Seksuele ontwikkeling bij adolescenten
Hoe je meer leerresultaten kunt creëren in jouw onderwijspraktijk, met kennis over leren.
Wij helpen leraren in het PO, VO en MBO een ‘fulltime ontspannen’ werkweek te bereiken, met hoge leerresultaten, gemotiveerde leerlingen en ontspannen leraren.
Samenvatting
Deze video gaat over de over seksuele ontwikkelingen bij adolescenten. Deze ontwikkeling wordt aangedreven door een biologische variabele en een culturele variabele. De biologische variabele is geslacht en de culturele variabele is geslacht. Seksuele ontwikkeling heeft een grote invloed op de identiteit van een adolescent. Daarom moet je als docent de theorie kennen en deze kennis in je dagelijkse praktijk gebruiken om je studenten beter te begeleiden.
Wat er aan bod komt in de video
Deze video gaat over de seksuele ontwikkeling in de adolescentie. De biologische variabelen, de maatschappelijke variabelen en een korte geschiedenis. Aan het einde van deze video heb je inzicht in de manier waarop de samenleving vroeger seksualiteit door de geschiedenis heen zag, wat de puberteit voor zowel jongens als meisjes inhoudt, hoe hormonen het lichaam tijdens de puberteit beïnvloeden en hoe seksuele ontwikkeling de identiteit van een individu kan beïnvloeden.
Koppeling met de generieke kennisbasis (GKB)
Domein B – Pedagogisch handelen van de docent
Subdomein B5 – Ontwikkelingstheorieën
Kernconcepten – B5.1 Morele ontwikkeling, B5.2 Sociale ontwikkeling, B5.3 Identiteitsontwikkeling en B5.4 Seksuele ontwikkeling
Transcript van de video
Zie volledige transcript
Deze video gaat over de seksuele ontwikkeling in de adolescentie. De biologische variabelen, de maatschappelijke variabelen en een korte geschiedenis.
Er zijn meerdere video’s in deze serie over persoonlijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld de video over de ontwikkelingstheorie van Kohlberg, de video’s over de cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget, de video over de ecologische systeemtheorie van Bronfenbrenner en de video’s over de persoonlijke ontwikkelingstheorie van Erikson.
Aan het einde van deze video heb je inzicht in de manier waarop de samenleving vroeger seksualiteit door de geschiedenis heen zag, wat de puberteit voor zowel jongens als meisjes inhoudt, hoe hormonen het lichaam tijdens de puberteit beïnvloeden en hoe seksuele ontwikkeling de identiteit van een individu kan beïnvloeden.
Voor iedere puber is seksuele ontwikkeling een groot en spannend proces. Het lichaam verandert, gevoelens voor anderen veranderen, en als een les hebben veel vragen zoals “wie ben ik”, “wat ben ik” en “hoe komt het dat ik ben zoals ik ben”. seksuele ontwikkelingen hangt samen met de ontwikkeling van de identiteit. Door veranderingen in het lichaam en veranderingen in gevoelens is de puber erg op zoek naar wie hij is. Dit heeft gevolgen voor de vier aspecten van identiteit namelijk: een gevoel van continuïteit, een gevoel van herkenning, het gevoel van innerlijke vrijheid en onafhankelijkheid, en het gevoel van een zinvolle toekomst. Zoals besproken in deel twee van de theorie van Erik Erikson.
De opvattingen over seksualiteit zijn in de loop van de afgelopen eeuwen drastisch veranderd. naaktheid was helemaal geen taboe, maar in de 16e eeuw veranderde dat. In de 18e en 19e eeuw werden naaktheid en seksualiteit omgeven door een taboesfeer. Onderwijs over seksualiteit bestond voornamelijk uit het onderwijzen dat masturbatie verboden, onzedelijk en gevaarlijk was. Vanaf de 20e eeuw was dat een voortdurend doorbreken van het taboe rondom seksualiteit, mede dankzij kunstenaars die voorop liepen. Vooral in de jaren 60 werden veel taboes doorbroken.
