Zelfregulatie en zelfregulerend vermogen – De Jong & Simons – Leerprocessen Deel 3
Hoe je meer rust kunt creëren in jouw onderwijspraktijk, met kennis over leren..
Ontspannen lesgeven? Met hoge leerresultaten, gemotiveerde leerlingen en ontspannen leraren.
Samenvatting
Zelfregulatie is het proces dat we als mensen gebruiken om onze gedachten, gedrag en emoties te activeren en in stand te houden om onze doelen te bereiken. Een hoge mate van zelfregulatie leidt tot een succesvoller leerproces van de leerling.
Voor het ontwikkelen van zelfregulatie zijn metacognitieve vaardigheden van groot belang.
Waar metacognitie zich richt op de kennis over het eigen denken en leren (het weten) en gaat zelfregulatie over het gedrag dat ontstaat door interactie met de omgeving (het doen).
Zelfregulerend vermogen bestaat volgens De Jong & Simons uit:
- vaardigheden om je eigen leerproces voor te bereiden;
- vaardigheden om de benodigde stappen te nemen om te kunnen leren;
- vaardigheden om je eigen leerproces te reguleren;
- vaardigheden om je eigen werk te beoordelen en feedback te kunnen organiseren;
- vaardigheden om geconcentreerd en gemotiveerd te blijven.
De drie factoren die de mate van zelfregulatie beïnvloeden zijn kennis, motivatie en zelfdiscipline.
De mate van zelfregulatie word dus hoger wanneer de leerlingen deze factoren beter beheersen.
Voor het ontwikkelen van zelfregulatie zijn de onderliggende metacognitieve vaardigheden van groot belang. Het gaat om het vermogen om te plannen, te monitoren en te evalueren. Als leraar is het daarom ook van belang dat je aandacht hebt voor de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden van jouw leerling.
Wat er aan bod komt in de video
Insert tekst
Koppeling met de generieke kennisbasis (GKB)
Domein A – De school als leeromgeving ➝ didactisch handelen van de docent
Subdomein A4 – Leer- en motivatieprocessen
Kernconcept A4.2 – Cognitieve leerstrategieën
Transcript van de video
Zie volledige transcript
🏷️Titel:
Zelfregulatie en zelfregulerend vermogen – De Jong & Simons – Leerprocessen Deel 3
📋Koppeling met de generieke kennisbasis (GKB)
Domein A – De school als leeromgeving ➝ didactisch handelen van de docent
Subdomein A4 – Leer- en motivatieprocessen
Kernconcept A4.2 – Cognitieve leerstrategieën
🏁Wat komt er aan bod: Intro
De leerling die cognitief sterk genoeg is en toch enorm worstelt met leren en de leerling die nooit moeite heeft met leren maar verderop in zijn schoolcariere enorm vast loopt. Je kent ze vast. Vaak kun je deze leerlingen op dezelfde manier helpen. ‘Efficiënte leerstrategieën en het vermogen om deze op het juiste moment in te zetten geven leerlingen controle over hun eigen leerproces. Dit zou een belangrijk doel van leren moeten zijn en is een krachtig mechanisme om ons onderwijs te verbeteren’ (zij Hattie in 2012). Deze video gaat over het begrip zelfregulatie en zelfregulerend vermogen.
🏁Wat komt er aan bod: Leeruitkomsten
Aan het einde van deze video heb je inzicht in het begrip zelfregulatie, weet welke factoren een rol spelen bij zelfregulatie en hoe je zelfregulerend vermogen van leerlingen kunt vergroten om het leerproces van de leerlingen succesvoller te maken.
💬 De uitleg:
Zelfregulatie is het proces dat we als mensen gebruiken om onze gedachten, gedrag en emoties te activeren en in stand te houden om onze doelen te bereiken.
Zelfregulerend vermogen bestaat volgens De Jong & Simons (1990) uit:
- vaardigheden om je eigen leerproces voor te bereiden;
- vaardigheden om de benodigde stappen te nemen om te kunnen leren;
- vaardigheden om je eigen leerproces te reguleren;
- vaardigheden om je eigen werk te beoordelen en feedback te kunnen organiseren;
- vaardigheden om geconcentreerd en gemotiveerd te blijven.
Binnen de genoemde vaardigheden komen zowel plannen, monitoren als evalueren voor, waardoor zelfregulerend leren in hoge mate vraagt om metacognitieve vaardigheden. Hierbij richt metacognitie zich meer op de kennis over het eigen denken en leren (het weten) en gaat zelfregulatie meer over het gedrag dat ontstaat door interactie met de omgeving (het doen).
Leerlingen met voldoende zelfregulerend vermogen hebben de kennis en vaardigheden om te bepalen wat ze moeten leren, hoe ze moeten leren en hoe ze hun leerproces kunnen evalueren en bijsturen. Zie de afbeelding ter illustratie. Je ziet hier het effect van een verschil in zelfregulerend vermogen op het leerproces.
Titel: Zelfregulerend vermogen Bron: een meester in leren
Wanneer leerlingen kennis hebben over hun eigen denken en leren, en dit inzetten natuurlijk, dan heeft dit een positief effect op hoe goed en hoe snel zij leren. Kortom het leerproces van de leerling wordt daarmee succesvoller.
