De basis van Blended learning: ‘De voordelen van een combinatie van traditioneel en online onderwijs’
Auteur: Basten Berg en Anna Hoogenkamp
Gepubliceerd: 19 november 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat wordt bedoeld met blended learning?
- Wat is blended learning?
- De 3 componenten van de onderwijsblend
- Wat doet een docent in een blended leeromgeving?
- Welke factoren dragen bij aan effectief online en blended onderwijs?
- Blended learning in de onderwijspraktijk
- Samenvatting blended onderwijs
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de inhoud van dit artikel over Blended leren.
Aan het einde van dit artikel kun je uitleggen wat blended learning is. Weet je op welke vragen blended learning een antwoord moet geven en ken je een aantal richtlijnen voor het ontwerpen van je eigen blended onderwijs.
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
1. Wat wordt bedoeld met blended learning?
Blended learning is een combinatie van twee modellen. Het traditionele onderwijsmodel en het online onderwijsmodel. Ik licht beide modellen kort toe en leg daarna het model van Blended learning uit.
Traditionele onderwijsmodel
Bij het traditionele onderwijsmodel, dat je waarschijnlijk kent van je eigen schooltijd, stuurt een leraar leerlingen aan in een vaak traditionele opstelling van het klaslokaal. Het bord staat vooraan en de tafels zijn naar het bord gericht. In het Engels wordt dit een brick and mortar opstelling genoemd. De leraar geeft inhoud en leidt de instructie. Bij dit model vindt het leren van leerlingen door fysieke aanwezigheid en gelijktijdig plaats.
Online onderwijsmodel
Met de komst van het internet en digitalisering is het mogelijk dat leerlingen leren door gebruik van digitale en/of online leermiddelen. Leerlingen hoeven niet meer fysiek naar school te gaan om instructie te krijgen of samen te werken. Dit betekent dat leerlingen op verschillende plekken kunnen leren, bijvoorbeeld thuis, in de bieb, of zelfs in het openbaar vervoer. Zolang ze maar toegang hebben tot internet. Het model, waarbij leerlingen geheel online leren, heet online onderwijs. Online onderwijs is, een gebruikelijk model in hoger onderwijs en is de laatste jaren ook op het basis- en voortgezet onderwijs veel meer ingezet.
2. Wat is blended learning?
Bended learning is een reactie op de komst van deze digitalisering waarbij het fysieke en het online onderwijsmodel gecombineerd worden. Blended learning gaat over de vraag: Welk deel van het leren gebeurt online en welk deel fysiek. Hierbij zijn er twee vuistregels:
- Regel 1 dat de fysieke contact tijd gebruikt wordt voor actieve leeractiviteiten die het meeste profiteren van directe begeleiding van de docent en
- Regel 2. het online onderwijs wordt ingevuld door onderdelen waarbij de directe begeleiding van de docent minder noodzakelijk is.
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/blended-learning/‘
3. De 3 componenten van de onderwijsblend
Er bestaat onder onderwijzers de consensus dat blended learning drie hoofdcomponenten heeft:
- Klassikale actieve leeractiviteiten gefaciliteerd door een docent.
- Digitale leerobjecten, met vaak kleine stukjes informatie.
- Gestructureerde zelfstandig studietijd, ondersteund door de eerder genoemde klassikale instructie. Met zelfstandig wordt bedoeld zonder ondersteuning van de docent. Zelfstandig betekent niet altijd individueel. Deze studietijd kan ook besteed worden aan een samenwerkingsopdracht met andere leerlingen of andere gezamelijke werkvormen.
Er is geen vast percentage voor elk van deze componenten, en de hoeveelheid ‘blend’ kan dus per school, per leraar of zelfs per les verschillen. Een mooi blended ontwerp houdt rekening met de kennis en vaardigheden van de leerling, de leraar en het lerarenteam. Maar ook de ICT mogelijkheden en ondersteuning van de onderwijsinstelling.
Een Voorbeeld
Ik illustreer het model aan de hand van een voorbeeld: Als leraar kun je ervoor kiezen om de leerlingen, een instructie over de stof aan te bieden, per video. Ze kunnen de instructie dan op elk moment, vanaf elke locatie, bekijken, zolang ze toegang hebben tot internet. Daarna kun je op school, fysiek, een discussie hebben over de stof in de video. Hierbij monitort de leraar de uitwisselingen. Daarna krijgen de leerlingen, tijdens de fysieke momenten, een groepsopdracht. Hiermee organiseert de leraar actief leren. Dit kan ook een schrijfopdracht, of een andere taak zijn, die zowel fysiek als online kan worden uitgevoerd. De leerlingen starten met de groepsopdracht in de fysieke les en komen daarna online samen via zoom. Ze werken verder aan het verslag in een google document.
4. Wat doet een docent in een blended leeromgeving?
Een blended leeromgeving heeft als gevolg dat de rol van de docent verschuift naar een meer faciliterende en ontwerpende rol. Lees voor meer informatie ook het artikel over docent v.s. leerlingsturing.
De facilitator motiveert de leerlingen en zorgt dat de leerlingen in staat zijn om het meest uit de digitale materialen, actieve leeractiviteiten en de zelfstandig studietijd te halen.
