Mate van zelfsturing: Docent gestuurd VS leerling gestuurd onderwijs!

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 02/januari/2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.

Inhoudsopgave

  1. Wat is zelfsturing?
  2. Wat is docentgestuurd en leerlinggestuurd?
  3. Welke mate van zelfsturing onderscheid Vermunt?
  4. Wat is zelfsturing in het onderwijs?
  5. Wanneer en hoe stimuleer je zelfsturing?
  6. Hoe observeer je zelfsturing de les?
  7. Wat is zelfsturend leren?

Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in zelfsturing in het onderwijs. Vanuit mijn achtergrond als biologie leraar, onderwijskundige en lerarenopleider schijf ik artikelen en maak ik video’s fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën geordend per thema en een groep onderwijsprofessionals waar je je inhoudelijke vragen aan kunt stellen.

1. Wat is zelfsturing?

Zelfsturing in een onderwijskundige context is het proces waarbij leerlingen of studenten actief, constructief en zelfgestuurd leren, met minimale externe sturing. Dit houdt in dat zij zelf de meeste of alle beslissingen over hun leerproces nemen en verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de bijbehorende sturingsactiviteiten.

Zelfsturing omvat cognitieve aspecten zoals zelfbewustzijn, zelfkennis en zelfvertrouwen, emotionele aspecten zoals zelfcontrole en empathie, motivationele aspecten, zelfregulatie, vastbeslotenheid en het streven naar doelen, en communicatieve aspecten zoals verbondenheid en sociale vaardigheden. Dit proces staat centraal in het vermogen van individuen om betekenis en richting te geven aan hun eigen gevoelens, denken en handelen, wat essentieel is voor alle vormen van leren en persoonlijke ontwikkeling.

Zelfsturing in een context van de school verwijst naar het vermogen van leerlingen om hun eigen leerproces te beheren en te sturen. Dit omvat aspecten zoals het stellen van leerdoelen, het plannen en uitvoeren van taken, het zelf monitoren van de voortgang en het reflecteren op zowel het leerproces als de resultaten. Zelfsturing houdt in dat leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leren, waarbij ze zelfstandig keuzes maken over wat, hoe, wanneer en waar ze leren. Dit bevordert autonomie, en een dieper begrip van het leermateriaal, en bereidt leerlingen voor op levenslang leren en aanpassingsvermogen in een steeds veranderende wereld.

‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/zelfsturing/

2. Wat is docentgestuurd en leerlinggestuurd?

Wanneer een leraar alle leerfuncties in eigen hand houdt, is er sprake van docentgestuurd onderwijs. Docentgestuurde didactiek zie je terug in klassikaal onderwijs waar de leraar de regie voert, veel aan het woord is en leerlingen aanstuurt door middel van vragen stellen en opdrachten geven. Hoe meer van de leerfuncties uit handen gegeven worden hoe meer gesproken wordt van gedeeld of leerlinggestuurd onderwijs. Leerlinggestuurde didactiek zie je terug in onderwijsvormen zoals probleemgestuurd leren of zelfontdekkend leren. 

In 1999 maakte Vankan een model voor begeleidingsstrategieën met daarin de verschillende mate van sturing die een leraar tijdens het begeleiden van leerlingen kan hebben.

3. Welke mate van zelfsturing onderscheid Vermunt?

Het model bestaat uit een schaal waarop zes posities zijn gemarkeerd die een leraar kan innemen met daarboven drie type van zelfsturing.

begeleidingsstrategieën van Vankan-zelfsturing-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl

‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/zelfsturing/

De schaal loopt van 1 tot en met 6 van hoge leraarsturing tot en met hoge leerlingsturing, waarbij de posities 1 en 2 te typeren zijn als vormen van leraarsturing, 3 en 4 vormen zijn van gedeelde sturing, en 5 en 6 vormen van leerlingsturing. Bij iedere volgende positie op de schaal neemt de mate van begeleiding door de leraar af, en neemt de keuze- en beslisruimte van de leerlingen toe.

4. Wat is zelfsturing in het onderwijs?

Het Directe instructie model (ook bekend als het DI-model) wordt vaak gezien als leraargestuurd. Een bezwaar tegen meer leraargestuurd onderwijs is dat de leraar dan alles zou voorkauwen, waardoor leerlingen zich de kennis minder goed eigen zouden maken. Onderzoekend leren is een vorm van leerlinggestuurd onderwijs. Hierbij heeft de leraar een meer begeleidende rol. De kritiek op leerlinggestuurde is dat de leerlingen alles zelf maar zouden moeten uitzoeken. Het fundament van dit gesprek over onderwijs ligt in de opvattingen over leren uit de leertheorieën zoals het behaviorisme, het cognitivisme en het constructivisme. Als je daar meer over wil weten bekijk lees dan het artikel over ‘leertheorieen‘.

