Het GRR-model voor instructie: “De Hulk onder de instructiemodellen! Een structuur voor instructie die werkt!”
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 14 september 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat is de oorsprong van het GRR-model?
- Hoe werkt het GRR-model in de klas?
- Wie bedacht de uitdrukking “I do, we do, you do”?
- Hoe ziet effectief leren volgens het GRR-model er uit?
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in het Gradual Release of Responsibility model (GRR-model) of instruction van Frey en Fisherer.
Na het lezen van dit artikel ken je de oorsprong en de componenten van het model. Ook weet je hoe je het model kunt inzetten in je eigen onderwijspraktijk.
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/grr-model/‘
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
1. Wat is de oorsprong van het GRR-model?
Het gradual release of responsibility model ook wel het GRR-model van instructie (of GRRIM) genoemd is in 2001 ontworpen door Van Nancy Frey en Douglas Fisher.
Het GRR-model is een instructiemodel en vindt zijn oorsprong dan ook in het Directe instructie model. Frey en Fisher voegde daar een aantal bewezen effectieve theorieën aan toe! Namelijk:
Structuren en schema’s van Jean Piaget (1952)
“Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/assimilatie-accomodatie-van-jean-piaget/“
Zones van naaste ontwikkeling van Lev Vygotsky’s (1962, 1978)
Attention, retention, reproduction, and motivation van Albert Bandura’s (1965).
Scaffolding in instructie van Jerome Bruner (1976).
“Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/scaffolding-van-lev-vygotsky/“
Bovenstaande theorieen vormen, samen met het originele directe instrucitemodel de basis van het GRR-model. Over deze theorieën heb ik ook artikelen geschreven. Mocht je daar meer over de werking van een specifieke theorie willen weten klik dan op de link of ga naar de kennisbank van een meester in leren. Nu je de oorsprong kent kun je de werking van het model in de volg beter plaatsen. In de volgende alinea licht ik de vier componenten van het GRR- model verder toe.
2. Hoe werkt het GRR-model in de klas?
Het GRR-model kent vier componenten: Focused instruction (gerichte instructie), guided instruction (begeleide instructie), collaborative learning (samenwerkend leren) en independent learning (zelfstandig leren).
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, schrijft het GRRmodel niet voor dat met gerichte instructie te begonnen moet worden om daarna alle componenten één voor één door te werken. Een les volgens het model kan dus ook beginnen met zelfstandig leren. De leerlingen komen binnen, kijken in hun agenda en gaan aan de slag met een leertaak. Een les volgens het GRR-model De les kan ook beginnen met samenwerkend leren of een instructie. Belangrijk om te onthouden is dat onderwijs overal in het model kan beginnen.
Douglas Fisher zegt daarbij wel dat alle vier deze componenten in elke les of elke dag aanwezig moeten zijn om effectief leren plaats te laten vinden. Je kan de componenten dus niet volledig overslaan want de componenten samen creëren effectief leren. In dit artikel houd ik wel een volgorde aan van boven naar beneden in het model. Dit doe ik omdat de uitleg anders lastiger wordt om te volgen. Maar houd tijdens mijn verhaal in gedachten dat je de componenten dus in elke volgorde kunt doen die in jouw les logisch is. Ik zal de componenten van het model één voor één doorlopen!
Gerichte instructie (Focused instruction)
Als eerste component, Focused instruction of gerichte instructie. Hier stelt de leraar het doel van de les vast en modelleert de leraar zijn of haar denkproces. In de gerichte instructie zijn dus twee aspecten van belang. Het eerste aspect is het stellen van een relevant leerdoel de tweede is dat de leraar modelleert. Ik ga op beiden wat dieper in.
- het stellen van een relevant leerdoel. Ik noem het een relevant leerdoel omdat het in de context van het model en de onderliggende theorie te kort schiet om het simpelweg een leerdoel te noemen. De Leerdoelen hoeven in de basis namelijk niet relevant of interessant te zijn. We hebben allemaal weleens saaie leerdoelen gezien of erger nog gekregen. Deze doelen voldoen verder perfect aan de definitie van een leerdoel en toch nodigen ze niet uit tot deelname of leren. Bedenk maar eens zo’n saai leerdoel en bedenk daarbij wat voor effect dit had op jouw motivatie en het leren. Daarom is het van belang relevante leerdoelen op te stellen.
