus, waarin verantwoordelijkheid en betrokkenheid centraal staan. Meer hierover lees je in Het pygmalion effect van Rosenthal en Jacobson.

Voor een gestructureerde aanpak van gedrag in de klas biedt het PBS (Positive Behavior Support)-model preventieve strategieën en interventies die bijdragen aan een positieve sfeer. Dit model sluit naadloos aan bij Kounins focus op organisatie en planning en helpt ordeverstoringen te minimaliseren. Leer meer in PBS Positive Behavior Support.

Ook de zes ordeverstorende eigenschappen van Doyle spelen een belangrijke rol in het herkennen van en inspelen op gedragsuitdagingen in de klas. Door inzicht te krijgen in hoe deze eigenschappen tot uiting komen, kun je proactief handelen. Lees hierover in de zes ordeverstorende eigenschappen in een klaslokaal van Doyle.

Daarnaast is de interventiemethode 4G- of 5G-schema een praktische tool om met ongewenst gedrag om te gaan door het op een gestructureerde manier bespreekbaar te maken en zo de mogelijkheid te creëren om hierop te reflecteren. Deze aanpak helpt bij het herstellen van de rust en structuur in de klas. Meer informatie vind je in Interventiemethode 4G of 5G schema.

Het proces van klassenmanagement wordt verder ondersteund door de groepsfases van Tuckman, die inzicht geven in hoe groepen zich ontwikkelen en hoe je daar als leraar effectief op inspeelt. Door groepsdynamiek te begrijpen en te sturen, kun je de samenwerking en sfeer in de klas versterken. Lees hierover in het artikel over de Groepsfases van Tuckman.

Wil je meer inzicht in hoe ordeproblemen het Nederlandse onderwijs beïnvloeden? Lees het uitgebreide artikel Ordeproblemen in het Nederlandse onderwijs op eenmeesterinleren.nl en ontdek welke trends en uitdagingen docenten signaleren, en wat dit betekent voor jouw onderwijspraktijk.

Tot slot biedt het tienstappenplan van Bennett een praktische aanpak om de regels in de klas te bewaken. Het helpt leraren een duidelijke structuur neer te zetten waarin zowel zij als de leerlingen weten wat er van hen wordt verwacht. Dit draagt bij aan een ordelijke en voorspelbare leeromgeving. Meer hierover vind je in het artikel over De regels in de klas bewaken tienstappenplan van Bennett.

Deze theorieën en modellen laten zien dat klassenmanagement een veelzijdige en samenhangende aanpak vereist. Door de inzichten te combineren, kun je als leraar je lessen optimaliseren en een veilige, motiverende omgeving creëren voor je leerlingen.

Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?

“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”

‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!