OTA lesobservatiemethode: ‘een practijkgericht Observatieformulier voor docenten!’

Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 15 december 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.

Inhoudsopgave

  1. Wat is het OTA observatieformulier?
  2. Wat zijn de zeven schalen van OTA?
  3. Hoe observeer je met OTA?
  4. Hoe Interpreteer je OTA-scores?
  5. Hoe verbeter je concreet gedrag op basis van OTA?
  6. Aandachtspunten bij het observeren met OTA
  7. ICALT, OTA of DOT

Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in het OTA-lesobservatie instrument van Oscar Terpstra. Onderzoeker voor het lectoraat Werken in Onderwijs van de Hogeschool Utrecht.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe het OTA lesobservatie formulier is opgebouwd, hoe je een les behoort observeren met het formulier en hoe je de scores kunt interpreteren, zodat er concreet verbetergedrag binnen de zone van naaste ontwikkeling naar voren komt waarmee je effectiever docent gedrag kunt ontwikkelen.

Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.

1. Wat is het OTA observatieformulier?

OTA staat voor Observatie Tool Achrimedes en is ontwikkeld door de Nederlandse onderzoeker Oscar Terpstra als reactie op het ICALT instrument. 

De OTA is ontwikkeld op basis van het gedachtegoed van het ICALT instrument en andere toonaangevende onderzoeken. ICALT staat voor International Comparative Analysis of Learning and Teaching en is een onderzoeksinstrument dat (effectief)docent gedrag meet door middel van observatie (bekijk voor meer informatie ook het artikel en de video over het ICALT instrument).

Deze onderzoeksmatige basis van ICALT heeft heeft volgens sommige opleiders beperkingen voor het begeleiden van docenten waardoor binnen de lerarenopleidingen en het werkveld de vraag ontstond voor een meer Begeleidingsgericht instrument. Het OTA lesobservatie-formulier is een antwoord op deze vraag vanuit het lectoraat Werken in Onderwijs van de hogeschool Utrecht.

Leuk allemaal, maar wat kun je hier mee in de les? Door een lesobservatie met de OTA krijg je zicht op de docentvaardigheden. Daarmee is de OTA bruikbaar voor begeleiding en ontwikkeling van docenten. Na de observatie geeft OTA concreet docentgedrag aan de hand waarvan een docent kan zich verbeteren. De observatie lijkt eenvoudig, maar hier komt meer bij kijken dan je misschien denkt. 

2. Wat zijn de zeven schalen van OTA?

De OTA heeft zeven domeinen namelijk:

  1. Veilig en ondersteunend leerklimaat
  2. Doelmatig organiseren van onderwijs
  3. Effectieve instructie
  4. Activerend en stimulerend onderwijs
  5. Bevorderen van een leercultuur
  6. Differentiëren
  7. Begeleiding ontwikkeling leervaardigheden.

De domeinen staan op volgorde van meer basis docentvaardigheden naar meer gevorderde docentvaardigheden en lopen op in complexiteit. Dus van relatief makkelijk, naar relatief moeilijk (Van der Lans, Van de Grift & Van Veen, 2018). Een beginnend leraar kan de eerste vijf domeinen op voldoende niveau uitvoeren. Na ongeveer drie jaar leservaring zie je dat de meeste leraren alle domeinen op een voldoende niveau uitvoeren. Sommige docenten ontwikkelen zich, door middel van bewuste inoefening, verder tot expert docenten op elk domein.

De volgorde waarin leraren vaardigheden leren beheersen, dan ook min of meer chronologische. Een Veilig en ondersteunend leerklimaat is net wat makkelijker dan het doelmatig organiseren van onderwijs. Na een doelmatig lesorganisatie komt een effectieve instructie in en zo voort. Op zich logische en je kunt je vast voorstellen dat wanneer je nog geen duidelijke instructie kunt geven, het geen goed idee is om te gaan differentiëren met een klas. Ga ook niet aan de slag met het activeren van leerlingen als je lesorganisatie nog onvoldoende is. Dit wordt waarschijnlijk een rotzooi zonder leerwinst en daar doe je jezelf en je leerlingen geen plezier mee!

3. Hoe observeer je met OTA?

Om te gaan opserveren moet je niveautje dieper het observatieformulier in. We kijken daarvoor naar de indicatoren en de voorbeelden van goed leraargedrag.

De domeinen kennen elk 3 to 7 docent vaardigheden of indicatoren van het domein. Achter de vaardigheden staan voorbeelden van good practice. Anders gezegd voorbeelden van hoe de indicator er tijdens de les uit ziet in concreet docent gedrag. Dit is het niveau waar het echt gebeurd. Je ziet hier de eerste pagina van de OTA.

Als je nu denkt: wow wat moet ik hiermee, kan ik me dat voorstellen. Als je de OTA voor het eerst ziet is het nogal veel informatie die op twee pagina’s gepropt staat. Aan die complexiteit gaan we wat doen! Aan de hoeveelheid niet overigens. Die blijft hetzelfde:) 

Je ziet hier de domeinen die we net al noemde. Daar achter staan de indicatoren. Achter de indicatoren vind je voorbeelden van goed gedrag in de onderwijspraktijk.

