Het Kirkpatrick model van Training en onderwijs evaluatie!
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 15 november 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat is het model van Kirkpatrick?
- Wat zijn de vier niveaus van Kirkpatricks model?
- Hoe evalueer je onderwijs of opleidingsprogramma?
- Het Kirkpatrick onderwijsevaluatie in de praktijk
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in het kirkpatrick model van evaluatie.
Na het lezen van dit artikel ken je het Kirkpatrick model en kun je de stappen van het model inzetten opleidingsprogramma’s op waarde te schatten of je eigen onderwijs te evalueren.
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
1. Wat is het model van Kirkpatrick?
Het Kirkpatrick-evaluatiemodel is ontwikkeld in de jaren 1950 door Donald Kirkpatrick. Het model is van origine bedoeld voor bedrijven om te bepalen of de tijd en het geld dat besteed wordt aan onderwijs ook de moeite waard is. Inmiddels is het model uitgegroeid tot een populair model voor de evaluatie van training en opleidingen. Het model een goede start wanneer je een heel opleidingsprogramma op waarde moet schatten of je eigen onderwijs wilt evalueren. Ik spreek in dit artikel over leerlingen, maar dit kunnen ook studenten of andere leerders zijn.
Het Kirkpatrick-model bestaat uit vier niveaus van opleidingsevaluatie: niveau 1 reactie, niveau 2 leren, niveau 3 gedrag en niveau 4 resultaten. In de volgende paragraaf ga ik dieper in op elk van deze niveaus!
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/het-kirkpatrick-model/‘ven naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/naam_artikel’
2. Wat zijn de vier niveaus van Kirkpatricks model?
Het Kirkpatrick-model bestaat uit vier niveaus van opleidingsevaluatie: niveau 1 reactie, niveau 2 leren, niveau 3 gedrag en nieau 4 resultaten. Hoe hoger het niveau hoe complexer de evaluatie is en hoe waardevoller de uitkomsten vaak zijn.
Niveau 1 de reactie
Het eerste niveau is de reactie, hoe reageerde leerlingen op het onderwijs? Je meet de algehele tevredenheid en betrokkenheid. Je zou vragen kunnen stellen zoals zou je deze ervaring aanbevelen aan een vriend, was je betrokken, hoe hoog was je aanwezigheid, hoe relevant was het voor je dagelijkse leven of tijdens je werk. Dit kan worden uitgevraagd door de leraar zelf, maar meestal wordt dit gemeten via een enquête aan het einde van de lessenreeks. Enquêtes zijn vanwege het gemak de meest voorkomende instrument om reactiegegevens te verzamelen, maar je kan dit ook vormgeven in interviews en focusgroepen. Over het algemeen verhoogt dit het aantal reacties en de kwaliteit van de reacties.
Een voorbeeld is een lessenreeks waarin gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de metacognitieve vaardigheden. Leerlingen worden over een aantal lessen aangeleerd om zelf te plannen, te monitoren en te evalueren. Na de lessenreeks krijgen de leerlingen een enquête met vragen hoe ze de lessen ervaren hadden in vergelijking met de ‘normale’ les. De leerlingen vonden het geweldig, want het was weer eens wat anders. Dat is een goed begin, maar je kunt je evaluatie hiermee nog niet afsluiten.
Niveau 2 het leren
Het tweede niveau is het leren, wat leerden leerlingen van het onderwijs? Je meet of de leerlingen nieuwe kennis, nieuwe vaardigheden of nieuwe attitudes hebben opgedaan. Je zou dit bijvoorbeeld kunnen bevragen door een taak te laten uitvoeren in lijn met de doelen van het onderwijs. Daarna beoordeel je hoe goed de taak is uitgevoerd. Zo kun je bepalen of er geleerd is. De meest voorkomende instrumenten om dit te meten zijn met quizzen of tests, dus pre-test, post-test of kennis checks tijdens een het onderwijs zelf. Maar ook interviews, focusgroepen, discussies, observaties enz lenen zich hiervoor.