- Nu het modelleren. De leraar geeft de leerlingen voorbeelden van succesvolle denkprocessen en het taalgebruik. Het geeft de leerling een kijkje in het brein van iemand die de taak al beheerst. Hoe je leest, hoe je een probleem oplost, hoe je naar een proces kijkt. Dit valt allemaal allemaal onder modelleren. Modelleren bevat in ieder geval twee onderdelen:
- het eerste onderdeel modeleren moetten een ‘ik’-statements zijn, geen ‘wij’-statement en ook geen ‘jij’-statements. Een voorbeeld: Toen ik deze pagina las dacht ik aan X.Y.Z. of toen ik dit probleem kreeg zag ik de volgende stappen om het op te lossen A.B.C.
- Modelleren gaat over de metacognitie, ofwel het nadenken over ons eigen denken. Daar komt het tweede onderdeel vandaan. Modelleren moet je op zijn minst een ‘omdat’, ‘waarom’ of ‘hoe’ component hebben. Ik kan de volgende voorspellingen doen, omdat de auteur mij X heeft verteld.
Bijvoorbeeld: Wanneer een natuurkundedocent zegt: ik voorspellen dat objecten van de tafel vallen omdat de wet van de zwaartekracht zegt dat twee objecten met een massa elkaar aantrekken met een kracht. Of wanneer een nederlands docent zegt: ik weet wat de het onderwerp van deze tekst is door te kijken naar naar de titel, de eerste alinea en de tussenkoppen. Ik ben zelf geen ster in Nederlands dus ik hoop dat het voorbeeld helemaal klopt. Zo niet mijn excuus. Maar.. Mijn punt over modeleren is duidelijk. Voor meer informatie over het stellen van doelen, metacognitie en modelleren verwijs ik je naar de artikelen over deze onderwerpen.
Bij exacte vakken of meer op onderzoek gericht onderwijs willen docenten vaak niet direct de oplossing geven. Dit is geen probleem, het modelleren kan dan later. Zoals net gezegd is er geen voorgeschreven volgorde in het GRR-model. Maar bedenk wel dat de leerlingen ergens in de les de gedachten van een expert (in dit geval hun leraar) moeten horen. De leerlingen hebben dit expert-denken nodig. Dit is een belangrijk onderdeel van gerichte instructie.
Gerichte instructie bestaat dus uit het stellen van een relevant leerdoel en modelleren door de leraar.
Begeleide instructie (Guided instruction)
Ten tweede de component, guided instruction of Begeleide instructie. Dit gaat om het het strategisch gebruik van vragen, cue’s en prompts door de leraar voor het oplossen van hiaten, fouten en misvattingen van leerlingen. Geef tijdens de begeleide instructie daarom een cue of een prompt als je een hiaat, fout of misvatting bij de leerling ziet.
- Een cue (of signaal) is een aanwijzing of hint en leidt de leerling niet naar een direct antwoord. Bijvoorbeeld, een leraar kan een cue geven door te zeggen: “Herinner je je de strategie die we besproken hebben voor het oplossen van dit type probleem?”
- Een prompt (of aanwijzing) is een specifieke instructie of suggestie en brengt leerling stap voor stap dichter bij bij een antwoord. Bijvoorbeeld, als een leerling vastloopt bij het oplossen van een probleem, kan een leraar een prompt geven door te vragen: “Wat is de eerste stap die je moet nemen om dit probleem op te lossen?”
Het gebruik van vragen, cue’s, prompts tijdens begeleide instructie is voor leraren soms lastig. Gerichte instructie, het geven van voorbeelden en het duidelijk maken van het lesdoel wordt vaak als makkelijker ervaren door leraren. Leraren kunnen leerlingen vaak goed zelfstandig laten werken maar, wanneer ze merken dat een leerling het moeilijk heeft, gaan ze naar de leerling en geven ze informatie in de vorm van een korte uitleg. Het cognitieve werk (ofwel het leren) wordt in dit geval overgenomen door de leraar. Sommige leerlingen vinden dit wel handig en stellen daarom veel vragen. Leraren moeten in deze fase, het leren ofwel het cognitieve werk, niet over te nemen. Bevraag de leerlingen in plaats daarvan, om vervolgens een cue of een prompt te geven. Dit proces voelt langzamer, maar daarvoor krijg je terug dat de leerlingen die het cognitieve werk doen!
