Activerende directe instructie model: Een directe-instructiemodel on steroids!

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 13 september 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.

Inhoudsopgave

  1. Wat is een ADI model?
  2. Welke stappen heeft het ADI-model?
  3. Hoe werken feedback en activeren binnen het ADI-model?
  4. Wat is het verschil tussen ADI en EDI?
  5. Wat is het verschil tussen ADI en ADDIE?
  6. Hoe implementeer ik EDI-in mijn les?

Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in Het Activerende directe instructie model (het ADI-model) van Veerman.

Na het lezen van dit artikel ken je de fases van het ADI-model, ken je de verschillen met het directe instructie model en kun je het ADI-model inzetten als kader om een activerende en effectieve les voor te bereiden.

Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.

1. Wat is een ADI model?

Het ADI-model staat voor Activerende directe instructie model. Het model is in 2001 ontwikkeld door Veerman. Het ADI-model is gebaseerd op het Directe instructie model en integreert hierin aspecten uit de sociaal constructivistische leerpsychologie, zoals actief leren en kennisconstructie. De toevoegingen in het ADI-model zijn gebaseerd op het onderzoek naar kenmerken van effectieve leraren zoals leerstof opdelen, modelleren, hints geven en feedback geven (Veenman, 2001). 

Het ADI-model geeft net als het DI-model een antwoord op het sturingsvraagstuk waarbij de docent in het ADI-model minder centraal staat.  Bekijk voor meer informatie over sturing, het artikel over de begeleidingsstrategieën van Vankan. De leerkracht en leerling doorlopen de stappen van het model meer samen op een interactieve manier. De focus ligt op het activeren van leerlingen. De docent draagt de informatie over, brengt structuur aan en activeert leerlingen. De leraar stimuleert de leerling tot het nemen van eigen initiatieven. Het gaat om het actief construeren van kennis met als uitgangspunt de aansluiting op bestaande kennis waardoor nieuwe kennis beter onthouden wordt. Lees voor meer context ook het artikel over de leertheorie het constructivisme

‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/naam_artikel’

2. Welke stappen heeft het ADI model?

Het ADI-model bestaat uit zeven fasen. Terugblik, Oriëntatie, Instructie, Begeleide inoefening, zelfstandige verwerking, Evaluatie en Terug- en vooruitblik. Ik licht de zeven fases een voor een toe. Als je er op let worden in de uitleg ook de componenten feedback en activeren uit het ADI-model duidelijk. 

Activerende directe instructie model (ADI-model)-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl.015
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/adi-model/

Fase 1 de Terugblik

Sluit aan op wat er in vorige lessen is gebeurd en leg een link met de voorkennis om de voorkennis te activeren.

Fase 2 de Oriëntatie

Benoemen het ‘wat’ (het lesprogramma) en het ‘waarom’ (het lesdoel). Dit zorgt ervoor dat de les betekenisvol is voor je leerlingen. De leerlingen moeten weten waarom het voor hen belangrijk is om deze stof te beheersen?

Fase 3 de instructie

Bied de nieuwe stof aan. Dit kan in de vorm van een plenaire instructie. Deze instructie kan ook op een meer activerende manieren. Denk bijvoorbeeld aan een expert werkvorm. Zorg er, tijdens het geven van een inhoudelijke instructie voor dat je de denkstappen opknipt en expliciet maakt. Maak bijvoorbeeld gebruik te van hardop denken, geef veel concrete voorbeelden en laat leerlingen ook zelf bedenken. Maak verder gebruik van modelleren om vaardigheden aan te leren. Houd het kort en vermijd veel uitweiding, ook al ben je zelf laaiend enthousiast over het onderwerp. Vat de stof samen voor de leerlingen en controleer aan het einde van deze fase of de leerlingen de stof begrepen hebben. 

Fase 4 de Begeleide inoefening

Laat de leerlingen onder begeleiding oefenen met de aangeboden kennis en vaardigheden. Geef duidelijke opdrachten door middel van volledige instructie. Stel veel vragen en geef de leerlingen feedback. Laat de leerlingen hardop denken vertellen hoe ze aan een antwoord gekomen zijn. Zorg ervoor dat leerlingen betrokken en geactiveerd blijven door samenwerkend leren en de activerende werkvormen die daaronder vallen. Bekijk voor verdieping het artikel over samenwerkend leren en het artike over activerende didactiek. Laat de leerlingen in tweetallen of groepjes oefenen. Stimuleer leerlingen in deze fase om zelf op zoek te gaan naar oplossingen en maak hierbij gebruik van materialen en stappenplannen. Bekijk voor meer informatie het artikel over probleemoplossen. Het is belangrijk dat je zorgt voor een geleidelijke toename van de moeilijkheidsgraad. Als leraar is het de bedoeling dat je de ondersteuning geleidelijk afbouwt. 