Terug naar het voorbeeld van de lessenreeks over metacognitieve vaardigheden. De leerlingen krijgen naast de enquête met vragen over hun ervaring ook een toets met kennisvragen. De leerlingen scoren allemaal een ruime voldoende. Je kunt nu vaststellen dat de leerlingen de doelen behaald hebben. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je een slechte toets ontwikkeld hebt of dat de doelen van een te laag niveau waren natuurlijk en dat daarom alle leerlingen hoog scoorde. Maar goed daarom evalueren we juist. Zo kom je er achter hoe goed je onderwijsontwerp is. Laten we er voor nu van uit gaan dat het ontwerp verder in orde is en we op basis van de toets kunnen vaststellen dat de doelen behaald zijn.
niveau twee is waar de meeste evaluaties stoppen. In de onderwijspraktijk is het gebruikelijk, en vaak al een hele prestatie, als we de deelnemers aan het einde van het onderwijs een enquête laten invullen om te zien of ze het leuk vonden en een toets laten doen om te kijken of de doelen behaald zijn. Zo stellen we vast dat er geleerd is. Dit zijn prima manieren om level één en twee aan te pakken, maar het evalueren wordt eigenlijk pas interessant en waardevol vanaf level drie.
Niveau 3 het gedrag
niveau drie gaat over het gedrag. Hoe gedragen leerlingen zich na het onderwijs? Je meet of leerlingen de kennis, vaardigheden en attitude ook echt toepassen in de praktijk. Het is belangrijk dat je een idee hebt van welk gedrag gewenst is. Hiervoor identificeer je relevante taken en kijk je of die daadwerkelijk anders uitgevoerd worden op school, thuis of op het werk. Enquêtes zijn hier niet het meest effectieve evaluatiemiddel. De prestaties van leerlingen in een specifieke taak leveren meer waardevolle gegevens over of de leerlingen zich anders gedragen. Observaties, waarbij leraren de leerlingen observeren om te zien of ze de nieuwe vaardigheden of kennis toepassen, leveren ook waardevolle gegevens op.
Weer terug naar het voorbeeld. Na de lessenreeks over metacognitieve vaardigheden worden de leraar gevraagd een procentuele score te geven voor A. hoeveel leerlingen hun spullen mee had en naar de les B. wie zijn huiswerk af had en C. hoeveel leerlingen de zelfwerktijd in de les effectief gebruikten.
De score die de leraar geeft is per klas om het voor de leraar niet te belastend te maken. Deze score wordt vergeleken met de score voor de lessenreeks over metacognitieve vaardigheden. De score valt hoger uit. De leerlingen hebben dus niet alleen iets onthouden van de lessenreeks, maar ook het gedrag van de leerlingen is veranderd. Het is jammer dat het een voorbeeld is, want die lessenreeks over metacognitie wil ik inmiddels ook wel gebruiken in mijn les;)
Het gedrag is zoals gezegd het gebied waar vaak niet naar gekeken wordt. Het is interessant omdat iemand goed kan scoren voor een toets op niveau 2, maar het uiteindelijk gaat om de toepassing van het geleerde. Dit zie je terug in het gedrag van de leerlingen.
Niveau 4 de resultaten
niveau vier gaat over de resultaten. Behalen de leerlingen ook betere resultaten? Je meet of het onderwijs ook resultaten heeft voor de school. Behalen meer leerlingen hun eindniveau? Gaan ze vaker over? of de meer softe kant.. Zijn de leerlingen effectiever in de les? De vraag is dus zijn er resultaten te zien voor de instelling. Hier richten we ons op daadwerkelijke zakelijke cijfers.
In het voorbeeld kijken we dus we niet meer alleen naar gedrag ofwel of leerlingen plannen en organiseren, maar of ze een betere ‘leerlingen’ zijn geworden voor de school. Zien we meer ingevulde agenda’s is huiswerk vaker af en zijn de overgangs- en slagingspercentages hoger.
