De werking van het geheugen: hoe het korte en het lange termijn geheugen samenwerken!
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 29/december/2023
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat is het geheugen en hoe werkt het?
- Welke vormen van geheugen zijn er?
- Wat zijn de drie geheugenprocessen?
- Het geheugen in de onderwijspraktijk
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de werking van het geheugen. Vanuit mijn achtergrond als biologie leraar, onderwijskundige en lerarenopleider schijf ik artikelen en maak ik video’s fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën geordend per thema en een groep onderwijsprofessionals waar je je inhoudelijke vragen aan kunt stellen.
1. Wat is het geheugen en hoe werkt het?
Het geheugen is een fundamentele functie van de menselijke geest en speelt een cruciale rol in ons dagelijks leven. Eenvoudig gezegd, is het geheugen het proces waarbij informatie wordt opgenomen, opgeslagen en teruggehaald. Deze complexe werking van het geheugen stelt ons in staat om te leren uit ervaringen, te plannen voor de toekomst en onze identiteit en persoonlijke geschiedenis te behouden.
In de kern omvat het geheugen drie primaire processen: encoderen, opslaan en terughalen. Het encoderen (of opnemen) is de eerste stap, waarbij waargenomen informatie wordt omgezet in een vorm die door het brein kan worden bewaard. Vervolgens wordt deze informatie opgeslagen; afhankelijk van het belang en de frequentie van herhaling kan dit in het kortetermijngeheugen of in het langetermijngeheugen zijn. Het terughalen, tenslotte, is het proces waarbij opgeslagen informatie wordt teruggevonden en gebruikt.
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/korte-en-lange-termijn-geheugen/‘
Wat is het verschil tussen geheugen en intelligentie (IQ)?
Een goed geheugen wordt vaak verward met intelligentie. Denk bijvoorbeeld aan iemand die alle weetjes uit de encyclopedie kent. Je zou hem kunnen typeren als slim, maar geheugen en intelligentie zijn twee verschillende dingen. Hoewel een goed geheugen een indicatie kan zijn van cognitieve vaardigheden, betreft intelligentie een breder scala aan cognitieve processen, waaronder probleemoplossing, abstract denken en meer. In dit artikel richten we ons specifiek op het geheugen en zijn mechanismen, en niet op de bredere concepten van intelligentie en cognitieve functie. Zie voor meer informatie hierover de het artikel: ‘Intelligentie en leren‘.
In de volgende paragrafen zullen we de verschillende vormen van geheugen in detail bespreken, evenals de specifieke processen die betrokken zijn bij het onthouden van informatie. Dit zal ons helpen om een dieper begrip te krijgen van hoe ons geheugen werkt en hoe het invloed heeft op ons leren en onze dagelijkse activiteiten.
2. Welke vormen van geheugen zijn er?
Het geheugen kan onderverdeeld worden in drie vormen, namelijk:
- het zintuiglijke geheugen (het sensorisch geheugen) in de hersenschors,
- het korte termijn geheugen (het werkgeheugen) in de hippocampus en
- het lange termijn geheugen wat van de hippocampus teruggaat naar de hersenschors.
In dit artikel gaan we verder in op de werking van het geheugen en niet van de hersenen. Lees voor meer informatie over de hersenen ook het artikel over de werking van de hersenen en hersengebieden. Het onthouden van informatie gebeurd via geheugenprocessen in deze drie vormen van het geheugen. we beschrijven deze geheugenprocessen en bijbehorende fases van het onthouden van informatie in de volgende alinea’s.
3. Wat zijn de drie geheugenprocessen?
Het onthouden van informatie is een proces dat bestaat uit drie fasen die elk een ander geheugenproces beschrijven.
- Fase 1. Opnemen van informatie in het geheugen;
- Fase 2. Opslaan van informatie in het langetermijngeheugen;
- Fase 3. Ophalen van informatie uit het langetermijngeheugen.
Aan de hand van de afbeelding zullen we stap voor stap dieper ingaan op alle drie de fases. Deze fases spelen zich af in de eerder benoemde vormen van het geheugen. Je ziet deze vormen van het geheugen dan ook terugkomen in de uitleg.
‘Deze afbeelding is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/korte-en-lange-termijn-geheugen/‘
Fase 1: Het opnemen van informatie
Informatie komt via onze zintuigen onze hersenen binnen in het sensorische geheugen (dit wordt ook wel het zintuiglijke geheugen genoemd). Je zintuigen zijn de hele dag actief en nemen voortdurend van alles waar. Dit kan op verschillende manieren, door te kijken, te horen, te voelen, te proeven of te ruiken. Deze waarnemingen sla je echter niet automatisch allemaal op in je geheugen.
Alleen de dingen die je aandacht hebben zullen in het geheugen worden opgeslagen, de rest verdwijnt direct. Gelukkig maar want als alle informatie die je waarneemt actief binnen komt zou je helemaal gek worden van de hoeveelheid. Leerlingen die een probleem hebben om hun aandacht goed te richten onthouden dus ook de verkeerde informatie of zijn overwelmd door de hoeveelheid informatie.
Er zijn stoornissen die als gevolg hebben dat leerlingen problemen hebben met de hoeveelheid informatie of de verwerking hiervan. Kijk voor meer informatie de het artikel over Special Educetional needs afgekort S.E.N.
Het is van belang dat je als leraar de aandacht van jouw leerlingen hebt, voordat je begint met je instructie. Het krijgen van aandacht kun je bijvoorbeeld doen door een aandachtsrichter in te zetten. Een voorbeeld van een aandachtsrichter is een leraar die elke dag een prikkelende foto op het smartboard heeft staan als de leerlingen binnenkomen. De leerlingen proberen aan de hand van die foto te raden wat de leerdoelen van de les zijn, waardoor hun aandacht direct gericht is op het mogelijke onderwerp van de les.
