Gouden weken activiteiten: Zo starten effectieve klassenmanagers het jaar!
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 18-02-2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Hoe ga je aan de slag in de gouden weken!!
- Lessen van effectieve klassenmanagers in het basisonderwijs
- Lessen van effectieve klassenmanagers in het voortgezetonderwijs
- Hoe behouden je een goede omgeving leeromgeving na de Gouden weken?
- Basisregel 1. Maak basisvereisten voor werken duidelijk
- Basisregel 2. Communiceer de details van opdrachten
- Basisregel 3. Controleer werk in uitvoering
- basisregel 4. Geef tijdige feedback/a>
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de gouden weken. Vanuit mijn achtergrond als biologie leraar, onderwijskundige en lerarenopleider schijf ik artikelen en maak ik video’s fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën geordend per thema en een groep onderwijsprofessionals waar je je inhoudelijke vragen aan kunt stellen.
De eerste weken worden in het onderwijs ook wel de goude weken genoemd! waarom dit is en hoe ervaren docenten deze weken gebruiken lees je in dit artikel.
1. Hoe ga je aan de slag in de gouden weken!!
Het bepalen van een lokaal inrichting, regels en procedures in zijn de eerste stappen naar een goed klassenmanagement. Hoe krijgen effectieve leerkrachten de medewerking van leerlingen in die vroege kritieke dagen en weken? Ouder onderzoek analyseerde al in de jaren 80 de activiteiten in de eerste weken van effectieve en ineffectieve basisschoolleraren en vond opvallende verschillen (Emmer et al., 1980). Tegen het einde van de derde schoolweek vertoonden leerlingen in de klaslokalen van ineffectieve leerkrachten steeds meer storend gedrag en werd er steeds minder taakgericht gewerkt!
in deze video leg ik effectief klassenmanagement uit aan de hand van voorbeelden en onderzoeken uit het basis- en voortgezet onderwijs. Let op veel van de voorbeelden zijn voor alle docenten bruikbaar!
HET BIJBEHORENDE VIDEOMATERIAAL IS NOG IN ONTWIKKELING.
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/
2. Lessen van effectieve klassenmanagers in het basisonderwijs
In de klaslokalen van effectieve leerkrachten was de allereerste dag goed georganiseerd. Naambadges lagen klaar en er was meteen iets interessants te doen voor elk kind. Materialen en hulpmiddelen waren opgezet en leerkrachten hadden zorgvuldig gepland om last-minute taken, die de aandag van hun leerlingen zouden kunnen weghouden, te vermijden. Deze leerkrachten gingen als eerste in op de dringende zorgen van de kinderen. ‘Waar moet ik mijn spullen neerzetten?’ ‘Hoe spreek ik de naam van mijn leerkracht uit?’ ‘Mag ik fluisteren tegen mijn buurman?’ ‘Waar is het toilet?’ De effectieve leerkrachten waren duidelijk over hun verwachtingen. Ze hadden een bruikbare, gemakkelijk te begrijpen set regels en leerden de leerlingen meteen de belangrijkste regels. Ze onderwezen de regels zoals elk ander vak – met veel uitleg, voorbeelden en oefening!
Gedurende de eerste weken bleven de effectieve leerkrachten behoorlijk wat tijd besteden aan het onderwijzen van regels en procedures. Sommigen gebruikten begeleide oefening en modelleren om procedures te onderwijzen; anderen gebruikten beloningen om gedrag te vormen. De meesten leerden leerlingen reageren op een geluids- of visueel signaal om hun aandacht te krijgen. Deze leerkrachten werkten samen met de hele klas aan leuke leeractiviteiten. Ze haastten zich niet om leerlingen in kleine groepen te krijgen of ze meteen met leesactiviteiten te laten beginnen. Dit klassikale werk gaf de leerkrachten een betere kans om het leren van regels en procedures bij alle leerlingen te blijven volgen. Wangedrag werd snel en beslist gestopt, maar niet hardhandig.
