Toetsen met GESLOTEN VRAGEN

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 29 december 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.

Inhoudsopgave

  1. Wat zijn meerkeuze vragen?
  2. Wat is het doel van multiple choice toetsen?
  3. Wat zijn de voor- en nadelen van meerkeuze toetsen?
  4. Hoe maak ik een gesloten vragen toets?
  5. De stappen van het toetsproces

Complexe leerdoelen toetsen zonder het hele weekend te zitten nakijken dat kan. Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in toetsen met een gesloten vragen toets.

Na het lezen van dit artikel weet je waarvoor je de toetsvorm gesloten vragen kunt gebruiken. Ken je de voordelen en nadelen ervan en ken je de regels voor het opstellen van een gesloten vragen zodat je kunt beginnen met het ontwerpen van je eigen gesloten vragen toets.

Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.

1. Wat zijn meerkeuze vragen?

Gesloten vragen worden ook wel meerkeuze- of multiple choice vragen genoemd. Gesloten vragen bestaan uit een gemeenschappelijke stam gevolgd door meer dan twee antwoordalternatieven. Eén van de alternatieven is juist, de andere antwoordalternatieven zijn fout. De foute alternatieven worden afleiders genoemd.
Bijvoorbeeld: Zuid- Afrika staat in de wereld bovenaan bij de winning van: (de stam)

  1. Goud (een afleider).
  2. Diamant (het juiste antwoord).
  3. IJzererts (een afleider).

Er zijn een hoop varianten op meerkeuzevragen. De meest gebruikte zijn: 

Vragen met één juist antwoord en vragen met een antwoord dat tussen de afleiders het beste is. 

De overige vormen van gesloten vragen, zoals vragen met meer dan een correct antwoord of vragen waarbij leerlingen woorden moeten invullen in open velden van de stam, zijn taalkundig vaak complex. Het gevolg is dat studenten afgeleid worden van hun toetsprestatie. Dit leidt tot een lagere score dan nodig. Anders gezegd een minder goede meting op de toets. In het geval van een taalzwakke leerling kan de complexiteit van vragen zelfs tot structureel onderpresteren leiden.

Ik behandel in dit artikel het doel, de voor- en nadelen en de toetsconstructie van gesloten vragen. 

‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/toetsvorm-gesloten-vragen/

2. Wat is het doel van multiple choice toetsen?

Als eerst het Doel; Gesloten vragen zijn goed geschikt om kennis van leerlingen te toetsen. Sommige leraren denken dat het stopt bij het toetsen van kennis, dat is echter niet zo. Gesloten vragen zijn ook geschikt om hogere cognitieve vaardigheden te toetsen. 

Als we de taxonomie van Bloom bekijken, kun je de niveaus onthouden, begrijpen en toepassen, dus goed toetsen met gesloten vragen.

Taxonomie van bloom - Leerdoelen en Taxonomieën
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/taxonomie-van-benjamin-bloom/

3. Wat zijn de voor- en nadelen van meerkeuze toetsen?

als tweede de voor en nadelen; Gesloten vragen zijn tijdsefficiënt voor de leraar. Als grove vuistregel kun je aannemen dat wanneer je meer dan 50 leerlingen hebt, de wat tijdsintensieve ontwikkeling van de vragen de moeite waard is vanwege het grote nakijk gemak. Je kunt de toets bij kleinere groepen ook een paar jaar op rij gebruiken of wellicht maken de leerlingen van je collega’s de toets ook? Op deze manier is het vaak snel de moeite waard. De efficiëntie van de tijd hangt overigens ook sterk af van de mogelijkheden om ICT in te zetten tijdens de afname en het nakijken van de toets. 

Let bij het construeren van vragen op niet alleen kennis te bevragen. Kennisvragen zijn eenvoudig en snel te construeren waardoor docenten soms vergeten de hogere niveaus te bevragen. Het is echter bijna nooit zo dat de leerdoelen alleen maar kennis bevatten, dus vergeet de hogere niveaus niet. 

