Het Kemp-model: Ontwerp je onderwijs met een meer cyclische onderwijsontwerpmodel!
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 17 november 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat is het Kemp-ontwerpmodel?
- Wat zijn de negen componenten van Kemp?
- Hoe werkt de evaluatie en de revisie?
- Wat zijn de voordelen van het Kemp-model?
- Wat zijn de verschillen tussen het KEMP model en Dick & Carry?
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in het Kemp-model van Morrison, Ross, & Kemp.
Na het kijken van lezen van dit artikel weet je alles over het Kemp-model en kun je het model gaan gebruiken tijdens het ontwikkelen van lessen of lessenseries.
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
1. Wat is het Kemp-ontwerpmodel?
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/kemp-model/‘
het Kemp model van Morrison, Ross, & Kemp wordt vanwege de gronleggers ook wel het MRK model genoemd. Het model is een onderwijsontwerpmodel en kent net als het ADDIE-model en het Dick en Carry-model model, zijn oorsprong in het instructional System Design. Daarom zitten er overeenkomsten in de artikelen over deze modellen. Ik leg eerst het Kemp model uit en sluit het artikel af met de overeenkomsten en verschillen tussen de modellen zodat je weet waneer en waarom je het Kemp model wel of niet moet gebruiken.
Het Kemp-model kent, zoals je in de grafische weergaven kunt zien, de negen componenten: Instructional problems, learner characteristics, task analysis, instructional objectives, content sequencing, instructional strategies, designing the messag , instructional delivery, en evaluation instruments. In het nederlands ziet het model er zo uit.
Ik zal de negen componenten een voor een toelichten. Voordat ik daar aan begin is het belangrijk om te weten dat de componenten van het Kemp model niet lineair zijn. De componenten zijn wel onderlinge afhankelijk van elkaar, maar er kan gelijktijdig gewerkt aan de verschillende componenten gewerkt worden tijdens het ontwerpproces. Het model gaat hierin zelfs zo ver dat in sommige omstandigheden niet alle componenten vereist zijn in een ontwerpproces.
2. Wat zijn de negen componenten van Kemp?
Instructie probleem
Als eerste het instructie probleem. Bepaal de overkoepelde onderwijsdoelen waaraan je tijdens het onderwijs wil werken. Welke vaardigheden, kennis of attitude moeten de leerlingen verwerven. Vragen die je hierbij kunnen helepen zijn welke brede concepten, nieuwe kennis of specifieke Inhoud zou de leerling op vakniveu moeten beheersen? en Welke taken moet de leerling kunnen uitvoeren nadat zij het onderwijs hebben gevolgd?
Leerling kenmerken
Als tweede, de leerling kenmerken. Identificeer de kenmerken van de leerlingen het waar je tijdens het ontwerpproces rekening mee wil of moet houden. Dit kan doormiddel van een leerlinganalyse. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan de afname van intervieuws en het op basis daarvan maken van persona’s.
Taakanalyse
Als derde, de taakanalyse. Verduidelijk de inhoud van het onderwijs en analyseer de deeltaken binnen de overkoepelende onderwijsdoelen. Om meer zicht te krijgen in de verschillende deeltaken en niveaus kun je gebruikmaken van een taxonomie. Bekijk voor meer informatie de artikelen over de verschillende taxonomieen.
Leerdoelen
Als vierde, de leerdoelen. Stel op basis van je overkoepelende onderwijsdoelen, de leerlingkenmerken en taakanalyse een set met leerdoelen op voor je leerlingen. Bekijk voor meer informatie de artikelen over de het opstellen van leerdoelen.
Volgorde van de inhoud
Als vijfde de volgorde van de inhoud. Het gaat om het ontwerpen van de meest efficiënte volgorde waarin informatie aan de leerling wordt gepresenteerd. Zorg ervoor dat informatie georganiseerd is op een logische manier. Liefst in overeenstemming met de echte wereld. De volgorde en hoeveelheid inhoud die je aanbied wordt ook beïnvloed door de leerlingkenmerken en de taakanalyse. Anders gezechd een moeilijke taak en ook slimme leerling beinvloed de volgorde.
Instructiestrategieën
Als zesde de instructiestrategieën. Ontwerp onderwijsstrategieën die de leerlingen in staat stellen de inhoud te beheersen en de leerdoelen te bereiken. Dit is vergelijkbaar met de ontwerp fase van het ADDIE model. De instructiestrategie moeten aansluiten het type prestatie of toets dat bij het instructieprobleem past. Bijvoorbeeld als je bezig bent met optellen en aftrekken, en je gebruikt hiervoor een instructie en een oefening met reeksen sommen, terwijl de toets het narekenen van een kassabon uit de supermarkt is, dan sluiten je onderwijsstrategieën niet goed aan op het overkoepelende doel dat voortkomt uit je instructieprobleem.