Fase 5 de Zelfstandige verwerking

Zet de leerlingen aan de het werk met een complexe opdracht waarmee zij de lesstof verwerken. Verwerken in duo’s of groepjes kan ook, zelfstandig gaat over de mate van docentsturing. Vergroot de toepassingsmogelijkheden in de opdracht en zorg voor duidelijke opdrachten door volledige instructie. Zie ook het artikel over volledige instructie. Zorg dat de materialen klaar staan, zowel digitaal als analoog, zodat de leerlingen direct kunnen beginnen. Houd de leerlingen betrokken en geactiveerd door middel van samenwerkend leren en de activerende werkvormen die daaronder vallen. Laat de leerlingen in tweetallen of groepjes oefenen. Begeleid de leerlingen in deze fase bij de zoektocht naar oplossingen. Verderop in dit artikel ga ik  specifiek in op wie er actief is in de klas en het activeren van leerlingen.  

Deze fase wordt ook veel gebruikt om te differentiëren. Bijvoorbeeld door het geven van extra verwerkingsstof aan goed presterende leerlingen of het geven van extra instructie aan de zwak presterende leerlingen. Bekijk voor meer informatie over differentiëren in het DI model het artikel over het Interactieve, Gedifferentieerde, Directe Instructie model, afgekort wel het IGDI- model.

Fase 6 de Evaluatie

Reflecteer met de klas op de les qua inhoud en proces: is er geleerd? En hoe is de les verlopen? Het is aan te raden om deze twee vragen van elkaar te scheiden. Kijk enerzijds of de leerdoelen behaald zijn en evalueer anderzijds het proces. Laat de leerlingen bijvoorbeeld een kennisquiz doen over de stof en daarna onder woorden brengen wat goed ging, wat niet goed ging en wat er de volgende keer anders zou kunnen.

Fase 7 de Terug- en vooruitblik

Vat de les samen en blik vooruit naar de volgende les. Plaats de les die net geweest is in de context van een lessenreeks of programma en geef aan waar de volgende les over zal gaan

3. Hoe werken feedback en activeren binnen het ADI-model?

Nog twee kenmerkende aspecten van het ADI-model die in alle alle fases het ADI-model een centraal staan zijn:

Het geven van feedback

Denk daarbij aan de volgende zaken: Geef vaak en regelmatig feedback, corrigeer fouten onmiddellijk en geef zowel feedback op de inhoud als op het proces. Bekijk voor meer informatie ook de reeks video’s over het geven van feedback.

Het activeren van de leerlingen

Het activeren gebeurt door werkvormen in alle soorten en maten te gebruiken tijdens elke fase. Om deze activerende werkvormen vorm te kunnen geven is het belangrijk om zicht te hebben op wie er actief is tijdens de les. Dit kun je doen met het ‘wie is actief-kruis’.

Wie is actief kruis-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl.071.png
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/adi-model/

 Veel lessen beginnen met een instructie (links boven in het kruis) waarna de leerlingen direct aan het werk gezet worden met een activerende opdracht (rechts boven in het kruis). Voor een volledige uitleg van het wie is actief kruis en activerende werkvormen raad ik je aan de artikellen hierover te lezen. Ik zal aan de hand van een voorbeeld illustreren waarom het model zo’n belangrijke rol speelt.

Het ADI-model nodigt uit om in elke fase te kijken hoe je de leerlingen meer actief betrekt. Je kunt in elke fase activiteiten bedenken die zich rechts boven in het kruis bevinden.

Practijkvroobeeld:

Neem bijvoorbeeld fase 1 en 2 de terugblik en de oriëntatie. Je kunt dit plenair doen, maar je kunt deze fases ook invullen door maken van een online wordcloud in het programma answergarden.

online wordcloud in het programma answergarden - eenmeesterinleren.nl
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/adi-model/

Leerlingen geven hier input op basis van een vraag. Bijvoorbeeld waar ging de vorige les over? Of waar gebruik je answerGarden voor? Hoe vaker een woord genoemd wordt, hoe dikker het op het bord verschijnt. Leerlingen zien dus ook elkaars voorkennis en dit helpt weer voor het activeren van eigen voorkennis. Een offline versie is het in groepjes maken van een woordweb op een vel papier. 

4. Wat is het verschil tussen ADI en EDI?

EDI, ADI, IGDI en GRR zijn verschillende vormen van het DI-model. Bij ADI ligt de nadruk op het activeren van voorkennis, terwijl EDI-model vooral aandacht besteedt aan de instructiefase en het formatief toetsen van de voortgang. IGDI-model richt zich op het toepassen van differentiatie tijdens de les, terwijl het GRR-model de focus legt op het sturingsproces en het geven van gerichte instructie, met als doel de leerling zelfstandig te laten werken.

5. Wat is het verschil tussen ADI en ADDIE?

Een kleine side note… Er bestaat ook een ADDIE model, gespeld A-D-D-I-E. Dit model gaat echter over institutional design en niet over directe instructie. Ik heb even getwijfeld het in dit artikel te benoemen noemen, maar ik dacht ik doe het toch want de modellen worden vanwege de namen soms door elkaar gehaald en dat levert zo nu en dan erg onduidelijke situaties op in de lerarenkamer. ADDIE is dus niet hetzelfde als ADI.

ADDIE model voor onderwijsontwerp-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl.046
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/adi-model/

6. Hoe implementeer ik EDI-in mijn les?

Speciaal voor het implementeren van het EDI-model in de onderwijspraktijk heb ik een lesvoorbereidingsformulier ontworpen. Je kunt het  formulier downloaden via de community van een meester in leren.

Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?

“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”

‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!