Zes kenmerken van instructional design: waar je op moet letten bij succesvol onderwijsontwerpen?
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 13 november 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de zes kenmerken van instructional design van Robert Branch.
Na het lezen van dit artikel ken je de kenmerken die aanwezig moeten zijn wanneer je onderwijs gaat ontwerpen en heb je een beeld hoe je deze kenmerken in kunt zetten als je zelf gaat ontwerpen.
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
Wat zijn de zes kenmerken van onderwijsontwerpen?
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar ‘https://eenmeesterinleren.nl/de-zes-kenmerken-van-instructional-design/‘
Ontwerp modellen, zoals het ADDIE-model, beschrijven de activiteiten de basisstappen van een methodishe onderwijs ontwerpproces (klik op de links voor meer informatie). Robert Branch, hoogleraar Leren, ontwerpen en technologie, beschrijft aanvullend op de ontwerpmodellen zes kenmerken die aanwezig moeten zijn wanneer je onderwijs gaat ontwerpen. De kenmerken zijn:
- Onderwijs ontwerpen is gefocust op de lerende.
- Onderwijs ontwerpen is een doelgericht proces.
- Onderwijs ontwerpen richt zich op betekenisvolle taken.
- Onderwijs ontwerpen gaat ervan uit dat leeruitkomsten (op betrouwbare en valide wijze) gemeten kunnen worden.
- Onderwijs ontwerpen is empirisch, iteratief en zelfcorrigerend.
- Onderwijs ontwerpen is meestal een teaminspanning.
Onder de afbeelding ga ik één voor één dieper in op elk kenmerk!
1. Gefocust op de lerende
Als eerste onderwijs ontwerpen is gefocust op de lerende. Hiermee wordt bedoeld dat de leerlingen en hun prestaties het uitgangspunt zijn van alle les- en leeractiviteiten. De instructiematerialen, leermiddelen, opdrachten en interacties kun je zien als middelen om de leerdoelen te bereiken. Hiermee word het uitgangspunt dat er een live leraar nodig is voor de leerling om de doelen te bereiken losgelaten.
Het kan ook zijn dat de leerlingen de doelen gemakkelijker bereiken zonder docent. Het gaat om de focus op de lerende. Wat effectiever is voor de leerling dan gaan we doen. Zelfstudie, video instructie en live instructie zijn dus allemaal opties om in overweging te nemen. Het resultaat is vaak een mix van de mogelijkheden.
Aanvullend krijgen leerlingen tegenwoordig in sommige onderwijssituaties de mogelijkheid om hun eigen leerdoelen en/of leermethode te kiezen. Deze verandering in perspectief van onderwijzen naar leren is een grote paradigmaverschuiving. Binnen dit denkkader krijgt het plannen van effectief onderwijs een heel andere invulling.
2. Doelgericht proces
Als tweede onderwijs ontwerpen is een doelgericht proces. Het stellen van goed gedefinieerde projectdoelen is cruciaal in het onderwijs ontwerpproces. Projectdoelen moeten de verwachtingen van de opdrachtgever weerspiegelen. Ook zorgen projectdoelen ervoor dat de implementatie beter verloopt. Helaas mislukken veel goedbedoelde onderwijs ontwikkel projecten door gebrek aan overeenstemming. Projectdoelen later formuleren is een onjuiste beslissing. Dit laatste gebeurt vaak in de overtuiging dat de overeenstemming op de projectdoelen later nog wel geregeld kan worden. Deze overtuiging is onjuist.
De teamleden die aan het project werken moeten een gezamenlijke visie hebben op de verwachte uitkomsten van het ontwerpproject. De uiteindelijke controlevraag om te bepalen of een onderwijs ontwerpproject geslaagd is is: “Zijn de doelen van het project bereikt?” zonder projectdoelen geen geslaagd project.
3. Richt op betekenisvolle taken
Als derde onderwijs ontwerpen richt zich op betekenisvolle taken.
Wat vaak gebeurt is dat we van de leerlingen vragen dat zij alleen informatie onthouden of toe te passen leertaak in de schoolse context. In plaats daarvan zou het onderwijsontwerp zich moeten richten op het voorbereiden van leerlingen op de uitvoering van authentieke en betekenisvolle taken, waarbij complex gedrag vereist is. Denk aan het oplossen van bestaande problemen in het dagelijks leven, op het werk of in een andere relevante context.