De werkelijkheid is dat er altijd, bewust of onbewust, een antwoord gegeven wordt op de vraag welke mate van sturing er plaats vindt in de les. Het directe instructie model geeft, net als probleemgestuurd leren, een antwoord op de vraag welke mate van docent- of leerlingsturing we goed vinden voor het leerproces. 

Binnen het directe instructie model vindt in beginsel sterke docentsturing plaats en laat de leraar de leerlingen geleidelijk meer los. Bij probleemgestuurd leren vindt ook sterke begeleiding door de leraar plaats om het leren mogelijk te maken maar is deze, met name in het begin van de les, minder bepalend. lees voor meer informatie ook het artikel over het ‘DI model‘ en het artikel over ‘probleemoplossen en probleemgestuurd leren‘.

Leraargestuurd en leerlinggestuurd zijn dus niet echt twee tegenpolen maar juist een schaal waarbij de juiste combinatie van bijden effectief leren veroorzaakt. In tegenstelling tot wat veel gedacht wordt zecht de mate van sturing niets over hoe actief een leraar is. Leerlinggestuurd leren werkt namelijk het best als de leraar juist een erg actieve rol vervult. 

5. Wanneer en hoe stimuleer je zelfsturing?

Vermunt presenteerde in 1992 een model om een beslissing te maken over het wel of niet toepassen van zelfsturing. Het model zag er als volgt uit. 

mate van zelfsturing Vermunt-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren.nl

‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/zelfsturing/

Volgens vermunt moet er sprake zijn van afstemming door de docent, op de mate van zelfsturing die een student laat zien.

Wanneer de instructiestrategieën en leerstrategieën op elkaar aansluiten is sprake van congruentie. Wanneer deze aansluiting er niet is ontstaat er frictie. Vermunt introduceert in het verlengde hiervan begrippen constructieve en destructieve frictie.

Met constructieve frictie wordt de situatie aangeduid waarin van studenten een grotere mate van zelfsturing verwacht wordt dan ze uit eigen beweging zouden vertonen. De docent stimuleert en begeleidt de studenten tot een iets hogere mate van zelfsturing.

Er is sprake van destructieve frictie als de sturing van het leerproces zonder meer overgedragen wordt aan de student of als de docent de sturing overneemt en niet anticipeert op de aanwezige zelfsturingcapaciteiten van de student.

De tabel geeft de wisselwerkingen aan tussen drie gradaties van docentsturing en drie gradaties van zelfsturing door de student. Docentsturing wordt als volgt onderverdeeld: ‘strake sturing’ dit staat voor het overnemen door de docent van de leer- en denkactiviteiten van de studenten. ‘Gedeelde sturing’ dit staat voor het activeren door de docent van leer- en denkactiviteiten bij de student en ‘losse sturing’ dit staat voor het kapitaliseren van de docent op de leer- en denkactiviteiten van de studenten.

Het model is te gebruiken te werken aan zelfsturing in de klas. Is er nog sprake van te veel frictie doe dan een stapje terug. Wil je toewerken naar meer zelfsturing dan is het verstandig om te investeren in executieve functies, metacognitieve vaardigheden en zelfregulatie van de leerlingen. Klik op de link om de verdiepende artikelen hierover te lezen.

6. Hoe observeer je zelfsturing de les?

De Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) ontwikkelde een analysemodel waarmee je in de onderwijspraktijk kunt observeren of een leraar leraargestuurd of leerlinggestuurd werkt. Het observatieformulier ziet er zo uit.

Analysemodel: van leraar- naar leerlinggestuurd

Bron:  curriculumontwerp.slo.nl

Als je goed kijkt zie je het eerder behandelde Model begeleidingsstrategieën van Vankan over de mate van sturing rechts boven horizontaal in de kolommen terugkomen. Van docentsturing tot leerlingsturing. Het SLO heeft dat ook namen gegeven. Ze noemen dit zelfstandig werken, zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk leren. 