In de lokalen met slecht klassenmanagement waren de eerste weken heel anders. De regels waren niet werkbaar; ze waren te vaag of zeer ingewikkeld. Een leerkracht maakte Bijvoorbeeld een regel dat leerlingen ‘op de juiste plaats op het juiste tijdstip moesten zijn’. Leerlingen kregen echter niet te horen wat dit juist betekende, hierdoor konden zij hun gedrag niet aanpassen op de regel. Zowel positieve als negatieve gedragingen hadden geen duidelijke, consistente gevolgen. Nadat leerlingen een regel hadden overtreden, gaven ineffectieve klassenmanager misschien een vage kritiek, zoals ‘Sommige van mijn kinderen zijn te luidruchtig,’ of gaven een waarschuwing, maar voerden de dreigende consequentie niet uit. In de lokalen met slecht klassenmanagement varieerden procedures voor het uitvoeren van routinetaken van dag tot dag en werden deze niet onderwezen of geoefend. Ineffectieve leerkrachten hadden geen plannen gemaakt voor hoe om te gaan met leerlingen die te laat arriveerden, of voor andere onverwachte onderbrekingen. Een ineffectieve klassenmanager probeerde leerlingen te leren reageren op een bel als signaal voor aandacht, maar later liet hij de leerlingen de bel negeren omdat hij de uitleg af wilde maken. Al met al waren de eerste weken in deze klaslokalen chaotisch en vol verrassingen voor zowel leerkrachten als leerlingen.
3. Lessen van effectieve klassenmanagers in het voortgezetonderwijs
Onderzoek wijst er op dat veel van de verschillen tussen effectieve en ineffectieve basisschoolleraren ook gelden op het middelbare schoolniveau. Opnieuw richten effectieve klassenmanagers zich op het vaststellen van regels, procedures en verwachtingen op de eerste dag. De normen voor leertaken en gedrag in de klas worden duidelijk gecommuniceerd naar leerlingen en consequent gehandhaafd gedurende de eerste weken van het semester. Leerlingengedrag wordt nauwlettend in de gaten gehouden en overtredingen van de regels worden snel aangepakt. In klassen met leerlingen met een lager niveau van taakgerichtheid zijn de werk cycli korter; leerlingen hoeven geen lange, ononderbroken periodes aan één soort activiteit te besteden. In plaats daarvan worden ze tijdens elke periode soepel door verschillende taken geleid. Over het algemeen volgen effectieve leerkrachten de voortgang van elke leerling zorgvuldig, zodat leerlingen niet aan het werk kunnen ontsnappen zonder gevolgen te ondervinden (Tytler et al., 2004).
Met al deze nauwlettende monitoring en consistente handhaving van de regels vraag je je misschien af of effectieve middelbare school leraren streng en humorloos moeten zijn. Een oud gezegde in de lerarenkamer is ‘Lach niet vóór Kerstmis!’ Maar niets is minder waar. Zoals elke ervaren leerkracht je kan vertellen, gaat een simpele (glim)lachen ver in je klassenmanagement. Ik heb het in een aantal boeken over gedrag gezocht maar. Bijna alle schrijvers vermijden het thema humor. Misschien is dit omdat gevoel voor humor subjectief is en kansen dat een grap slaagt moeilijk kan kunnen worden voorspeld laat staan opgenomen kan worden in een lesplan op te nemen. Toch begint humor van incongruentie en absurditeit al op zeer jonge leeftijd en we verliezen dit nooit (Loizou, 2005).
4. Hoe behouden je een goede omgeving leeromgeving na de Gouden weken?
We hebben verschillende manieren vergeleken waarop effectieve en ineffectieve klassenmanagers hun klas organiseren in de eerste weken van het lesgeven. Het is duidelijk dat een goede start echt helpt. Maar een goede start is slechts een begin! Effectieve leerkrachten bouwen hierop voort. Ze onderhouden hun beheerssysteem door problemen te voorkomen en leerlingen bezig te houden met activerende leeractiviteiten. We hebben ook verschillende manieren besproken om leerlingen betrokken te houden. in de video’s over leerdoelen en motivatietheorie vertel ik bijvoorbeeld over nieuwsgierigheid stimuleren, lessen koppelen aan interesse van de leerling, leerdoelen in plaats van prestatiedoelen en het ontwikkelen van een growth mindset bij je leerlingen.
Verder hebben leraren via opzet van de les veel invloed op de betrokkenheid van leerlingen. Over het algemeen neemt de betrokkenheid van leerlingen toe naarmate het toezicht van de leerkracht toeneemt (Lunenberg en Korthagen, 2005). Een onderzoek concludeerde bijvoorbeeld, vond dat basisschoolleerlingen die rechtstreeks met een leerkracht werkten, 97 procent van de tijd gefocust waren, terwijl leerlingen die zelfstandig werkten slechts 57 procent van de tijd (Frick, 1990). Dit betekent niet direct dat je moet stoppen zelfstandig werk voor leerlingen. Het betekent eenvoudigweg dat dit soort activiteiten zorgvuldige planning en monitoring vereist. Blooms mastery model biedt hier een oplossing voor.