Bijvoorbeeld: iets dat van pas komt tijdens het gamen, het zoeken en aanschrijven van je eerste baantje of het regelen van een date voor je eerste schoolgala.
Het is van belang dat er een hoge mate van overeenstemming is tussen de leeromgeving en de situatie waarin het geleerde daadwerkelijk moet worden uitgevoerd.
Het is vaak gemakkelijker om betekenisvolle taken op te stellen voor opleidingen. bijvoorbeeld: de opleiding tot timmerman en de taak het bedienen van een boormachine. Het opstellen van betekenisvolle taken in een meer schoolse setting is soms lastig. Toch kan het vaak wel bijvoorbeeld: tijdens het onderwerp warmte bij natuurkundeles en het warm houden van je mok chocolademelk op de ijsbaan. Of het opstellen van een nette brief en het aanschrijven van je eerste gala date. Onderwijsontwerpers moeten altijd streven naar betekenisvolle taken ook in een meer schoolse setting.
Het bedenken van betekenisvolle taken is een creatief proces. Als het niet lukt om een betekenisvolle taak te bedenken, probeer het dan op een later moment gewoon nog eens.
Een andere truc is om een fictieve omgeving te creëren waarin het probleem betekenisvol is. De taak is dan niet authentiek maar binnen de fictie, is de taak wel betekenisvol en is er complex gedrag nodig. Bijvoorbeeld. Een collega zou in haar wiskundeles aan de slag gaan met een omgekeerde formule.
Dit zijn vergelijkingen met lijnen zoals deze. Zij kwam bij mij met de terechte vraag. Ik weet niet wanneer leerlingen dit gebruiken in hun dagelijks leven? Maar het staat wel in het landelijke programma dus we moeten het onderwerp behandelen. Na een brainstorm kwamen we op het volgende idee: Er is een raket met een gaatje in de brandstoftank. De tank loopt dus langzaam leeg en de vraag is: hoe lang heeft de raket nog voldoende brandstof om de reis terug naar de aarde te halen?
Voor de volledigheid; een tank loopt leeg via een omgekeerd exponentiële formule. Om de taak wat authentieker te maken hadden we een groot plastic vat vol laten lopen met water, hier een gat in geboord en deze voor in de klas gezet. Dit was de brandstoftank. We waren niet overtuigd dat de leerlingen gemotiveerd met deze taak aan de slag zouden gaan. Maar het resultaat was verbluffend. Een vrij droog en ook wel complex onderwerp werd een geweldige les waarbij groepen leerlingen ideeën uitwisselden om een betere schatting te maken. De les eindigde met de meest saaie activiteit ooit. Kijken hoe een vat water leeg liep in 10 minuten maar alle leerlingen waren aandachtig aan het timen om te kijken of hun functie en getekende grafieken juist waren.
Nu is bovenstaande voorbeeld wellicht niet mogelijk in jouw onderwijspraktijk. Het voorbeeld illustreert hoe je een betekenisvolle taak kunt ontwerpen in een fictieve omgeving waarin het probleem betekenisvol wordt. De taak is dan eigenlijk niet zo authentiek, maar binnen de fictie is de taak wel betekenisvol en is er complex gedrag nodig.
4. Leeruitkomsten kunnen gemeten worden
Als vierde onderwijs ontwerpen gaat ervan uit dat leeruitkomsten of leeropbrengsten (op betrouwbare en valide wijze) gemeten kunnen worden. Creëren gerelateerd aan de taak ook valide en betrouwbare beoordelingsinstrumenten. Bijvoorbeeld, als het doel is om een boormachine veilig en efficiënt te bedienen, dan is een valide (authentieke) beoordelingstechniek waarschijnlijk om een waarnemer met een controlelijst de leerling te laten observeren tijdens het uitvoeren van het boren waarbij de waarnemer naast de handelingen ook de kwaliteit van de producten bekijkt. Een multiple-choice test over boren is hier waarschijnlijk geen valide maatstaf.
Het gaat hier om de vraag: “meet de beoordeling wat je wil dat hij meet”. Het begrip valide wordt soms lasitg gevonden maar als je je gewicht wil meten, gebruik je een weegschaal en geen meetlat. Dat begrijpt iedereen.
