Zelfdeterminatietheorie: Het Belang van Autonomie volgens Deci en Ryan

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 17-nov-2023
Redacteur: Gezocht
“Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.”

Inhoudsopgave

  1. Hoe werkt de zelfdeterminatietheorie?
  2. Wat zijn de drie basisbehoeften van de mens volgens ZDT?
  3. Wat is de betekenis van autonomie?
  4. Wat betekent competentie?
  5. Wat betekent relatie?
  6. Waarom zelfdeterminatietheorie gebruiken?

“Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/zelfdeterminatietheorie-in-het-onderwijs-het-belang-van-autonomie-volgens-deci-en-ryan/

1. Hoe werkt de zelfdeterminatietheorie?

De zelfdeterminatietheorie (ZDT) in het engels de self determination theory (SDT) genoemd, is ontwikkeld door Edward L. Deci en Richard M. Ryan. De zelfdeterminatietheorie is een baanbrekend psychologisch kader dat de drijfveren achter menselijk gedrag verklaart. ook het het Nivos schrijft over Ryan en Deci en hun motivatietheorie en ook Wikipedia bestedeed een pagina aan deze motivatietheorie. Centraal in deze theorie staan drie psychologische basisbehoeften die cruciaal zijn voor onze motivatie en welzijn: autonomie, competentie, en relatie.

Deze drie basisbehoeften zijn de hoekstenen van de ZDT en spelen een fundamentele rol in het vormen van onze motivatie. Deci en Ryan stellen dat wanneer deze behoeften worden vervuld, individuen geneigd zijn om intrinsiek gemotiveerd te zijn, wat leidt tot een hogere betrokkenheid en tevredenheid.

Voor een dieper inzicht in de soorten motivatie, waaronder A-motivatie (gebrek aan motivatie), intrinsieke motivatie (motivatie van binnenuit) en extrinsieke motivatie (motivatie door externe factoren), verwijs ik u naar het uitgebreide artikel over de drie vormen van motivatie. Dit artikel biedt een gedetailleerd overzicht van hoe deze verschillende vormen van motivatie interacteren met de basisprincipes van de zelfdeterminatietheorie. In het onderwijscontext speelt ZDT een cruciale rol in het begrijpen en bevorderen van deze motivatietypes, waarbij de nadruk ligt op het stimuleren van de intrinsieke motivatie van leerlingen.

2. Wat zijn de drie basisbehoeften van de mens volgens ZDT?

  1. Relatie: De behoefte om ergens bij te horen en connecties te hebben met anderen. In de klas betekent dit het creëren van een ondersteunende en inclusieve omgeving waarin leerlingen zich verbonden voelen met zowel de leraar als hun medeleerlingen.
  2. Competentie: Het vertrouwen in eigen kunnen en effectiviteit in het bereiken van doelen. Dit wordt in de klas bevorderd door duidelijke doelstellingen, constructieve feedback en het afstemmen van uitdagingen op het niveau van de leerling.
  3. Autonomie: Het gevoel van controle over eigen keuzes en acties. Autonomie in het onderwijs houdt in dat leerlingen keuzevrijheid krijgen in hoe zij leren en op welke manier zij hun kennis en vaardigheden tonen.

In dit artikel worden alle drie deze begrippen verder toegelicht.

Zelfdeterminatietheorie-autonomie-Relatie-Competentie-Ryan en Deci-Motivatietheorie-Modellen-Eenmeesterinleren.nl

“Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/zelfdeterminatietheorie-in-het-onderwijs-het-belang-van-autonomie-volgens-deci-en-ryan/

3. Wat is de betekenis van autonomie?

Autonomie is het gevoel van zelfbeschikking en controle over eigen handelen. In de lespraktijk kan dit bijvoorbeeld inhouden dat leerlingen keuzes kunnen maken in de manier waarop ze een opdracht aanpakken of in hoe ze hun leerproces inrichten. Zoals beschreven in Bron A, als een leerling de opdracht krijgt om iets te leren over het spijsverteringsstelsel, kunnen ze kiezen tussen verschillende vormen van presentatie: een poster, een presentatie, een dramastuk, of een traditionele toets. Deze keuzevrijheid verhoogt de betrokkenheid en motivatie. Het belang van autonomie ligt in het feit dat het individuen in staat stelt om hun eigen potentieel te realiseren en daarmee eigenhandig de persoonlijke en professionele groei te bevorderen.