Fase 2: Het opslaan van informatie
Nadat de informatie in fase 1 via het sensorisch geheugen is binnengekomen en er sprake is van selectieve aandacht voor een deel van de informatie, wordt de informatie opgeslagen in je werkgeheugen. Het werkgeheugen bevat de informatie waar je op dat moment aan denkt en heeft een beperkte capaciteit. De meest gebruikte term voor het werkgeheugen is het korte termijn geheugen.
De term korte termijn geheugen is niet zo passend omdat het niet alleen gaat om de korte tijdsduur dat de informatie onthouden wordt, maar ook om de beperkte hoeveelheid informatie die onthouden kan worden. In dit artikel spreken we daarom over werkgeheugen en niet over kortetermijngeheugen.
In het werkgeheugen kun je ongeveer zeven tot negen elementen opslaan. Dit werd ontdekt door Miller. Miller noemde dit de magic number seven. Voor meer informatie hierover kun je de het artikel over Chunking lezen. Verder kan het werkgeheugen de informatie gedurende 15 tot 20 seconden opslaan. Daarna kunnen er drie dingen gebeuren: 1. de informatie wordt doorgezet naar het langetermijngeheugen, 2. de informatie wordt vergeten of 3. de informatie wordt herhaald in het werkgeheugen.
Als we informatie voor langere tijd willen onthouden is het van belang dat deze informatie opgeslagen wordt in het lange termijn geheugen. De informatie moet dan van het werkgeheugen worden doorgezet naar het langetermijngeheugen. In het langetermijngeheugen wordt de informatie gecodeerd en georganiseerd opgeslagen in schema’s. Ze wordt als het ware gekoppeld aan kennis die al aanwezig is. Op die manier geef je ook betekenis aan de informatie.
Wanneer je voor het eerst een braam ziet en eet wordt deze bijvoorbeeld gecodeerd als fruit. Naast appels, bananen etc. en weet je dan automatische ook in de supermarkt waar je bramen zou kunnen vinden. Er zijn allerlei strategieën om het proces van het opslaan van informatie te ondersteunen. In paragraaf 4. het geheugen in de onderwijspraktijk gaan we verder op in in de andere theorieen rondom hersenen en leren.
De capaciteit van het langetermijngeheugen is nagenoeg onbeperkt: je kunt heel veel informatie opnemen en opslaan.
Een andere mogelijkheid vanuit het werkgeheugen is dat de informatie wordt vergeten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat de informatie niet goed opgeslagen is, niet goed vastgehouden wordt, of niet meer teruggevonden kan worden. Als je bijvoorbeeld een verificatiecode, een to-do-lijstje of route langer dan een halve minuut wilt onthouden moet je het herhalen, opschrijven of de spreekwoordelijke ‘knoop in je zakdoek leggen’.
Informatie kan ook uit het kortetermijngeheugen verdwijnen door interferentie: het verwarren of samenklonteren van nieuwe informatie met reeds aanwezige kennis. Dit vindt bijvoorbeeld plaats als leerlingen een begrip opgezocht hebben en ze kort daarna worden gevraagd iets anders op te zoeken; in dit geval zal het eerste begrip waarschijnlijk weer vergeten worden.
Fase 3: Het ophalen van informatie
Informatie die opgeslagen is in het langetermijngeheugen kun je ook weer terughalen. We noemen dat het herinneren of ‘ophalen’ van informatie. Iemand waarvan we zeggen dat hij/zij een goed geheugen heeft, kan informatie zowel heel effectief opslaan als effectief ophalen.
Als informatie vanuit het werkgeheugen eenmaal opgeslagen is in het langetermijngeheugen lijkt het daar altijd aanwezig te blijven. Het is een kwestie van het juiste pad vinden en activeren om het weer op te halen. Soms kost dit echter veel moeite of tijd, want verbindingen in de hersenen die niet of nauwelijks gebruikt worden, worden steeds zwakker. Je kunt de hersenen zien als een spier, die zwakker wordt naarmate die minder gebruikt wordt. Als de verbindingen uiteindelijk zo zwak zijn geworden dat ze niet langer geactiveerd kunnen worden (en de informatie dus niet meer ‘opgehaald’ kan worden), spreken we van vergeten door verval.
Informatie die niet regelmatig gebruikt wordt in het langetermijngeheugen kan een niveau berijken waarop deze helemaal niet meer geactiveerd kan worden, en dus als vergeten beschouwd wordt. Ook kan het gedurende de tijd zo zijn dat oude herinneringen vermengen met nieuwe ervaringen of recentere herinneringen. Oude herinneringen kunnen op die manier dus zelfs veranderen naarmate je ouder wordt.
4. Het geheugen in de onderwijspraktijk
Specifiek ter aanvulling op dit artikel heb ik een aantal artikelen geschreven over hoe je in de onderwijspraktijk rekening kunt houden houden met de werking van het geheugen van leerlingen. Het gaat om theorieen die de werking van het geheugen operationaliseren tot een practische en bruikbaar handvat voor in de les. Wil je de werking van het geheugen mee nemen in jouw onderwijspraktijk lees dan ook de artikelen over ‘de dual-de coding theorie‘, ‘de cognitieve load theorie‘, ‘Cognitieve multimediatheorie‘, ‘de chunking theorie‘ en het artikel over ‘executieve functies‘.
Een leven lang lesgeven doen docenten samen.
Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts.
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