De Kwaliteitspiramide: Bouwstenen voor kwalitatieve toetsing
Auteur: Basten Berg
Gepubliceerd: 28 december 2024
Redacteur: Gezocht
‘Wil je dit artikel redigeren? Dat kan! Heb je een foutje gevonden of mis je informatie? Stuur dan een mail naar bastenberg@eenmeesterinleren.nl en help zo mee om het onderwijs te verbeteren.‘
Inhoudsopgave
- Wat is kwaliteit van toetsing?
- Wat is de rol van constructive alignment in toetsing?
- Wat zijn de bouwstenen van de kwaliteitspiramide?
- Wie is verantwoordelijk voor toetskwaliteit?
- Wat betekent meer toetskwaliteit in de onderwijspraktijk?
Welkom op het platform eenmeesterinleren.nl. Een plek voor leraren, andere onderwijsprofessionals en iedereen die geïnteresseerd is in de kwaliteitspiramide voor toetsen en beoordelen van Joosten-ten Brinke en Sluijsmans.
Na het lezen van dit artikel weet je waaruit de kwaliteit van toetsing bestaat en weet je hoe de onderdelen van de kwaliteitspiramide kunnen bijdragen aan een hogere kwaliteit van toetsing. Ook heb je een beeld van de verschillende personen die binnen een school betrokken zijn bij toetsing en bij wie welke verantwoordelijkheid ligt om de kwaliteit van toetsing te borgen.
Vanuit mijn achtergrond als leraar biologie, onderwijskundige en lerarenopleider schrijf ik artikelen en maak ik video’s om fundamentele theorieën over onderwijs, leren en lesgeven begrijpelijk aan te bieden. Op de community voor leraren vind je een overzicht van alle uitgewerkte theorieën, geordend per thema en een groep collega’s om samen mee te leren.
1. Wat is kwaliteit van toetsing?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het handig om een model te hebben dat de ‘kwaliteit van toetsing’ afbakent. De kwaliteitspiramide van eigentijds toetsen en beoordelen, ontwikkeld door Joosten-ten Brinke en Sluijsmans, is zo’n model. In de afbeelding zie je de piramide in zijn geheel. Joosten-ten Brinke kwam in 2011 met het binnenste, witte deel van de piramide. In 2012 werden daar, in samenwerking met Sluijsmans, de blauwe randen met toetsorganisatie en toetsbekwaamheid aan toegevoegd.
‘Deze video is gewoon vrij te gebruiken! Link wel even naar https://eenmeesterinleren.nl/de-kwaliteitspiramide-voor-toetsen-en-beoordelen/‘
2. Wat is de rol van constructive alignment in toetsing?
Voordat we de bouwstenen van de piramide toelichten, is het belangrijk om te weten dat behalve de inhoud van de piramide ook het begrip constructive alignment van Biggs (2011) een belangrijke rol speelt in de kwaliteit van toetsing. Constructive alignment gaat over de aansluiting tussen de leerdoelen, eindkwalificaties of eindtermen enerzijds en de toetsing anderzijds. Bij het ontwerpen van een aligned curriculum wordt ervoor gezorgd dat de eindkwalificaties, toetsing en het onderwijs nauwkeurig op elkaar aansluiten. Voor een uitgebreidere uitleg van constructive alignment kun je in de reeks over onderwijs ontwerpen een specifieke artikel bekijken waarin dit principe wordt uitgelegd.
3. Wat zijn de bouwstenen van de kwaliteitspiramide?
In de toetspiramide is kwaliteit van toetsing vertaald naar zes bouwstenen. Deze zijn:
- De kwaliteit van toetstaken.
- De kwaliteit van toetsen.
- De kwaliteit van het toetsprogramma.
- De kwaliteit van het toetsbeleid.
- De kwaliteit van de toetsorganisatie.
- De kwaliteit van toetsbekwaamheid.
Hieronder worden deze bouwstenen één voor één verder toegelicht.
Wat zijn toetstaken en toetsen?
De eerste twee bouwstenen betreffen de kwaliteit van toetstaken en toetsen. Dit gaat over de losse opdrachten of vragen in een toets en de toets als geheel. Hierop heb je als leraar veel invloed. In de onderwijspraktijk krijgt de kwaliteit van toetstaken en toetsen vaak veel aandacht. De basiscriteria voor toetskwaliteit zijn validiteit en betrouwbaarheid. Het streven is dat toetsen meten wat je wilt meten en dat ze dit elke keer opnieuw doen.
Om valide toetsen en relevante toetstaken te formuleren, moet de toets samenhangen met het onderwijs. Het principe van constructive alignment speelt hierbij een grote rol. De leerdoelen bepalen de keuzes voor de vorm en inhoud van de toetsen en de toetstaken (Biggs en Tang, 2011). De stappen van het toetsproces borgen de kwaliteit van deze bouwstenen. In andere artikelen in deze reeks wordt het toetsproces in vier stappen uiteengezet. Het nauw volgen van deze stappen draagt bij aan de toetskwaliteit, maar is niet voldoende voor de volledige kwaliteit van toetsing. Daarvoor moet ook aandacht worden besteed aan de andere bouwstenen. Deze verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij individuele leraren, maar ook op het niveau van de schoolorganisatie of specifieke organen binnen de organisatie, zoals de examencommissie.
Wat is het toetsprogramma?