Wat is persoonlijke autonomie?

Persoonlijke autonomie verwijst naar het zelfsturende vermogen van een individu, waarbij men eigen keuzes maakt en verantwoordelijkheid neemt voor die keuzes. Het is de vrijheid om zelf beslissingen te nemen die overeenkomen met eigen waarden en overtuigingen. Bekijk voor meer informatie hierover ook het artikel over zelfregulerend vermogen. Een goed voorbeeld van autonomie in het onderwijs is wanneer een leerling de vrijheid krijgt om een projectthema te kiezen dat hem interesseert, en zelf beslist hoe hij dit project wil uitvoeren.

Hoe herken je autonomie?

Autonomie is te herkennen aan een individu’s vermogen om zelfstandig beslissingen te nemen en initiatief te nemen in situaties zonder afhankelijk te zijn van externe sturing of goedkeuring.

Hoe krijg je autonomie?

Autonomie wordt verkregen door zelfreflectie, het ontwikkelen van zelfkennis, en door het nemen van verantwoordelijkheid voor eigen beslissingen en acties. Het wordt ook bevorderd in een omgeving die keuzevrijheid en zelfexpressie ondersteunt.

Waar bestaat autonomie uit?

Autonomie bestaat uit drie hoofdelementen: zelfinitiatief, onafhankelijkheid in besluitvorming, en de vrijheid om persoonlijke voorkeuren en interesses te volgen.

Zelfinitiatief

Zelfinitiatief is een cruciaal aspect van autonomie. Het verwijst naar het vermogen van een individu om zelfstandig actie te ondernemen en initiatieven te starten zonder externe aanmoediging of druk. In de onderwijscontext betekent dit dat leerlingen zelf de leiding nemen over hun leerproces, van het kiezen van projectonderwerpen tot het zelfstandig zoeken naar bronnen en het stellen van hun eigen leerdoelen. Dit stimuleert niet alleen zelfstandig denken, maar bevordert ook een dieper begrip en eigenaarschap van hun leerproces.

Onafhankelijkheid in besluitvorming

Onafhankelijkheid in besluitvorming omvat het vermogen van individuen om keuzes te maken die gebaseerd zijn op hun eigen oordeel en voorkeuren, in plaats van zich te laten leiden door de meningen of verwachtingen van anderen. In de klas vertaalt dit zich naar het aanmoedigen van leerlingen om zelf te kiezen hoe ze een opdracht willen benaderen, welke methoden ze willen gebruiken, of zelfs hoe ze hun tijd willen indelen voor zelfstudie. Deze vorm van onafhankelijkheid bevordert kritisch denken en zelfvertrouwen.

Vrijheid om persoonlijke voorkeuren en interesses te volgen

De vrijheid om persoonlijke voorkeuren en interesses te volgen is het derde kernaspect van autonomie. Dit betekent dat individuen de ruimte en mogelijkheid krijgen om activiteiten te kiezen of paden te volgen die resoneren met hun persoonlijke interesses en passies. In het onderwijs kan dit zich uiten in het aanbieden van een breed scala aan keuzevakken, projecten of activiteiten die aansluiten bij de uiteenlopende interesses van leerlingen. Door leerlingen de kans te geven om te leren over onderwerpen die ze echt boeiend vinden, wordt hun intrinsieke motivatie en betrokkenheid bij het leren aanzienlijk verhoogd.

In samenhang bieden deze drie elementen van autonomie een krachtig raamwerk voor het bevorderen van zelfgestuurd leren en persoonlijke ontwikkeling. Door autonomie in het onderwijs te stimuleren, helpen we leerlingen niet alleen academisch te groeien, maar ook te evolueren naar zelfverzekerde, onafhankelijke en kritisch denkende individuen.