De focus van het werk als docent komt daarbij meer te liggen op het ontwerpen van digitale en actieve leeractiviteiten, het aanpassen van het materiaal en het begeleiden van het leerproces om de leerervaring te versterken. Ook moeten er vaak passend beoordelingsinstrumenten ontworpen worden.
De meer faciliterende rol wordt ook wel een coachende genoemd, maar let op! Allereerst dekt deze term de lading wat mij betreft niet helemaal. Coach neemt bijvoorbeeld de ontwerpende rol niet mee. Ook is de term coach nogal vervuild in het onderwijs. Het beeld wat mensen bij deze term hebben is erg uiteenlopend. Dit zorgt voor onduidelijk en roept weerstand op. Daarom geef ik de voorkeur aan facilitator.
5. Welke factoren dragen bij aan effectief online en blended onderwijs?
Er zijn verschillende onderzoek gedaan naar de effectieviteit van blended learning. Hieruit komt naar voren dat onderwijs dat blended aangeboden wordt in veel gevallen effectiever is dan niet blended aangeboden onderwijs. Ik ga nu in op acht aandachtgsgebieden om rekening mee te houden bij het maken van een effectieve onderwijsblend en probeer deze direct te linken aan andere relevante theorieën.
Constructive alignment
Het isvoor effectief blended onderwijs belangrijk om ervoor te zorgen dat de online en fysieke onderdelen van het onderwijs goed op elkaar aansluiten. Als de leerlingen bijvoorbeeld online bepaalde concepten hebben behandeld, moeten deze terug komen in het fysieke deel en ook op de toets. Ofwel constructive alignment. Hierdoor zijn de doelen van je onderwijs onmisbaar voor het slagen van je onderwijsblend. Bekijk voor meer informatie hierover ook het artikel over doelen stellen en het artikel over constructive alignment.
Digitale geletterdheid van de leerlingen
Voor het gebruik van het digitale materiaal is de digitale geletterdheid van de leerlingen een belangrijke basis om succesvol te kunnen zijn in de onderwijs blend. Er wordt vaak overschat in hoeverre leerlingen digitaal geletterd leerlingen zijn. Onderzoek welke online of digitale werkvormen jouw leerlingen al kennen. Oefen nieuwe online of digitale leeractiviteiten altijd eerst met de hele groep in een fysieke les. Zorg voor duidelijkheid over een hulpbron, zoals extra informatie, een medeleerling die graag anderen helpt of een mailadres om vragen naar op te sturen. Het is voor leerlingen enorm frustrerend om te moeten functioneren in een blended omgeving terwijl ze het digitale deel thuis niet voor elkaar krijgen. Ik ben van plan om ook een reeks artikelen over digitale geletterdheid te schrijven maar ben hier nog niet aan begonnen. Check in de kennisbank of deze artikelen er inmiddels wel zijn.
Cognitieve load van de leerlingen
Met name het online gedeelte van de onderwijsblend, dient rekening te houden met Kenmerken van de leerlingen. Hoe leren zij, wat past bij hun ontwikkeling. Een goed uitgangspunt hierbij is de cognitive load theorie en de daaruit voortgekomen cognitieve multimediatheorie. Wanneer leerlingen te maken krijgen met een te hoge cognitieve load zal het leren in de online omgeving geen succes zijn. Over de cognitive load theorie en de cognitieve multimediatheorie heb ik ook een artikel gemaakt.
Richt de overgebleven fysieke tijd opnieuw in
de welbekende frontale instructie wordt in de blend vaak overgenomen door het online gedeelte. Hierdoor heb je in de les meer tijd om het leerproces te ondersteunen. Dit betekent dat je je onderwijs anders in moet richten. Als je les een herhaling is van het online gedeelte is dit voor leerlingen saai. Ze hebben het immers al gedaan. Deze ontwerpfout kan ordeproblemen tot gevolg hebben. Bij het ontwerpen van blended onderwijs moet dus nagedacht worden over een andere inrichting van het fysieke deel. Het moet voor leerlingen overduidelijk zijn wat er tijdens een fysiek lesmoment wordt aangeboden. Bijvoorbeeld meer interpersoonlijk contact, feedback of actieve verwerkingsopdrachten met hogere complexiteit. voor meer informatie over wat actieve verwerking inhoud kun je het artilkel over Constructivisme in de onderwijspraktijk bekijken.
Zorg voor actieve verwerking
Het helpt als de student het online materiaal actief verwerkt worden bijvoorbeeld doormiddel van activerende werkvormen. Het materiaal kan van alles zijn. Denk bij de actieve verwerking van video bijvoorbeeld aan kijkvragen voorafgaand aan de video’s of verwerkingsvragen na het kijken van de video. In het ofline gedeelte neemt de leerling kennis mee uit het online gedeelte. Dit maakt de inrichting van de les anders. Hierin kun je gebruik kunt maken van actieve werkvormen. Over actieve werkvormen heb ik ook een artikel geschreven gemaakt.