Nog kort twee manieren om begeleide instructie te combineren met de volgende component samenwerkend leren. Als de leerlingen in een groep samenwerkend aan het leren zijn, kun je als leraar in de groep stappen en overschakelen van samenwerkend leren naar begeleide instructie. Een andere vorm die hierdoor mogelijk wordt is om leerlingen bij je te roepen voor een kleine begeleide instructie. Je kunt zo tijdens het samenwerkend leren terug gaan naar begeleide instructie voor leerlingen die hier behoefte aan hebben. Dit kan individueel doen, in de kleine groepen door langs te gaan bij de groepen of door kinderen uit hun groepen halen en wat begeleide instructie geven.
Op deze manier werk je aan het verhelpen van hiaaten, fouten en misvattingen die leerlingen hebben en ben je niet alleen bezig om ze iets te vertellen, maar om hen te ondersteunen bij de cognitieve leertaak door cue’s en prompts te geven.
Samenwerkend leren (Collaborative learning)
Ten derde component, de collaborative learning of samenwerkend leren. De leerlingen werken samen in groepen aan een leertaak die gerelateerd is aan het lesdoel. De nadruk ligt op de interactie, het gebruik van taal, tussen leerlingen. Samenwerkend leren betekent dat je leerlingen onderling laten samenwerken waarbij zij school en vaktaal gebruiken. Hierbij is individuele aansprakelijkheid voorwaardelijk. De schooltaal, ook wel Cognitief Academische Taalvaardigheid genoemd, is de taal die in een schoolse context en vakspecifieke context wordt gebruikt. Deze taal is complexer dan de Dagelijks Algemene Taalvaardigheid. Daarnaast is er op school sprake van taal die nodig is voor een specifiek vak of beroep.
Leerlingen leren niet door alleen maar te luisteren. Ze leren door te produceren het leren door te doen. Het is de taak van de leraar om ervoor te zorgen dat leerlingen een groot deel van de tijd produceren. Bij de talen is dit mooi ingedaald onder de noemer doeltaal voertaal. Als je Engels geef, moeten de leerlingen engels gebruiken. Als je Spaanse les geeft, moeten de leerlingen Spaans gebruiken. Dit geldt ook voor abstracte vakken. Geef je biologie dan moeten de leerlingen dus biologieën. De leraar moet ervoor zorgen dat leerlingen de vaktaal ontwikkelen. Dat is het punt van samenwerkend leren. De ontwikkeling van de academische taal. Spreken de leerlingen de taal van wetenschap, wiskunde, geschiedenis of kunst? Zo niet, dan moeten ze daarop worden voorbereid. Bekijk voor meer informatie ook de artikelen over samenwerkend leren en over activerende didactiek die samenwerkend leren vertalen naar de lespraktijk.
Het belang van samenwerkend leren geldt ook voor leraren zelf. Je kunt een hoop kennis opdoen over het vak maar uiteindelijk gaat gaat het om het proberen en doen. Omdat dit vaak niet direct dit volledig zelfstandig lukt is het fijn om dit in samenwerking met peers te doen.
Dit is de reden overigens waarom we een community voor leraren gemaakt hebben om samenwerkend te leren. Onder aan dit artikel vindt je een link naar de community zodat je kunt kijken of het wat voor je is. Op deze manier bereiken we in onze onderwijspraktijk naast hoge niveaus van kennis ook hoge niveaus van implementatie.