Waarom is autonomie zo belangrijk?

Autonomie is cruciaal omdat het leidt tot grotere persoonlijke voldoening, betere prestaties, en een hogere mate van betrokkenheid en welzijn. Het stelt individuen in staat om authentiek en zelfgestuurd te leren en te leven. Bekijk voor meer informatie hierover ook het artikel over zelfregulerend vermogen.

Wat is het verschil tussen autonomie en zelfstandigheid?

Terwijl autonomie draait om de vrijheid om eigen keuzes te maken, richt zelfstandigheid zich meer op het vermogen om taken en uitdagingen op eigen kracht uit te voeren. Autonomie gaat over ‘waarom’ en ‘wat’, terwijl zelfstandigheid gaat over ‘hoe’.

Wat is het tegenovergestelde van autonomie?

Het tegenovergestelde van autonomie is afhankelijkheid of dwang, waarbij keuzes en acties worden bepaald door externe krachten of beperkingen. Denk aan een leraar die zijn leerlingen hele voorschrijvende opdrachten geeft. Dit heeft veel weg van dwang, ook al is het in veel gevallen niet gemeen of dwingend bedoeld, maar komt het voort uit goede bedoelingen van de docent of kan de docent niet anders door de organisatorische beperkingen die hij of zij heeft..

4. Wat betekent competentie

Competentie gaat over het gevoel bekwaam te zijn en effectief doelen te kunnen bereiken. In de klas kan dit gerealiseerd worden door structurele ondersteuning, zoals het stellen van haalbare doelen, heldere verwachtingen, en regelmatige feedback. Dit helpt leerlingen om vertrouwen te ontwikkelen in hun eigen vaardigheden en draagt bij aan een verhoogd gevoel van competentie.

5. Wat betekent relatie?

Relatie verwijst naar het gevoel van verbondenheid en erkenning binnen een groep. In het onderwijs speelt dit een rol in de interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerling en leraar. Een sterke relatie bevordert een gevoel van veiligheid en acceptatie, wat essentieel is voor effectief leren. Als leraar is het dus verstandig om te investeren in de relatie met je leerlingen en de fases van de groepsvorming in de klas. Want een goede relatie draagt volgens Ryan en Deci bij aan een hoge motivatie.

6. Waarom zelfdeterminatietheorie gebruiken?

De zelfdeterminatietheorie biedt een uitgebreid kader voor het begrijpen van menselijke motivatie in een educatieve context. Door aandacht te besteden aan relatie, competentie en autonomie, kunnen leraren een leeromgeving creëren die intrinsieke motivatie bevordert. Dit leidt tot hogere betrokkenheid, betere leerresultaten en meer voldoening bij zowel leerlingen als docenten. Goed gebruik van de zelfdeterminatietheorie met de juiste uitdaging zorgt dat leerlingen betrokken blijven bij leertaak, waardoor flow ontstaat. Flow is de toestand waarin mensen zo opgaan in de activiteiten dat ze alles om zich heen vergeten. De flowtheorie van Csikszentmihalyi is een krachtige drijfveer bij het leren. Hiervoor is  een goede match tussen uitdaging en ervaren bekwaamheden essentieel. Lees voor meer informatie ook het artikel over de flowtheorie.

Het gebruik van ZDT in het onderwijs helpt leerlingen om autonome, bekwame en verbonden individuen te worden, wat essentieel is voor hun persoonlijke groei en ontwikkeling.

De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan is een onmisbaar hulpmiddel voor elke leraar die streeft naar een effectieve en motiverende leeromgeving. Door de principes van relatie, competentie en autonomie te integreren in het onderwijs, kunnen we een omgeving creëren waarin leerlingen niet alleen academisch, maar ook persoonlijk floreren. Deze theorie biedt praktische handvatten om leerlingen te helpen hun volledige potentieel te bereiken.

Een leven lang lesgeven doen docenten samen.

Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door collega’s en andere experts.