Op scholen of in een meer schoolse setting is het vormgeven van een valide beoordeling vaak wat moeilijker dan in de context van een beroep. Toch kan de ontwerper hier rekening mee houden. Bijvoorbeeld door op de toets vragen te stellen over hoe de kennis en vaardigheid kunnen worden toegepast of een andere, meer passende manier, van beoordelen te gebruikt om de validiteit van de toets te vergroten.
Betrouwbaarheid gaat over de consistentie van de beoordeling over de tijd en bij verschillende individuen. Ofwel meet de beoordeling elke keer nauwkeurig. Als je je gewicht wil meten maar de weegschaal geeft, wanneer je er een paar keer achter elkaar op gaat staan,verschillende gewichten aan dan is de meting niet zo betrouwbaar. Als de beoordeling niet betrouwbaar is tast dat de validiteit aan.
Authentieke taken voor toetsing zijn vaak betrouwbaar en valide!
5. onderwijsontwerp is empirisch, iteratief en zelfcorrigerend
Als vijfde onderwijs ontwerpen is empirisch, iteratief en zelfcorrigerend.
In tegenstelling tot wat in de onderwijspraktijk vaak gebeurt, staan gegevens centraal in het hele onderwijs ontwerpproces. Anders gezegd, onderwijsontwerp is gebaseerd op bewijzen.
De gegevensverzameling begint al tijdens de initiële analyse en gaat door tot diep in de implementatie. Zo kan je tijdens de analysefase gegevens verzamelen zodat je de vergelijking kunt maken tussen wat leerlingen al weten en wat ze moeten weten aan het einde van het onderwijs. Gegevens in de vorm van advies en feedback van experts zorgen voor nauwkeurigheid en relevantie van de kennis en vaardigheden die worden aangeleerd. Resultaten uit fundamenteel onderwijskundigonderzoek en eerdere ervaringen van docenten kunnen gebruikt worden in de selectie van instructiestrategieën en relevante media die ingezet worden. Later worden die gegevens verzameld tijdens de summatieve- en formatieve beoordeling. Deze geven inzicht over of het onderwijs effectief was en waar verbeteringen in het ontwerp gewenst of nodig zijn.
Gegevens uit het veld, na implementatie, geven aan of het onderwijs effectief is. Gegevens zijn niet altijd leuk of gewenst omdat ze niet altijd goed nieuws geven. Gegevens zijn wel altijd behulpzaam omdat ze een rationele basis bieden voor beslissingen die nodig zijn voor het neerzetten of verbeteren van een goed onderwijsontwerp. Deze manier van gegevens centraal stellen is de reden dat het onderwijs ontwerpproces vaak niet zo lineair is als de meeste modellen beweren. Het onderwijs ontwerpproces is hierdoor vaak een meer iteratief proces.
6. Meestal een teaminspanning
Als zesde onderwijs ontwerpen is meestal een teaminspanning. Het is goed mogelijk om onderwijs alleen te ontwerpen. In de praktijk is onderwijs ontwerpen ook vaak een teaminspanning. Dit kan zijn vanwege de omvang, inhoud, technische complexiteit enzovoort. In deze gevallen bestaat een team vaak uit een inhoudelijke expert, een onderwijskundige, één of meer ontwikkelaars, administratieve ondersteuning en een projectmanager.
Soms kan één persoon meer dan één rol spelen in een team, maar grotere projecten kunnen ook meer specialisatie vereisen. Hierbij kun je denken aan redacteuren, videografen, grafisch tekenaars en ICT experts of zelfs programmeurs. Ook neemt de vraag naar logistieke ondersteuning in de vorm van administratief personeel, bedrijfsmanagers en systeemondersteuning toe naarmate de omvang en duur van projecten toenemen. Een succesvolle gezamenlijke ontwerp inspanning zorgt er ook voor dat het onderwijs gericht is op de leerling en betekenisvol en meetbaar is!
Bron: Branch, R. M. (2018). Characteristics of foundational instructional design models. In R. A. Reiser & J. V. Dempsey (Eds.), Trends and issues in instructional design and technology (4th ed., pp. 23–30). New York, NY: Pearson Education, Inc.
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