Leerlingen Motiveren: Toepassing van Bernard Weiner’s Attributietheorie in het Onderwijs
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 18/nov/2023
Redacteur: Gezocht
“Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.”
Inhoudsopgave
- Wat is de Attributietheorie?
- Wat is Interne en Externe Attributie?
- Welke Attributies Zijn Er?
- Wie heeft de Attributietheorie Bedacht?
- Conclusie: De Attributietheorie van Bernard Weiner in de Klas
1. Wat is de Attributietheorie?
De attributietheorie, ontwikkeld door Bernard Weiner, is een fundamenteel concept binnen de onderwijswetenschappen. Deze theorie helpt te begrijpen hoe leerlingen succes en falen interpreteren, wat een cruciale rol speelt in hun motivatie en leerproces.
Attributietheorie gaat ervan uit dat leerlingen hun succes of falen toeschrijven aan bepaalde oorzaken, die intern of extern kunnen zijn. Interne attributie houdt in dat leerlingen de oorzaak van succes of falen bij zichzelf zoeken (zoals ‘ik ben slim’), terwijl externe attributie verwijst naar het toeschrijven van oorzaken aan factoren buiten zichzelf (zoals ‘het examen was makkelijk’).
Deze attributies kunnen verder worden ingedeeld in vast (stabiel) of variabel (veranderlijk). Vaste attributies beschouwen de oorzaak als onveranderlijk (bijvoorbeeld, intelligentie), terwijl variabele attributies zien oorzaken als iets dat kan veranderen (zoals inspanning).
“Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/attributietheorie-bernard-weiner/“
De attributietheorie verklaart hoe mensen oorzaken van gebeurtenissen interpreteren, wat sterk hun motivatie beïnvloedt. Dit is nauw verbonden met de drie vormen van motivatie: A-motivatie, Intrinsieke motivatie, en Extrinsieke Motivatie. Bijvoorbeeld, intrinsieke motivatie kan toenemen door successen toe te schrijven aan persoonlijke inspanningen. Voor meer inzichten over de wisselwerking tussen attributies en motivatie, zie ons artikel: Van A-motivatie naar Actie: Het Benutten van Intrinsieke en Extrinsieke Motivatie
2. Wat is Interne en Externe Attributie?
In de klaspraktijk zien we vaak dat leerlingen hun prestaties toeschrijven aan interne of externe factoren. Een leerling die zegt, “Ik heb goed gescoord omdat ik slim ben,” maakt gebruik van interne, vaste attributie. Daarentegen, een leerling die beweert, “Ik heb deze keer geluk gehad,” illustreert externe, variabele attributie.
Het is essentieel voor leraren om deze verschillen te herkennen, aangezien dit inzicht kan helpen bij het geven van de juiste van feedback en ondersteuning voor elke leerling.
3. Welke Attributies Zijn Er?
Als docent is het belangrijk om te herkennen welk soort attributie een leerling gebruikt, omdat dit inzicht biedt in hun mindset en benadering van leren. Hieronder worden de vier belangrijkste attributietypes toegelicht, met voorbeelden en tips over hoe deze te herkennen en erop aan te sturen in de klas:
- Interne Attributie – Vast: “Ik ben slim”
- Voorbeeld: Een leerling die deze attributie gebruikt, geeft aan dat zijn of haar succes te wijten is aan een onveranderlijke eigenschap, zoals intelligentie.
- Toepassing: Als docent is het belangrijk om leerlingen met deze attributiestijl te stimuleren om ook het belang van inspanning en groei te zien, om te voorkomen dat ze ontmoedigd raken bij toekomstige uitdagingen.
- Interne Attributie – Variabel: “Ik heb hard gewerkt”
- Voorbeeld: Dit type attributie wijst op een erkenning dat inspanning en toewijding hebben geleid tot succes.
- Toepassing: Moedig deze mindset aan door inspanning en verbetering te prijzen. Dit bevordert een groeimindset en benadrukt dat inspanning loont.