Bijvoorbeeld Domein 2 het doelmatig organiseren van onderwijs bestaat uit de volgende indicatoren:

  • De leraar zorgt dat het onderwijsmateriaal op orde is
  • De leraar brengt structuur aan in het onderwijs
  • De leraar zorgt voor effectieve leertijd
  • De leraar behandelt de leerdoelen van het onderwijs
  • De leraar gaat na of de leerdoelen zijn bereikt

Als ik bij leraren in de klas ga observeren en ik kijk naar dit domein dan scoor ik de vijf indicatoren van het domein op een niveau van 1 tot en met 4. Niveau 1 is overwegend zwak en vier is overwegend sterk. Vanaf een drie spreken we van een voldoende.. 

Als observator zomaar een score geven voor de domein is niet zo zuiver daarom komt de score voort uit het gedrag dat ik gezien heb in de les. Dit is waarom elke indicator voorbeelden van gedrag heeft. De eerste indicator ‘De leraar zorgt dat het onderwijsmateriaal op orde is’ heeft als voorbeelde van gedrag de leraar zorgt dat de materialen en/of ict-midelen klaar zijn voor gebruik en de leraar heeft opdrachten of activiteiten voor de leerlingen die klaar zijn met hun werk. In het verlengd van de indicatoren en gedrag dat in het verlengde hiervan ligt kom ik tot de score op het niveau voor de indicator. LET OP. Dit gebeurt niet door een optelsom van al het geobserveerde gedrag maar een interpretatie van wat ik als observator gezien heb. Het kan dus zo zijn dat ik maar een soort gedrag gezien heb of zelfs of zelfs ander gedrag dat in lijn ligt met het op orde hebben van het onderwijsmateriaal en dat ik op basis daarvan een niveau score van 4 geef. Het kan ook andersom het geval zijn. Ik heb al het gedrag gezien, maar niet zo goed en dus is de niveauscore 1. De verschillende niveauscores op de indicatoren leveren vervolgens een domeinscore op voor het veilig en stimulerend leerklimaat. 

Je hebt een score nodig op alle indicatoren voor een domeinscore! Het is niet mogelijk om maar een deel van de indicatoren te observeren, dit maakt dan is de score op het domein waardeloos. Het is wel mogelijk om indicatoren of zelfs een heel domein niet te observeren omdat je het gedrag simpelweg niet gezien hebt. De domeinscore zal dan wel laag uitvallen. Dit is overigens niet erg en zie je veel bij docenten in ontwikkeling. Zij zijn simpelweg nog niet toe aan de complexere domeinen.  

4. Hoe Interpreteer je OTA-scores?

Dan nu een vaak verwaarloosde, maar belangrijke stap. Het interpreteren van de score zodat de feedback in de zone van naaste ontwikkeling zit en deze daadwerkelijk bijdraagt aan je ontwikkeling als leraar! Hoe haal je de juiste les nu uit de observatie. Of als je observeerder bent hoe geef je de juiste feedback. Wanneer je leert het belangrijk dat je je in de zonde van zone van naaste ontwikkeling bevindt en niet in de frustratie zone.

Model van de zone van naaste ontwikkeling (ZNO)-Lev-Vygotsky-zone van actuele ontwikkeling-frustratie zone-onderwijspraktijk-Modellen-Eenmeesterinleren
“Deze afbeelding van de ZNO is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/zone-van-naaste-ontwikkeling-van-lev-vygotsky/

Iedereen kent het gevoel van frustratie wanneer een leertaak veel te moeilijk is. Je kunt er dan niets mee. Wanneer je feedback geeft en je krijgt de reactie: O, leuk dat ga ik proberen of Haha had dat eerdergezegd dan had ik het gedaan. Dan zit je goed! Bekijk voor meer informatie over de zone van naaste ontwikkeling en feedback geven de artikelen daarover. In de OTA kun je deze zone van naaste ontwikkeling als volgt vinden. 

Hoe bepaal je de zone van naaste ontwikkeling van een docent?

Zoals we benoemde zijn de domeinen oplopend in complexiteit. Daarom is het vaak zo dat een observatie er zo uit ziet. De score grofweg wordt steeds lager. 

Voorbeeld observatie OTA
3.0 – Veilig en ondersteunend leerklimaat
2.8 – Doelmatig organiseren van onderwijs
3.0 – Effectieve instructie
2.0 – Activerend en stimulerend onderwijs
2.0 – Bevorderen van een leercultuur
1.1 – Differentiëren n.v.t. – Begeleiding ontwikkeling leervaardigheden

Je vind de zone van naaste ontwikkeling bij de eerste domein die onder de 2.5 of n.v.t scoort. Meestal volgen er na de score onder de 2.5 ook alleen maar lagere scores zoals in het voordeelt te zien is. In dit geval bevindt de zone van naaste ontwikkeling zich dus in het domein activerend en stimulerend onderwijs.