Ontwikkelen van leermateriaal
Als zevende het ontwikkelen van leermateriaal. Plan de instructies, de leertaken en de manier van communicatie met leerlingen. Ofwel plan het onderwijs, de manier van aflevering en vorm van samenwerken. Bijvoorbeeld het besluit om elke module starten met een opsomming van leerdoelen waarbij elk leerdoel begint met een werkwoord om de leerdoelen activerend te maken. Ook de keuze voor een digitale opdracht of juist een uitgeprinte versie en de keuze om wel of geen vragen te beantwoorden via de leeromgeving zijn keuzes die je hier maakt.
Ontwikkeling van de instructie
Als achtste de ontwikkeling van de instructie. Hier kies en/of produceer je de onderwijsmaterialen. Het gaat zowel om de leerling als de docentmaterialen. Ontwikkeling van de instructie betekent het produceren van het onderwijs zelf. Is er een powerpoint nodig dan ontwikkel je deze. Ook het maken van instructievideo’s, lezingen, handouts, leertaken, verwerkingsopdrachten en het inrichten van de leeromgeving horen hierbij. Eigenlijk alles dat de leerlingen en de docenten gebruiken bij het leren. Maak hierbij gebruikt van de input uit de andere componenten van het model.
Evaluatie instrumenten
En als negende de evaluatie instrumenten. Beschrijf hoe je vaststelt of de leerlingen de leerdoelen hebben behaald. Ontwikkel evaluatiemiddelen die geschikt zijn om de vorderingen van de leerlingen op de onderwijsdoelen te meten en te beoordelen. Hiervoor kunnen verschillende instrumenten gebruikt worden, zoals een eenvoudige toets, maar ook meer complexe instumenten zoals projecten, portfolio’s, papers of simulaties zijn geschikt.
De evaluatie instrumenten worden gebruikt voor zowel summatieve- als formatieve evaluatie en geven input op de revisie van het onderwijs, zoals je in de eerste buitenring van het model kunt zien. In de tweede buitenring gaat het over de factoren die komen kijken bij de ontwikkeling en in gebruik nemen van je onderwijs.
3. Hoe werkt de evaluatie en de revisie?
De evaluatie instrumenten worden gebruikt voor zowel summatieve- als formatieve evaluatie en geven input op de revisie van het onderwijs, zoals je in de eerste buitenring van het model kunt zien. In de tweede buitenring gaat het over de factoren die komen kijken bij de ontwikkeling en in gebruik nemen van je onderwijs.
4. Wat zijn de voordelen van het Kemp-model?
Enkele veel genoemde voordelen en nadelen van het Kemp-model. Zijn de ingebouwde flexibiliteit van het model. Omdat het Kemp-model niet lineair is, kan een ontwerper op elk punt in het model beginnen en is hij niet gebonden aan een lineaire werkwijze met rigide stappen (Circulair ontwerp). Daarbij nodigt de flexibiliteit uit om constante revisies in het ontwerp te maken. Kemp model streeft na dat onderwijs vanuit het perspectief van de leerling wordt opgebouwd waarbij de omgevingsfactoren in de school worden erkend. Het model is daarmee bijzonder bruikbaar voor het onderwijsontwerp waarbij technologie, pedagogiek en vakinhoud gemengd worden, om zo effectiever onderwijs te creëren.
Het niet lineaire karakter van het model kan voor nieuwe onderwijsontwerpers ook een nadeel zijn. Het ontbreken van vaste stappen kan het gebruik voor, met name, nieuwe onderwijsontwerpers, verwarrend maken. Verder kent het model, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het ADDIE model, veel verschillende componenten wat overzicht behouden moeilijker maakt voor onervaren ontwerpers.
5. Wat zijn de verschillen tussen het KEMP model en Dick & Carry?
Hoewel je wellicht al een aantal van de componenten van het Kemp-model uit de andere modellen herkent, nog snel een overzichtelijke vergelijking tussen het Dick en Carry-model en het het Kemp-model. Het meest opvallende verschil is dat het Dick en Carry-model een lineair model is dat alle stappen op een specifieke volgorde verbindt. Het Kemp-model is een circulair model. Een ander verschil tussen de twee modellen is dat het Kemp-model negen componenten in het ontwerpproces beschrijft, maar deze niet alle negen gebruikt hoeven te worden tijdens het onderwijsontwerp. In het Dick en Carry-model is daarentegen elke stap cruciaal voor het proces en kunnen deze niet overgeslagen worden. Het Kemp-model is dus flexibeler in te zetten en er kan op verschillende punten gestart worden. Dit maakt het een makkelijker ontwerpmodel om te gebruiken wanneer er verschillende ontwerpers aan hetzelfde onderwijsontwerp werken.
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