Wanneer de taak veel aanwijzingen biedt voor de leerling over wat hij of zij hierna moet doen, zal de betrokkenheid groter zijn. Activiteiten met duidelijke stappen zijn waarschijnlijk boeiender, omdat de ene stap natuurlijk leidt tot de volgende. Als leerlingen alle benodigde materialen hebben om een taak te voltooien, blijven ze vaak betrokken. Als hun nieuwsgierigheid is gewekt, zullen leerlingen gemotiveerd zijn om door te gaan met het zoeken naar een antwoord. Leerlingen zijn meer betrokken bij authentieke hele taken – activiteiten die verband houden met het echte leven. zie ook de video over het hele taak model. Bovendien zijn activiteiten boeiender wanneer het niveau van uitdaging hoger is en wanneer de interesses van leerlingen in de taken zijn verwerkt (Emmer en Gerwels, 2006). zie ook de video’s over taxonomieën.
Natuurlijk kunnen leerkrachten niet constant elke leerling in de gaten houden, of vertrouwen op nieuwsgierigheid. Iets anders moet leerlingen bezig houden terwijl ze zelfstandig werken. In hun onderzoek naar basisschool- en middelbare school leerkrachten ontdekten onderzoekers Carolyn Evertson, Edmund Emmer en Murray Worsham dat effectieve klassenmanagers in beide fasen goed geplande systemen hadden om leerlingen hun eigen werk te laten beheren (Emmer et al., 2006; Evertson et al., 2006).
5. Vier basisregels voor effectief klassenmanagment in de practijk
Op basis van de hierboven besproken voorbeelden en onderzoeken zijn er vier basisregels van effectief klassenmanagment te formuleren die je kunt gebruiken om leerlingen betrokken houden in de onderwijspraktijk. Ik behandel hieronder één voor één.
Basisregel 1. Maak basisvereisten voor werken duidelijk
- Specificeer en toon de routine-werkvereisten voor titels, papierformaat, pen- of potlood gebruik en netheid.
- Stel regels in en leg uit over laat- of onvolledig werk. Als er een patroon van onvolledig werk begint te ontstaan, pak dit dan vroeg aan; spreek indien nodig met ouders.
- Maak de tijden voor het inleveren redelijk en houd u eraan, tenzij de leerling een zeer goede reden heeft voor laat inleveren.
Basisregel 2. Communiceer de details van opdrachten
- Met jongere leerlingen, hanteer een routineprocedure voor het inleveren van werk. Schrijf of toon de details van elk werk op het bord op dezelfde plaats elke dag.
- Herinner leerlingen aan deadlines.
- Bij complexere, langetermijnprojecten, geef leerlingen een prompt blad met daarin beschreven wat te doen, welke bronnen beschikbaar zijn, vervaldatums, enzovoort. Leerlingen moeten ook uw beoordelingscriteria kennen.
- Demonstreer hoe het werk moet worden gedaan, doe de eerste paar vragen samen of geef een voorbeeld werkblad.
Basisregel 3. Controleer werk in uitvoering
- Zorg ervoor dat elke leerling correct begint wanneer je aan het klassenwerk begint. Als je alleen leerlingen controleert die hun hand opsteken voor hulp, mis je degenen die denken dat ze weten wat ze moeten doen maar het eigenlijk niet begrijpen, degenen die te verlegen zijn om om hulp te vragen, en degenen die niet van plan zijn om het werk helemaal te doen.
- Controleer regelmatig de voortgang. Zorg ervoor dat iedereen de kans krijgt om te reageren tijdens discussies.
- Geef regelmatig feedback over de voortgang van het werk, niet alleen over hoe leerlingen zich gedragen.
Basisregel 4. Geef tijdige feedback
- Basisschoolleerlingen zouden het werk de dag nadat het is ingeleverd moeten terugkrijgen.
- Goed werk kan in de klas worden getoond en wekelijks naar ouders worden gestuurd.
- Leerlingen van alle leeftijden kunnen een overzicht bijhouden van hun prestaties, voltooide projecten en verdiende extra punten.
- Voor oudere leerlingen kunnen langlopende opdrachten worden opgesplitst in verschillende fasen, met feedback op elk punt.
Een leven lang lesgeven doen docenten samen
Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts.
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