Evaluatie is zinvol wanneer je veel middelen, zoals ontwikkeltijd, moet verantwoorden. Bij het ontwikkelen van een nieuw vak of mentorprogramma is het goed om te weten wat het resultaat voor de school is en of dit resultaat behaald wordt. Je wilt vaststellen of het onderwijs ook echt het beoogde rendement oplevert en de school helpt verder helpt.
Het is helaas nadrukkelijk niet zo dat je gewoon onderwijs kunt ontwerpen, het onderwijs kunt implementeren en uitvoeren en dan eens rustig kunt gaan nadenken over hoe je het onderwijs gaat evalueren. Je kunt de evaluatie er wel achteraan plakken. Met name met fase 1 en 2 moet dat met wat reparatiewerk wel lukken, maar effectief zal je evaluatie dan niet zijn. De meeste werkzaamheden voor evaluatie zitten in de voorbereiding!
3. Hoe evalueer je onderwijs of opleidingsprogramma?
Het model bouwt per level op in complexiteit wat een overzichtelijk model oplevert, maar eigenlijk werkt het Kirkpatrick model in de praktijk het best wanneer je het model tijdens het plannen en voorbereiden van de evaluatie andersom inzet. Ik zal dit nog kort illustreren.
De eerste vraag die je jezelf moet stellen: welke resultaten willen we bereiken hier? Wat willen we voor de school bereiken, willen we de studievaardigheden verhogen of het aantal leerlingen dat zakt verlagen, of willen we gewoon de cijfers voor een vak verhogen? Deze eerste vraag hangt samen met de evaluatie op level 4.
De volgende vraag is: wat moeten leerlingen anders doen om deze resultaten te bereiken? Kortom: wat moeten leerlingen anders gaan doen en welk gedrag wil je waarnemen. Deze vraag hangt samen met de evaluatie op level 3. Zoals gezegd werk je achterstevoren door de levels heen.
Nu kun je de vraag stellen: “Wat zijn de kennis, vaardigheden en attitude die deze leerlingen nodig hebben om dingen anders te doen?” Deze vraag hangt samen met evaluatie op level 2 en tenslotte, de vraag op level 1, wanneer is het ontwerp aantrekkelijk voor leerlingen zodat ze er graag aan werken? Zodat de leerlingen de nodige kennis, vaardigheden en attitude effectiever aanleren.
4. Het Kirkpatrick onderwijsevaluatie in de praktijk
Je evaluatie beginnen met de vraag: ‘is het onderwijs zo ontworpen dat leerlingen het leuk vinden? of is het onderwijs zo ontworpen dat leerlingen iets leren?, is eigenlijk een contraproductieve manier om je evaluatie aan te pakken. Daarom wil je de evaluatie het liefst beginnen op level 3 of 4. Op deze manier zorg je ervoor dat je begint met die resultaten voor ogen en hierdoor draag je er zorg voor dat je daadwerkelijke de verandering meet en bereikt.
Het op deze manier evalueren op alle levels vereist een intensievere evaluatie en planning vooraf. In het onderwijs wordt evaluatie vaak achteraf nog snel gedaan op een ‘o ja, dat moeten we nog even doen’ manier. Daarom wordt vaak niet geëvalueerd op de levels drie en vier. Ondanks dat op deze levels echt naar voren komt wat de waarde van je onderwijs is.
Het is zinvol om evalueren te zien als iteratief proces dat hand in hand gaat met het onderwijs ontwerpen. Wanneer je tijdens het evaluatieproces ontdekt dat je inspanningen niet leiden tot veranderde gedragingen of resultaten, kun je het onderwijs direct bijstellen. Op deze manier gebruik je de evaluatie-uitkomsten om tijdens het ontwerpen op de juiste weg te blijven.
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