Een nadeel van gesloten vragen is dat creativiteit niet goed te toetsen is. Ik raad je ook af dit te proberen. Wil je creativiteit toetsen, gebruik dan gewoon een andere toetsvorm. 

De kans is aanwezig dat je met collega’s in discussie raakt over de kwaliteit van gesloten vragen. Er bestaat nog veel onduidelijkheid rondom de verschillende toetssoorten, het gebruik ervan en de voor- en nadelen. Zo ook over gesloten vragen. Veel onderwijsprofessionals zijn sceptisch over het gebruik van gesloten vragen. Dit komt naar mijn mening door een gebrek aan kennis. Gesloten vragen hebben hun plek en een eigen functie. Het onjuist inzetten van gesloten vragen, bijvoorbeeld bij de beoordeling van praktijkstage op het niveau van evalueren of creëren is inderdaad onjuist en levert een slechte toets op en kan zelfs schadelijk zijn. Mijn overtuiging is, gebruik elke toetsvorm waarvoor hij bedoeld is en dan is er niets aan de hand. 

Bij gesloten vragen kan het aantal antwoordalternatieven variëren. Het gebruik van vier antwoordalternatieven komt in Nederland het meeste voor. Meer alternatieven verlaagt de gokkans maar verhoogt de tijd die nodig is om de vraag te beantwoorden. Hierover straks meer bij de toetsontwikkeling. 

Eerst even de gok kans. Vanwege de vooraf gegeven antwoordopties, waaronder ook het juiste antwoord zich bevindt, scoren alle leerlingen punten, ook als ze echt niets van de leerdoelen beheersen. Dit heet de gok kans. Hiervoor kun je keurig compenseren in je antwoord sleutel, maar het blijft jammer dat de door jou zo mooi geformuleerde vragen soms gewoon goed gegokt worden. Het echte nadeel van de gokkans is dat je meer vragen in de toets moet opnemen om een betrouwbaar oordeel te geven over de beheersing van de leerdoelen. 

Gesloten vragen zijn daarom niet heel geschikt voor het toetsen van grote kennisdomeinen. Vanwege het grote aantal vragen dat nodig is om een dergelijk kennisdomein te toetsen, worden toetsen simpelweg te lang. Een alternatieve oplossing is om wat in te leveren op de betrouwbaarheid en niet alles met de toets willen testen. Je neemt dan aan dat wanneer leerlingen een 8 scoren op de helft van de stof, ze de rest ook begrepen zullen hebben. Maar je ziet ongetwijfeld ook het nadeel hiervan. Een voordeel is dan weer dat het beantwoorden van gesloten vragen door leerlingen relatief snel gaat. Het is dus mogelijk om vrij veel vragen te stellen in de beperkte toetstijd. 

4. Hoe maak ik een gesloten vragen toets?

Als derde de Toetsontwikkeling; een aantal regels die je aan kunt houden bij het maken van een toets met gesloten vragen zijn: 

Het vooraf opstellen van een toetsmatrijs; deze geeft richting in het aantal vragen dat je per onderwerp wil stellen en borgt het niveau van de vragen. Zonder toetsmatrijs is het onmogelijk zicht te houden op of je belangrijkere onderwerpen ook daadwerkelijk zwaarder terug laat komen in de toets. 

Het vier-ogen principe: bespreek de vragenlijst met collega’s, ga over de vragen in gesprek en scherp ze aan. Wanneer aanscherpen niet kan, gooi de vraag dan weg. Gemiddeld genomen overleeft 25% van de vragen de test met collega’s NIET. Een kwart van de vragen weggooien is dus een goed teken. Hiervoor is het wel nodig dat je meer vragen hebt gemaakt dan nodig zijn voor de toets. Gebruik in de bespreking met de collega’s, en tijdens de ontwikkeling, de volgende checkvragen: 

  • Is de vraag relevant voor de leerdoelen? 
  • Is de vraag op het juiste niveau gesteld? 
  • Is het belangrijk dat de leerling het antwoord op de vraag weet?
  • Is het juiste antwoord echt juist?