Dat is top maar waar ga je nu aan werken. Het is te vaag om te werken aan activerend en stimulerend onderwijs. in het algemeen. Daarom kijken we weer naar de voorbeelden van een goede practijk. 

5. Hoe verbeter je concreet gedrag op basis van OTA?

Om tot het gedract te komen kijken we eerst naar de zwak scorende indicatoren. Stel je voor een leraar had een score op de indicatoren van 3 2 1 2. Dan gaan we bij de indicatoren die laag scoren op zoek naar gedrag dat niet geobserveerd is. In dit geval is het de indicatoren ‘de leraar stelt vragen die leerlingen aanzetten tot nadenken’. Wanneer bepaald gedrag niet geobserveerd is geeft dit mooie concrete aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld stel vragen die leerlingen snappen, gebruik lagere en hogere orde vragen en vraag vaker naar een oplossing. Dit is concreet gedrag dat je de volgende les kunt verbeteren. Op deze manier kom je van een observatie, tot de schaal die voor jou interessant is, en gebruik je de zwakke indicatoren om tot concrete gedragingen te komen waarop je kunt focussen in je volgende les. Een kind kan de was doen!

Uitzonderingen bij het zoeken naar de zone van naaste ontwikkeling!

Nog twee uitzonderingen. Soms is dat een score niet zo netjes afloopt en ziet de score ziet er bjivoorbeeld zo uit.

Voorbeeld observatie OTA
3.0 – Veilig en ondersteunend leerklimaat
2.8 – Doelmatig organiseren van onderwijs
3.0 – Effectieve instructie
2.3 – Activerend en stimulerend onderwijs
3.0 – Bevorderen van een leercultuur
1.1 – Differentiëren n.v.t. – Begeleiding ontwikkeling leervaardigheden

In deze gevallen is het de vraag of de zone van naaste ontwikkeling zich begint in de eerste score onder de 2.5 of in de tweede score onder de 2.5. Ofwel wil deze leraar zijn ontwikkeling focussen op het domein ‘Activerend en stimulerend onderwijs’ of in de domein ‘Differentiëren’. Ben je observator ga, in dit geval dan samen met de leraar na of de score bij het domein ‘Activerend en stimulerend onderwijs’ klopt en dat dit inderdaad het domein is waarin gezocht moet worden naar ontwikkelpunten of dat er een foutje in de observatie geslopen is en dat domein ‘Differentiëren’het juiste domein is om de ontwikkeling op te richten. Leraren weten dit vaak vlekkeloos van zichzelf. Daarna kun je binnen het domein weer te werk gaan zoals ik net al vertelde. Zoek de laag scorende indicatoren en het gedrag dat niet geobserveerd is als aanknopingspunten ter verbetering. 

Als laatste komt het soms voor dat de cijfers een groot rommeltje zijn. In dat geval is er iets fout gegaan tijdens de observatie of in de les. Plan in deze gevallen gewoon een nieuw observatiemoment in. Maak niet de fout om een slechte observatie toch te gaan interpreteren. Hiermee doe je meer kwaad dan goed.

6. Aandachtspunten bij het observeren met OTA

Een aantal aandachtspunten bij het observeren. De eerste twee punten heb ik net al behandeld

  • De domeinscore = het gemiddelde van de indicatoren van en domein
  • Een missende score bij de indicatoren maakt de domeinscores waardeloos
  • Kies bij twijfel laag dus twijfel je tussen 2 of 3 kies dan altijd voor 2
  • Begrip van de indicatoren en een globaal idee waar welke staat
  • Kijk door de bril van de indicatoren en het gedrag en niet door de eigen bril van wat goed onderwijs is.
  • Parkeer je eigen mening → houd de definitie van het instrument aan. De meeste leraren hebben goede opvattingen over wat goed onderwijs inhoud. Deze opvattingen en de definities die ze hierbij gebruiken verschillen wel sterk van leraar tot leraar. Probeer, ondanks je eigen inzichten en overtuigingen, zo dicht mogelijk bij de defenities van het goede gedrag aan te blijven. Je kunt de otainstrument beschouwen als een meetlint dat je goed moet gebruiken. Leg je het meetlind scheef neer dan is de afstand die je meet onjuist. Het zelfde geld voor de OTA. Gebruik het zoals het bedoeld is.
  • Oefenen met het gebruik van een OTA vragenlijst. Als haalbaar is observeer dan samen lessen zodat je deze kunt bespreken en je beoordeling kunt 
  • Calibreren. Een andere manier dit te doen en beter te worden in het observeren met OTA is door een opgenomen les te beoordelen en de resultaten te bespreken. Het voordeel is dat de observatie door iedereen tijd en plaats onafhankelijk gedaan kan worden. Daarnaast is het hierdoor mogelijk de zelfde les met grotere groepen docenten te observeren en calibreren. 

Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?

“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”

‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!