Uit een onderzoek onder 1300 jongvolwassenen blijkt dat de adolescentie tegenwoordig meer bezig is met romantiek en relaties dan met seks. Acties tussen 13 en 18 jaar romantisch en lang niet zo losbandig als vaak wordt aangenomen. Voor de meeste jongvolwassenen wordt seks binnen een relatie gehad. Op de website van de rutgersstichting vind je de meest recente cijfers over seksuele ontwikkeling. Seksuele ontwikkeling kan worden onderverdeeld in twee variabelen, namelijk: de biologische variabele met de naam geslacht en de culturele variabele met de naam geslacht.
Ten eerste de biologische variabelen. tijdens de puberteit begint het lichaam behoorlijk ingrijpend te veranderen. puberteit is een van de elementen van de adolescentiefase. Gemiddeld beginnen meisjes met de puberteit als ze ongeveer 10,7 jaar oud zijn, terwijl jongens gemiddeld rond de 11,5 jaar oud zijn. De biologische veranderingen en verschillen tussen adolescenten, vooral tussen jongens en meisjes, worden beïnvloed door de hypofyse. Tot de adolescentie produceert deze klier ongeveer gelijke hoeveelheden van de geslachtshormonen bij zowel jongens als meisjes, met name testosteron en oestrogeen. Als de puberteit begint, verandert dit. Bij jongens uit de biologische variabele zich in acne, lichaamsbeharing, een diepere stem, toegenomen spierweefsel, haar onder de oksels, schaamhaar en groei van de penis, prostaat en zaadblaasjes. Bij meisjes komt de biologische variabele tot uiting in acne, okselhaar, schaamhaar, borstgroei, bredere heupen, grotere baarmoeder en het begin van de menstruatiecyclus. Je kunt je voorstellen dat deze lichamelijke veranderingen onzekerheid kunnen veroorzaken bij adolescenten, waardoor ze op zoek gaan naar hun identiteit.
Naast de biologische variabelen heb je de culturele variabele die gender heet. Gender verwijst naar de culturele opvattingen rond de verschillen tussen de seksen. Gender is een hulpmiddel om dingen in de samenleving te classificeren die te zien zijn in sociale instellingen en theorieën. Een voorbeeld hiervan is het bord dat we gebruikten om onderscheid te maken tussen de toiletten voor mannen en vrouwen. roze is voor de meisjes, blauw voor de jongens. het leger is typisch iets voor mannen om in te stappen, terwijl vrouwen vaker in het onderwijs werken. Adolescenten zijn op zoek naar hun genderidentiteit, genderidentiteit is de mening van een individu over zichzelf als man, vrouw of geen van beide. Ontwikkelingen rond genderidentiteit maken uiteraard deel uit van de identiteitsontwikkeling, aangezien het mannelijk of vrouwelijk voelen deel uitmaakt van iemands identiteit. Het besef van iemands genderidentiteit is al ontwikkeld bij tweejarigen. De manier waarop de samenleving is gestructureerd en de dynamiek van interpersoonlijke relaties beïnvloeden de genderidentiteit bij adolescenten.
Als docent is het belangrijk om tijd te besteden aan het bespreken van onderwerpen als relaties en seksualiteit. Een mentor kan helpen om problemen waar jongvolwassenen mee te maken hebben aan het licht te brengen om deze te verhelderen. Voorbeelden van onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: veilig vrijen (praten over voorzorgsmaatregelen, soa’s en
aids) en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het moet voor jou als docent duidelijk zijn wat wordt bedoeld met seksueel grensoverschrijdend gedrag en je moet bespreken waar de grens ligt tussen acceptabel en onacceptabel gedrag. Het is handig om in gedachten te houden dat er verschillen kunnen zijn in waar die grens ligt tussen etnische groepen in de klas.
in deze video sprak ik over seksuele ontwikkelingen bij adolescenten. Deze ontwikkeling wordt aangedreven door een biologische variabele en een culturele variabele. De biologische variabele is geslacht en de culturele variabele is geslacht. Seksuele ontwikkeling heeft een grote invloed op de identiteit van een adolescent. Daarom moet je als docent de theorie kennen en deze kennis in je dagelijkse praktijk gebruiken om je studenten beter te begeleiden.
Geef een reactie