Onderzoek naar samenwerkend leren in scholen
In een onderzoek naar samenwerkend leren in scholen werd aan leraren waarom dit niet breed werd gebruikt in de lessen. De meest voorkomende reden is dat de leraren bijna altijd aangeven dat hun directeur een rustig klaslokaal verwacht. Een heel stil en ordelijk klaslokaal laat echter zien dat er niet genoeg gepraat wordt over de stof. De tweede reden die naar voren kwam in het onderzoek had te maken met hun eigen ervaringen op de middelbare school. Bijna alle leraren in de focusgroepen en interviews spraken over hun eigen ervaringen in het samenwerken in groepen toen ze zelf nog op school zaten. Ze deden al het werk voor de groep hele groep en waren hier na al die jaren nog steeds ontevreden over. Dit komt omdat scholen gevuld zijn met leraren die het relatief goed doen op school. Je hebt immers een middelbare school en studie tot leraar afgerond. De kans dat je ooit een dergelijke situatie hebt mee gemaakt in een samenwerkingsopdracht is daarom 100%. Dertig jaar later ben je daar nog boos over en zul je kosten wat kost voorkomen dat je jouw leerlingen hetzelfde aandoet. Een top streven maar als dit ervoor zorgt dat er minder samenwerkend leren plaatsvindt is dat wel zonde. Daarom is het belangrijk dat we bij samenwerkend leren individuele aansprakelijkheid inbouwen, want als we dat niet doen, lopen we het risico dat één leerling al het werk doet en een andere leerling niets. En dan wordt er ook niet samenwerkend geleerd. Bekijk het artikel over individuele aansprakelijkheid voor uitleg over hoe hoe je dit vormgeeft.
Zelfstandig leren (Independent learning)
De laatste component is independent learning of zelfstandig leren. Leerlingen passen wat ze hebben toe in of buiten de klas. Deze individuele leertaak kan je ook meteen gebruiken als formatieve toets. Deze formatieve toets geeft de leerling input en feedback op het resultaat van het leren. Ook geeft het jou als docent input voor mogelijke herhalingsbehoefte bij de leerlingen. Zelfstandige leertaken moeten niet te snel in het leerproces komen want leerlingen hebben oefening en uitleg nodig voordat ze kennis en vaardigheden zelfstandig kunnen toepassen.
Over het algemeen zijn we in het onderwijs vrij goed in zelfstandig leren in de klas. Denk aan een quiz, opdrachten, logboek schrijven, en andere complexe leertaken. Zelfstandig leren buiten de klas is vaak wat lastiger. We komen vaak niet verder dan het geven van huiswerk en dit wordt vaak te vroeg in het leerproces gegeven. Als je leerlingen net geleerd hebben hoe ze een hoek moeten berekenen, dan is diezelfde avond niet het beste moment om zelfstandig met problemen over hoeken aan de slag te gaan. We geven kinderen huiswerk en noemen het directe toepassing maar wat we eigenlijk zeggen: “ik heb je net dit geleerd, neem het nu mee naar huis en doe het”.
3. Wie bedacht de uitdrukking “I do, we do, you do”?
Soms wordt het GRR-model daarom ook weleens het Ik, wij, jij model (of in het engels I do, we do, you do) genoemd. Dit komt omdat het GRR-model is opgebouwd van veel docent verantwoordelijkheid naar veel leerlingverantwoordelijkheid.do
In deze horizontale weergave van het model kun je goed kunt zien dat de componenten geleidelijk overgaan van leraargestuurd, naar gedeelde sturing en vervolgens naar leerlinggestuurd onderwijs. Lees voor meer informatie over de mate van sturing ook het artikel de vide over ‘Mate van zelfsturing van Vanken‘.
Je kunt deze verschuiving in sturing ook herkennen in de teksten rechts in de afbeelding: Ik doe het, wij doen het, jij doet het samen en jij doet het alleen. “ik doe, wij doen, jij doet” is in tegenstelling tot wat soms gedacht wordt geen leertheorie maar een antwoord op de mate van docent en leerlinsturing.
4. Hoe ziet effectief leren volgens het GRR-model er uit?
Volgens de visie van het GRR-model zouden scholen er zo uit moeten zien! Er is altijd een relevant leerdoel en leraren modelleren elke dag. Leerlingen hebben tijd om samen te werken en gebruiken school en vaktaal in het gesprek met hun klasgenoten. Hierbij is een hoge mate van individuele aansprakelijkheid aanwezig. De leraren letten op fouten en misvattingen. Zij vertellen de leerlingen de benodigde informatie niet in een herhaling van de instructie maar in plaats daarvan stelt de leraar vragen, geeft Cue’s en geeft Prompt’s. De leerlingen kunnen op basis van deze ondersteuning de taak zelfstandig uitvoeren en doen dit zowel in de context van de klas als daarbuiten. Als ik het zo op een rijtje hoor klinkt het behapbaar en uitvoerbaar.
Speciaal voor het implementeren van het GRR-model in de onderwijspraktijk heb ik een lesvoorbereidingsformulier ontworpen. Je kunt het formulier downloaden via de community voor leraren
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