Gebruik de online input om het fysieke onderwijs af te stemmen op de leerling: Maken leerlingen vooraf vragenlijsten dan weet je als docent welke kennis nog niet overgekomen is. Gebruik deze input om je fysieke onderwijs beter af te stemmen op de behoefte van de leerlingen.
Wees expliciet en transparant
Denk er over na he je de materialen aanbiedt. Jij hebt een idee over hoe het materiaal georganiseerd en aangeboden moet worden. Maar niet elke docent is hetzelfde. Dit levert voor leerlingen vaak een hele zoektocht op. Zij moeten steeds uitzoeken wat de docent nu weer wil. Los dit op voor je leerlingen! Stem met collega’s af hoe je je materiaal online inricht. Je kan een weekstructuur, een thema-structuur of een contentstructuurgebruiken. Het maakt niet uit maar kies! En weest transparant over je inrichtingskeuzes. Het is de taak van de docent om leerlingen effectief aan het leren te krijgen. Daarmee ligt ook de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om af te stemmen met collega’s over het materiaal en de structuur bij jou en je collega’s. Het management kan hierin een ondersteunende rol spelen, bijvoorbeeld in de organisatie en facelitering.
Neem verantwoordelijkheid voor de organisatie
Dit is belangrijk omdat een deel van het onderwijs gebeurt zonder dat jij of je collega’s daarbij aanwezig zijn. Zorg daarom voor een volledige instructie. Weet je wat je leerlingen wanneer nodig hebben, is er expliciet verteld aan de leerlingen hoe ze met elkaar en met jou kunnen communiceren. Heb je verteld via welk medium er gecommuniceerd wordt en wanneer je beschikbaar bent. Bekijk voor meer informatie ook het artikel over volledige instructie.
Verwarring blended learning en flipping the classroom
Blended learning en flipping the classroom vaak door elkaar gebruikt. Een flipped classroom gaat over welk deel van het leren online gebeurt en welk deel fysiek en is daarmee een vorm van blended learning. Bekijk voor meer informatie het artikel over over flipping the classroom.
6. Blended learning in de onderwijspraktijk
Blended onderwijs betekent trouwens niet dat je als docent 24 uur per dag beschikbaar bent en ook in het weekend werkt. Al is dit natuurlijk wel even wennen. Duidelijke afspraken en grenzen kunnen jouw en je leerlingen hierbij helpen. Afsluitend is het goed om te onthouden dat blended learning nog steeds gewoon een vorm van onderwijs is, en dat het belangrijk is om regelmatig te evalueren om te zien hoe het onderwijs verloopt. Door middel van evaluaties kan een docent zien wat wel en niet werkt, en hierop aanpassingen maken om het onderwijs te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van de PDCA-cyclus. Bekijk voor meer informatie ook het artikel over de PDCA-cyclus.
Het Flipping the Clasroom model is een model dat een specifieke invulling geeft aan de onderwijsblend met als doel technologie in te zetten om leerlingen meer gepersonaliseerd en effectiever te kunnen laten leren. Het volgende Artikel gaat over het Flipping the Clasroommodel. Klik op de link om ook het artikel over het Flipping the Clasroommodel te lezen.
7. Samenvatting blended onderwijs
Blended learning is een combinatie van twee modellen. Het traditionele onderwijsmodel en het online onderwijsmodel. Blended learning gaat over de vraag: Welk deel of delen van het leren online gebeurt en welk deel fysiek. Hierbij zijn twee vuistregels:
- de fysieke contacttijd wordt gebruikt voor actieve leeractiviteiten die het meeste profiteren van directe begeleiding van de docent en
- het online onderwijs ingevuld wordt door onderdelen waarbij de directe begeleiding van de docent minder noodzakelijk is.
Er bestaat onder onderwijzers de consensus dat blended learning drie hoofdcomponenten heeft:
- één Klassikale actieve leeractiviteiten gefaciliteerd door een docent.
- twee Digitale leerobjecten, vaak kleine stukjes informatie.
- drie Gestructureerde zelfstandig studietijd, ondersteund door de eerder genoemde klassikale instructie.
Er is geen vast percentage voor elk van deze componenten, en de hoeveelheid ‘blend’ kan dus sterk verschillen. De overstap naar blended learning heeft als gevolg dat de rol van de docent verandert naar een meer faciliterende rol.
Gemiddeld genomen is onderwijs dat blended aangeboden wordt effectiever wanneer:
- draag zorg voor de constructive alignment.
- sta stil bij de digitale geletterdheid van de leerlingen.
- drie houd rekening met de cognitieve load van de leerlingen.
- vier Richt de overgebleven fysieke tijd opnieuw in.
- vijf zorg voor actieve verwerking.
- zes gebruik de online input om het fysieke onderwijs af te stemmen op de leerling.
- wees expliciet en transparant.
- En acht neem verantwoordelijkheid voor de organisatie.
Blijft onthouden dat blended learning nog steeds een vorm van onderwijs is, die je cyclisch moet blijven uitvoeren, evalueren en doorontwikkelen, dit kan door gebruik te maken van de PDCA-cyclus. Lees voor meer informatie ook het artikel over de PDCA-cyclus.
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