Op de verticale as is een ander model geplot dat ik even kort toe zal lichten. Je ziet de drie voornaamste leerfuncties van Boekaerts en Simons uit 1995. Deze leerfuncties zijn plannen, uitvoeren en reguleren van de leertaak. De leerfuncties vertegenwoordigen zowel het metacognitieve domein als het cognitieve domein. lees voor meer informatie hierover het artikel over Executieve functies. De leerfuncties in kolom 1 zijn gebruikt om te komen tot de leeractiviteiten in kolom twee. Deze leeractiviteiten dekken het didactisch proces dat zich afspeelt in een les. Achter de leeractiviteiten in kolom drie staan negen vragen die gaan over de rolverdeling tussen leraar en leerlingen in de onderwijspraktijk. 

De antwoorden zijn aan te kruisen in de niveaus erachter. 

  1. de leraar (of de methode) bepaalt; 
  2. leraar (methode) en leerlingen bepalen samen; 
  3. de leerlingen bepalen. 

Waneer je deze na je les of tijdens een observatie aankruits geeft dit direct een goed beeld van de sturing van de les. In de eerste colom spreken we van leraarsturing, in de tweede van gedeelde sturing, en in de derde van leerlingsturing. Kortom een bruikbaar en eenvoudig instrumet. Een kind kan de was doen. 

Het SLO doet in het observatieformulier nog twee dingen die ik alleen even benoem. De rol van de leraar noemen ze in de drie fases verschillend namelijk instructeur, coach of adviseur. De manier van werken wordt in de drie fases zelfstandig werken, zelfstandig leren en zelfverantwoordelijk leren genoemd.

7. Wat is zelfsturend leren?

Zelfsturend leren is word ook gezien als onderwijsconcept waarbij leerlingen of studenten de verantwoordelijkheid krijgen om hun eigen leerproces te beheren. Dit betekent dat zij zelf beslissingen nemen over wat, hoe en wanneer ze leren, vaak binnen bepaalde door de docent of het curriculum gestelde grenzen. Het doel is om leerlingen autonomer, verantwoordelijker en meer betrokken te maken bij hun eigen leren.

Belangrijke aspecten van zelfsturend leren zijn:

  1. Doelstellingen bepalen: Leerlingen stellen hun eigen leerdoelen vast, wat kan helpen om hun motivatie te verhogen.
  2. Hulpbronnen en strategieën kiezen: Leerlingen kiezen welke bronnen (zoals boeken, online bronnen, experimenten) en leerstrategieën (zoals samenvatten, discussiëren, praktische toepassingen) ze gebruiken.
  3. Tijdmanagement: Leerlingen beheren hun eigen tijd en bepalen hoeveel tijd ze aan verschillende leeractiviteiten besteden.
  4. Zelfevaluatie en reflectie: Leerlingen beoordelen hun eigen voortgang en reflecteren op wat ze hebben geleerd en hoe ze hebben geleerd, wat helpt bij het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden.

Een belangrijke rol van de onderwijskundige of docent in zelfsturend leren is het bieden van begeleiding en ondersteuning. Dit kan inhouden het aanbieden van middelen, het geven van feedback, het helpen bij het stellen van realistische doelen, en het aanmoedigen van reflectie.

Een uitdaging bij zelfsturend leren is dat niet alle leerlingen van nature over de nodige zelfregulerende vaardigheden beschikken. Daarom is het belangrijk om deze vaardigheden ook te onderwijzen en te ontwikkelen als onderdeel van het leerproces.

Zelfsturend leren is een kerncomponent in onderwijsmethoden zoals probleemgestuurd leren, ontwerpend leren en onderzoekend leren. Bij probleemgestuurd leren lossen leerlingen actief problemen op, wat zelfsturing vereist voor onderzoek en samenwerking. Ontwerpend leren draait om het creëren van concrete oplossingen of producten, waarbij leerlingen zelf beslissingen nemen over hun ontwerpproces. Onderzoekend leren betrekt leerlingen bij het zelfstandig uitvoeren van onderzoek, waarbij ze verantwoordelijk zijn voor het formuleren van vragen, het verzamelen en analyseren van data. In al deze methoden wordt van leerlingen verwacht dat ze initiatiefrijk, zelfstandig en reflectief zijn, terwijl de leraar een begeleidende rol speelt.

Voor een uitgebreider inzicht in deze onderwijsmethoden, zie het artikel ‘probleemgestuurd leren, ontwerpend leren en onderzoekend leren‘.

Een leven lang lesgeven doen docenten samen

Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts.

‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!