De mate waarin leerlingen zelfregulerend kunnen leren verschilt enorm van leerling tot leerling. Er zijn drie factoren die de mate van zelfregulatie beïnvloeden: kennis, motivatie en zelfdiscipline. ik zal de factoren één voor één kort toelichten.
Als eerste factor Kennis De mate van zelfregulatie word hoger wanneer leerlingen voldoende kennis hebben over zichzelf, het onderwerp, de opdracht, de meest effectieve leerstrategieën en de context waarin het leren plaatsvindt. Zij stellen zichzelf voortdurend vragen als “wat is het moeilijkst aan deze opdracht?”, “wat kan ik doen om gefocust te blijven?” en “wat kan ik doen om te onthouden wat ik heb geleerd?”.
Als tweede factor Motivatie De mate van zelfregulatie word hoger wanneer leerlingen het leren zelf waarderen en niet alleen de prestatie. Het gaat dus om het leren en niet het af hebben van een opdracht of een cijfer van een toets. Verder weten de leerlingen waarom ze leren en maken ze daarin hun eigen keuzes. Motivatie wordt onder andere beïnvloed door de mate waarin een opdracht uitdagend is en de mate waarin een leerling voldoende zelfvertrouwen heeft om de opdracht goed te kunnen afronden (zie voor meer informatie ook de video over de Flowtheorie van Mihaly). Het is voor de leraar dan ook belangrijk om de inspanning te belonen. Vermijdt om het absolute resultaat te belonen. Dit kan onder andere door persoonlijke feedback te geven en vergelijking met andere leerlingen tegen te gaan.
Als derde en laatste factor Zelfdiscipline en wilskracht De mate van zelfregulatie word ook hoger wanneer leerlingen weten hoe zij zichzelf kunnen beschermen tegen afleiding, hoe zij om moeten gaan met tegenslag, angst of vermoeidheid en wat zij moeten doen om verleidingen te weerstaan. Anders gezegd; ze weten wat ze moeten doen tegen zaken die het werken en leren in de weg staan.
Voor het ontwikkelen van zelfregulatie zijn de onderliggende metacognitieve vaardigheden van groot belang. Het gaat om het vermogen om te plannen, te monitoren en te evalueren. Het begrip metacognitie en metacognitieve vaardigheden word verder uitgelegd in specifieke video hierover die je kunt kijken maar in het kader van het ontwikkelen van zelfgegulatie is het goed om te weten dat je de leerlingen ondersteund in deze ontwikkeling door aandacht te besteden aan de ontwikkeling van deze metacognitieve vaardigheden. Bijvoorbeeld door de leerlingen de gelegenheid te bieden om criteria op te stellen waarmee zij hun eigen leren kunnen beoordelen. Denk bijvoorbeeld aan rubric of ander beoordelingsinstrument met criteria voor de beoordeling van het hun eindproduct. Over het gebruik en opstellen van rubrics heb ik ook een video gemaakt. Het is hierbij erg belangrijk om de leerlingen tijdens het onderwijs de kans te geven om hun voortgang te toetsen aan deze criteria. Dus maak hier tijd voor in je lesplanning. Wanneer je geen gelegenheid bied voor het beoordelen van eigen werk, blijft de beoordeling aan het einde liggen en verplaatst de focus niet van het eindproduct naar het leerproces. Als docent kun je dit ook stimuleren door samenwerking tussen peers en zogenaamde peer-feedback te organiseren.
🔚 Outro samenvatting:
Zelfregulatie is het proces dat we als mensen gebruiken om onze gedachten, gedrag en emoties te activeren en in stand te houden om onze doelen te bereiken. Een hoge mate van zelfregulatie leidt tot een succesvoller leerproces van de leerling.
Voor het ontwikkelen van zelfregulatie zijn metacognitieve vaardigheden van groot belang. Waar metacognitie zich richt op de kennis over het eigen denken en leren (het weten) en gaat zelfregulatie over het gedrag dat ontstaat door interactie met de omgeving (het doen).
Zelfregulerend vermogen bestaat volgens De Jong & Simons uit:
- vaardigheden om je eigen leerproces voor te bereiden;
- vaardigheden om de benodigde stappen te nemen om te kunnen leren;
- vaardigheden om je eigen leerproces te reguleren;
- vaardigheden om je eigen werk te beoordelen en feedback te kunnen organiseren;
- vaardigheden om geconcentreerd en gemotiveerd te blijven.
De drie factoren die de mate van zelfregulatie beïnvloeden zijn kennis, motivatie en zelfdiscipline.
De mate van zelfregulatie word dus hoger wanneer de leerlingen deze factoren beter beheersen.
Voor het ontwikkelen van zelfregulatie zijn de onderliggende metacognitieve vaardigheden van groot belang. Het gaat om het vermogen om te plannen, te monitoren en te evalueren. Als leraar is het daarom ook van belang dat je aandacht hebt voor de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden van jouw leerling.
Geef een reactie