Gebruik werkwoorden van de hogere niveaus; maak gebruik van de werkwoorden uit jouw taxonomie om te controleren of je daadwerkelijk toets op een hoger niveau. Veel leraren vinden het maar moeilijk te geloven dat je hogere niveaus kunt testen door de leerling een antwoord te laten aankruisen, maar het kan. Welke conclusie is juist of welke berekening onderbouwt de stelling, zijn ECHT GEEN kennisreproductie vragen. 

Gebruik drie antwoord alternatieven; in Nederland is vier het meest gebruikte aantal, maar dat is niet overal in de wereld hetzelfde. Er is veel onderzoek gedaan naar doelmatigheid, betrouwbaarheid, ontwikkeltijd, antwoordtijd etc. Een lang verhaal kort gebruik bij voorkeur drie alternatieven, dus twee afleiders en één juist antwoord. 

Bevraag één aspect per vraag; Voorkom het construeren van vragen waarin een combinatie van antwoorden gevraagd wordt.
Bijvoorbeeld de vraag:
1. Basten is aardig en 2. Heeft een lelijk shirt aan.
Met de antwoordalternatieven:
A. 1 is juist 2 is onjuist
B. 1 is onjuist 2 is juist
C. 1 en 2 zijn beide juist
D. 1 en 2 zijn beide onjuist


Leerlingen moeten hier eigenlijk twee vragen in één beantwoorden. Deze vragen kosten onevenredig veel lees en denk tijd. Het is in dit geval aan te raden om simpelweg twee vragen te maken waarbij naar 1 antwoord gevraagd wordt. De vraag Basten is aardig juist/onjuist en de vraag Basten heeft een lelijk shirt aan juist/onjuist. 

Vermijd het antwoord alternatief ‘geen van bovenstaande’; Dit zijn complexe vragen die vaak beter opgesplitst kunnen worden in meerdere losse gesloten vragen.
Bijvoorbeeld de vraag:
Wie van de volgende wetenschappers vindt Basten zijn shirt lelijk? 
Met de antwoordalternatieven:
A. Pavlov
B. Bandura
C. Skinner
D. Geen van deze drie


De vraag is complex omdat de leerling per wetenschapper moet bedenken of hij de stelling ondersteunt of niet. Je kunt er in dit geval dus beter drie juist onjuist vragen van maken. 

Formuleer hoogwaardige antwoord alternatieven; de alternatieven moeten geloofwaardig zijn en mogen elkaar niet overlappen of gelijk aan elkaar zijn in een andere bewoording. 

Maak de antwoordalternatieven even lang; een goed antwoord is vaak lastiger te formuleren en daardoor langer. Gewiekste leerlingen hebben dit, bewust of onbewust, door en verhogen hiermee hun gokkans.

Formuleer de vraag positief; een positief gestelde vraag toetst precies dezelfde kennis als een negatief geformuleerde vraag. De negatief gestelde vraag vraagt echter een hoger leesvaardigheidsniveau van de leerling waardoor de vraag onnodig fout beantwoord wordt. 

Laat afleidende informatie weg; je wil meten in welke mate een leerling de leerdoelen behaald heeft. Afleidende informatie maakt de vraag complexer op het gebied van leesvaardigheid, maar niet op het gebied van de inhoud en leerdoelen. Gebruik geen dubbele ontkenningen; tja wat moet ik hieraan toevoegen? Je doet hiermee alleen een beroep op de leesvaardigheid of concentratie van een leerling, maar je wilde toch zijn niveau op de leerdoelen weten en meten..

5. De stappen van het toetsproces

 Met dit artikel hoop ik je op weg te hebben geholpen in het proces van toetsen met gesloten vragen. Het kiezen van de juiste toetsvorm is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat jouw toets aansluit bij de leerdoelen en een valide meting oplevert. Voor meer informatie over verschillende toetsvormen kun je ook het artikel over het toetsproces stap 3 Toetsvorm kiezen en toetsontwikkeling lezen.

Zoals beschreven omvat het toetsproces meerdere stappen, van het bepalen van de functie tot het nakijken en rapporteren. “Wil je meer weten over alle stappen in dit proces? Bekijk dan de bijbehordende artikelen:

Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?

“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”

‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!