Flowtheorie in het Onderwijs: Het Optimaliseren van Leerlingmotivatie en Concentratie
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 23/nov/2023
Redacteur: Gezocht
“Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.”
Inhoudsopgave
- Wat is het Flow Model?
- Wat moet in balans zijn om in een staat van flow te komen?
- Hoe kunnen leerlingen in flow terecht komen?
- Wat is het tegenovergestelde van Flow?
- Is flow hetzelfde als zelfregulatie?
- Conclusie: Flow in de Onderwijspraktijk
Als leraar, onderwijskundige en lerarenopleider wil ik doormiddel van dit artikel informeren over de flowtheorie van Mihaly Csikszentmihalyi. De theorie is een sleutel tot het ontsluiten van het potentieel van elke leerling en daarom relevant voor het leerproces. Bekijk de video of lees het artikel voor een uitleg van de flowtheorie.
“Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/flowtheorie-in-het-onderwijs-het-optimaliseren-van-leerlingmotivatie-en-concentratie/“
1. Wat is het Flow Model?
De flowtheorie, ontwikkeld door Mihaly Csikszentmihalyi, beschrijft een staat waarin mensen volledig opgaan in wat ze doen, gekenmerkt door volledige betrokkenheid en genot in de activiteit. Deze staat wordt Flow genoemd en behoort tot de intrinsieke motivatie. Voor meer inzicht in de verschillende soorten motivatie: A-motivatie, Extrinsieke Motivatie en Intrinsieke motivatie raad ik je aan het artikel ‘van A-motivatie naar Actie: Het Benutten van Intrinsieke en Extrinsieke Motivatie‘ te lezen. Om Flow te bereiken moet een balans tussen de moeilijkheidsgraad van een taak en de competentie van de leerling voor de taak bereikt worden. Hoe dit werkt en hoe dit er in de klas uitziet komt in dit artikel aan bod.
2. Wat moet in balans zijn om in een staat van flow te komen?
Om flow te bereiken, moet de moeilijkheidsgraad van een taak in balans zijn met de competentie van de leerling. Een op optimaal ontworpen leertaaktaak die de leerling precies genoeg uitdaagt, kan dus een staat van flow teweegbrengen. is een taak te moeilijk dan zul je zien dat leerlingen angstig worden en wanneer de competentie van de leerling veel te hoog is voor de taak dan zal de leerling zich vervelen. Kijk in je klaslokaal dus naar verveling en angst ten opzichte van de taak. Dit zijn belangrijke gedragsindicatoren die jou als docent informatie geven over waar je bij kunt sturen. Nu je weet waar het ‘mis’ gaat wil je je leerlingen helpen om beter in flow te komen. Hoe je dit kunt doen beschrijf ik hieronder.
“Deze afbeelading is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/flowtheorie-in-het-onderwijs-het-optimaliseren-van-leerlingmotivatie-en-concentratie/“
3. Hoe kunnen leerlingen in flow terecht komen?
Zoals gezegd gaat het over de juiste balans tussen de moeilijkheidsgraad en competentie maar hoe bereik je deze. Hier kun je op verschillende manieren rekening mee houden in je onderwijs. Hieronder beschrijf ik er een paar.
- Pas de leertaak aan: Wanneer de leertaak goed aansluit bij het competentieniveau zal de kans op flow en de motivatie van de leerling vergroten. Daarom is het van belang om als docent na te denken over de juiste leertaken voor elke leerling afzonderlijk. Wanneer de leertaak goed aansluit bij het competentieniveau zal de motivatie van de leerling verhogen. Het laten aansluiten van leertaken op alle leerlingen wordt ook wel didactische differentiëren genoemd. Ook organisatorische differentiëren helpt voor de aansluiting van de moeilijkheidsgraad op de competentie van de leerling, maar vraagt vaak meer tijd van de docent tijdens de les.
- Gebruik scaffolding: Door hulpmiddelen, zogenaamde scafolds, te ontwerpen die leerlingen kunnen gebruiken om hun leertaak succesvol af te ronden help je leerlingen bij het maken van de leertaak. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt blijft de moeilijkheidsgraad van de taak gelijk. Een goede scaffold is een verlengstuk van de competentie van de leerling en verhoogt op die manier de kans op flow.
- Wees duidelijk: Eigenlijk is alle onduidelijkheid in de taak is onwenselijk. De cognitive load theorie beschrijft dit als germane load. deze load kan het leren in de weg zitten als hij te groot is. Zorg dat leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt door eenduidig geformuleerde doellen te stellen en feedback te geven op de taak en het proces zodat de leerlingen weten wat er goed gaat en wat nog aandacht behoeft.
4. Wat is het tgenovergestelde van Flow?
Feitelijk is het tegenovergestelde van flow natuurlijk geen flow. Bij taken die te makkelijk of juist te moeilijk zijn, kunnen leerlingen verveling of angst ervaren, waardoor ze uit de flow raken. Verveling en angst worden daarom vaak gezien als het tegenovergestelde is van flow. Hier ligt een belangrijke taak voor leraren en andere betrokkenen bij de ontwikkeling van leerlingen.