De derde bouwsteen van de kwaliteitspiramide is de kwaliteit van het toetsprogramma, ook wel het toetsplan genoemd. Dit gaat over de samenhang tussen toetsen binnen een school, vak of opleiding en de borging van de functies van toetsing. Een goed toetsprogramma sluit inhoudelijk en qua toetsvormen aan bij het totale curriculum. Ook hier speelt constructive alignment een belangrijke rol. Het gaat om de alignment tussen de eindkwalificaties van de opleiding en het toetsprogramma.
Een goede definiëring en operationalisering van de eindkwalificaties in bijvoorbeeld niveaus of complexiteit is hierbij essentieel (Baartman, Kloppenburg en Prins, 2013). Een samenhangend toetsprogramma toont een logische opbouw in het toetsen van doelen, complexiteit en toetsvormen. Bovendien stimuleert een goed toetsprogramma het leerproces van studenten over verschillende onderwijseenheden heen.
Wat is toetsbeleid?
De vierde bouwsteen van de piramide is het toetsbeleid. Het toetsbeleid, of toetsplan, kun je zien als de visie en missie van de school op toetsing. Het zegt iets over waar de school heen wil met toetsing en biedt richtlijnen voor hoe de school bijdraagt aan het realiseren van deze toekomstplannen. De onderwijsinspectie definieert toetsbeleid als een samenhangend stelsel van maatregelen en voorzieningen met als specifiek doel de kwaliteit van toetsing en examinering te bewaken en te bevorderen (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
Goed toetsbeleid kenmerkt zich door samenhang: het sluit aan bij de onderwijsvisie en is consistent op alle niveaus. Het hangt samen met het toetsprogramma en de daarbij behorende toetsen en toetstaken.
Wat zijn toetsorganisatie en toetsbekwaamheid?
De vijfde en zesde bouwstenen betreffen de kwaliteit van de toetsorganisatie en toetsbekwaamheid. Beiden zijn randvoorwaarden voor goede toetsing. De toetsorganisatie omvat de hele logistiek rond toetsing, terwijl toetsbekwaamheid gaat over de deskundigheid van betrokkenen zoals leraren, examencommissies en managers (Sluijsmans et al., 2012; Expertgroep BKE/SKE, 2013).
Goed leiderschap met betrekking tot toetsing is cruciaal. Dit houdt in dat toetsing verankerd is in een visie op onderwijs en dat er voldoende inzicht is in het belang van toetsing. Bij een goede toetsorganisatie zijn verantwoordelijkheden helder verdeeld en is er evenwichtige facilitering in zaken zoals tijd, professionalisering en ondersteuning. Ook het personeelsbeleid speelt hierin een rol, bijvoorbeeld door aandacht voor toetsing in vacatureteksten.
4. Wie is verantwoordelijk voor toetskwaliteit?
In de toetspiramide zijn verschillende mensen betrokken bij de kwaliteit van toetsing. Dit zijn bijvoorbeeld het bestuur, onderwijskundig leiders (zoals coördinatoren en opleidingsdirecteuren), leraren, examinatoren, toetsdeskundigen en de examencommissie. Daarnaast spelen administratief medewerkers, surveillanten en roostermakers een belangrijke rol bij de logistieke organisatie van toetsing. Een gebrekkige logistieke organisatie kan de kwaliteit van de toetsing ernstig ondermijnen.
Het management van de school of opleiding is verantwoordelijk voor een gedeelde visie op het belang en de functie van toetsen. Zij vertalen deze visie naar een dekkend toetsprogramma waarin alle eindtermen van de school worden getoetst. Examinatoren, vaak leraren, houden zich vooral bezig met de bouwstenen ‘toetstaken’ en ‘toetsen’ en zijn betrokken bij de stappen van de toetscyclus. Samen zorgen leraren, examinatoren en management voor toetskwaliteit. De examencommissie heeft de taak om de kwaliteit van toetsing te borgen.
5. Wat betekent meer toetskwaliteit in de onderwijspraktijk?
Meer aandacht voor toetsing betekent niet dat er meer toetsen moeten komen. Het gaat om meer aandacht voor de kwaliteit van toetsen. Dit betekent dat vastgesteld wordt wat de gewenste kwaliteit is. Belangrijke vragen hierbij zijn: Leiden de toetsen tot de juiste beslissingen over de bekwaamheid van leerlingen? Zetten de toetsen aan tot leren? Is het aantal toetsen en de opbouw van het toetsprogramma in lijn met de eindkwalificaties?
Of deze vragen leiden tot meer, minder of andere vormen van toetsen, hangt af van de context en doelen van jouw school of opleiding. Kwaliteit is geen absoluut begrip, maar kan verschillen per school of opleiding. De kwaliteitspiramide biedt bouwstenen om inzicht te krijgen in de kwaliteit van toetsing en laat zien waar de verantwoordelijkheid van de verschillende bouwstenen ligt. Zo kun je weloverwogen keuzes maken over bijvoorbeeld de hoeveelheid en vorm van de toetsen voor jouw vak.
Op zoek naar praktische kennis over onderwijs en
een betrokken groep collega’s om samen mee te leren?
“Al je vragen over onderwijs, leren en lesgeven snel en op een pek beantwoord door
collega’s en andere experts”
‘Heb je vanuit je expertise of ervaring aanvullingen of kritiek op het artikel? Deze input is altijd welkom! Stuur dan een mail naar support@eenmeesterinleren.nl, zodat we informatie toe kunnen voegen of de fout kunnen herstellen!‘