- Externe Attributie – Vast: “Havo is makkelijk”
- Voorbeeld: Hierbij schrijft een leerling succes toe aan een externe, onveranderlijke factor, zoals de moeilijkheidsgraad van het materiaal.
- Toepassing: Het is belangrijk om leerlingen te helpen inzien dat niet alleen externe factoren, maar ook hun eigen acties en inspanningen, bijdragen aan hun succes.
- Externe Attributie – Variabel: “Ik heb geluk gehad”
- Voorbeeld: Deze attributie duidt erop dat leerlingen hun succes toeschrijven aan toevallige of veranderlijke externe factoren.
- Toepassing: In dit geval is het nuttig om leerlingen aan te moedigen om na te denken over hoe hun eigen acties hebben bijgedragen aan hun succes, en zo het belang van persoonlijke inspanning te benadrukken.
Deze attributies zijn visueel weergegeven in de tabel in de afbeelding hieronder.
“Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/attributietheorie-bernard-weiner/“
Door deze attributiestijlen te herkennen en er effectief op in te spelen, kunnen docenten leerlingen ondersteunen bij het ontwikkelen van een meer positieve en proactieve leerhouding. Het stimuleren van interne, variabele attributies kan bijzonder effectief zijn in het bevorderen van zelfmotivatie en een groeimindset bij leerlingen. lees voor meer informatie over de groeimindset het volledige artikel over de mindset-theorie van Carol Dweck.
4. Wie heeft de Attributietheorie Bedacht?
Bernard Weiner is de grondlegger van de attributietheorie. Zijn werk bouwt voort op dat van Fritz Heider. de mindset theorie van Carol Dweck bouwt voort op de attributietheorie. Dweck’s theorie onderscheidt tussen een vaste mindset en een groeimindset, welke starke parallellen vertonen met de vaste en variabele attributies in Weiner’s theorie.
5. Conclusie: De Attributietheorie van Bernard Weiner in de Klas
De attributietheorie van Bernard Weiner biedt een krachtig kader voor leraren om de motivatie en het leerproces van leerlingen beter te begrijpen en te begeleiden. Hoewel de theorie enkele beperkingen kent, zoals het risico van simplificatie van complexe leerprocessen, zijn de inzichten ervan onmisbaar in het moderne onderwijs.
Een cruciale les van Weiner’s theorie is het belang van het herkennen en aanmoedigen van interne, variabele attributies bij leerlingen. Wanneer leerlingen geloven dat hun inspanningen en strategieën invloed hebben op hun succes, ontwikkelen ze een groeimindset (zoals beschreven in de mindset theorie van Carol Dweck). Dit staat in contrast met leerlingen die vasthouden aan interne, vaste attributies of externe attributies, welke kunnen leiden tot een statische benadering van leren of een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel.
In de praktijk betekent dit dat leraren actief moeten werken aan het versterken van het geloof in de veranderbaarheid en beïnvloedbaarheid van eigen capaciteiten en prestaties. Dit kan door gerichte feedback te geven die niet alleen de prestatie, maar ook de inspanning, de aanpak, en de verbetering benadrukt. Bijvoorbeeld, in plaats van te zeggen “Je bent echt slim,” kun je beter zeggen, “Ik kan zien dat je er hard voor hebt gewerkt.”
Verder is het essentieel dat leraren bewust zijn van hun eigen attributiestijlen en hoe deze de interacties met leerlingen kunnen beïnvloeden. Door een omgeving te creëren waarin groei en persoonlijke ontwikkeling centraal staan, kunnen leraren leerlingen helpen hun volledige potentieel te bereiken.
De attributietheorie van Weiner biedt dus niet alleen een framework voor het begrijpen van motivatie, maar ook concrete handvatten voor leraren om een positieve o groeigerichte leeromgeving voor leerlingen te creëren. Het toepassen van deze theorie in de klas kan de sleutel zijn tot het ontgrendelen van het ware potentieel van elke leerling.
Een leven lang lesgeven doen docenten samen.
Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door collega’s en andere experts.
“Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!”