5. Is flow hetzelfde als zelfregulatie?
De theorie is van origine een motivatietheorie, maar wordt soms verward met theorie over zelfregulatie wanneer het gaat over concentreren op de taak. De samenhang tussen flow en zelfregulatie is echter een interessant aspect binnen de psychologie en het onderwijs. Zelfregulatie verwijst naar het vermogen van individuen om hun gedrag, emoties en gedachten te beheren en te sturen in de richting van het bereiken van persoonlijke doelen. Flow, zoals gedefinieerd door Mihaly Csikszentmihalyi, is een staat van diepe betrokkenheid en voldoening in een activiteit. De relatie tussen deze twee concepten kan vanuit verschillende perspectieven worden bekeken:
- Voorwaarde voor Flow: Zelfregulatie is een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van flow. Om in een flowstaat te komen, moet een persoon in staat zijn om afleidingen te beheersen, zich te concentreren op de taak en zijn of haar emoties en motivatie te reguleren. Dit vereist een hoog niveau van zelfregulatie.
- Flow Bevordert Zelfregulatie: Het ervaren van flow kan op zijn beurt zelfregulatievaardigheden versterken. Wanneer iemand regelmatig flow-ervaringen heeft, leert hij of zij hoe afleidingen te vermijden, zich te concentreren op de taak en effectief met uitdagingen om te gaan. Deze vaardigheden zijn cruciaal voor zelfregulatie.
- Feedback Loop: Er kan een positieve feedback loop ontstaan tussen flow en zelfregulatie. Flow-ervaringen kunnen de zelfregulatie verbeteren, wat weer leidt tot meer flow-ervaringen. Dit kan leiden tot een opwaartse spiraal van verhoogde competentie en betrokkenheid.
- Doeloriëntatie en Zelfregulatie: Zelfregulatie omvat vaak doelgericht gedrag. Flow treedt vaak op wanneer iemand volledig opgaat in een activiteit die gericht is op een duidelijk doel. Dit vereist het vermogen om op lange termijn doelen te stellen en na te streven, een sleutelaspect van zelfregulatie.
- Emotionele Regulatie: Flow-ervaringen zijn meestal positief en bevredigend. De vaardigheid om positieve emoties te cultiveren en te onderhouden, een aspect van zelfregulatie, is belangrijk voor het bevorderen van flow-ervaringen.
In het onderwijs kunnen leraren deze inzichten gebruiken om leerlingen te helpen hun zelfregulatievaardigheden te ontwikkelen, waardoor ze meer geneigd zijn flow-ervaringen te hebben. Dit kan leiden tot meer betrokkenheid, motivatie en uiteindelijk succes in hun leerproces. Bekijk voor meer informatie de video over zelfregulatie en zelfregulerend vermogen of lees het artikel over zelfregulatie.
6. Conclusie: Flow in de Onderwijspraktijk
In dit artikel hebben we de flowtheorie van Mihaly Csikszentmihalyi verkend, een krachtige sleutel tot het ontsluiten van het potentieel van elke leerling in de klas. Flow, gedefinieerd als een staat van volledige betrokkenheid en genot in een activiteit, is een cruciale component in het stimuleren van intrinsieke motivatie en diepe concentratie bij leerlingen.
Het tegenovergestelde van flow – verveling en angst – treedt op wanneer taken te makkelijk of te moeilijk zijn. Dit zijn de belangrijkste gedragsindicatoren waar je als docent op kunt letten wanneer je wil kijken waarom jouw leerlingen niet in flow zijn. Ervaren jouw leerling angst dan is de taak te moeilijk, ervaren zij verveling dan is hij te makkelijk. Het simpelweg makkelijker of moeilijker maken van de taak is meestel niet de oplossing.
De essentie van flow in het onderwijs is het vinden van de juiste balans tussen de moeilijkheidsgraad van een taak en de competentie van de leerling. Dit evenwicht zorgt ervoor dat leerlingen uitgedaagd worden zonder overweldigd te raken, waardoor een omgeving ontstaat waarin zij kunnen floreren. Door middel van didactische en organisatorische differentiatie, het gebruik van scaffolding, en het stellen van duidelijke doelen en feedback, kunnen leraren hun leerlingen helpen om deze optimale staat van flow te bereiken.
Het concept van flow overlapt met zelfregulatie, vooral als het gaat om concentratie op de taak. Zelfregulatie is zowel een voorwaarde voor als een resultaat van flow. Het bevorderen van zelfregulatievaardigheden bij leerlingen kan leiden tot meer flow-ervaringen, wat op zijn beurt bijdraagt aan een hoger niveau van zelfregulatie. Dit creëert een positieve feedbackloop die leidt tot verhoogde competentie, betrokkenheid en succes in het leerproces.
In de kern is flow in het onderwijs niet alleen een middel om de motivatie en betrokkenheid van leerlingen te vergroten, maar ook een manier om hun algemene welzijn en academische prestaties te verbeteren. Door als leraar de principes van de flowtheorie toe te passen, creëren we een klasomgeving waarin elke leerling de kans krijgt om zijn of haar volledige potentieel te bereiken.
Een leven lang lesgeven doen docenten samen.
Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door collega’s en andere experts.
“Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!”